Afscheidstour

 In WattCycling column

Waar verjaardagskalenders geboortedagen in het licht zetten en de maankalender eenvoudig de periode tussen twee opeenvolgende nieuwe manen laat schijnen, kleurt de wielerkalender na het tweede weekend van oktober enigszins donker en duister. Met de Ronde van Lombardije is het einde van het wegseizoen ingeluid, terwijl het modderhappen in het cyclocross veld nog niet in volle gang is. Plus, die wedstrijden duren ook maar een uurtje. Ieder weekend Gent – Wevelgem 2015 terugkijken via YouTube dan maar? Of alvast voorbeschouwen op volgend seizoen? Een seizoen waarin we in ieder geval enkele wielergrootheden gaan missen…lees verder!

Voordat de kranten vol stonden over terugkerende coronagolven was er sprake van een heuse reünie golf in de muziekwereld. The Police, Fleetwood Mac, de Spice Girls en zelfs ABBA kwam met behulp van hologrammen na 40-jaar weer terug op het podium. Afgelopen weekend wisten zelfs de Backstreet Boys de Amsterdamse Ziggo Dome nagenoeg uit te verkopen. Inclusief ouderwetse technische en geluidsproblemen. Enfin, They want it that way. Maar voordat je aan een reünie kan beginnen, zal er eerst afscheid genomen moeten worden. Dusdanig afstand genomen worden dat mensen je gaan missen.  En dat duurt iets langer dan een paar minuutjes. Ik verlaat wel eens stilletjes de kamer om na een krap kwartier deze met open armen weer te betreden en de fans te begroeten. “Fans” die niet eens in de gaten hebben gehad dat ik weg was, waardoor een heldenontvangst uitblijft en daarmee ook de welkomstmuziek. En ook al bestaat afscheid nemen niet volgens Marco Borsato (al denkt hij daar inmiddels misschien anders over), nemen we dit jaar afscheid van een hoop legendes…

Muzikaal gezien betekent dat een einde voor Kiss, Elton John en vaderlands getrouwe bands als Kensington, Nick & Simon en De Dijk. Al kunnen we er stevig over twisten of deze mensen in eenzelfde rijtje thuishoren als de afscheid nemende Roger Federer. Het wielerpeloton is (zoals wel vaker) ook in deze een mooie afspiegeling van de (sportieve) maatschappij en kent een goddelijke leegloop van renners die het eeuwige fietsleven leken te hebben.

Ze verdienen allemaal om zeer uiteenlopende redenen minimaal één standbeeld. Of een boek. Of een film. Op zijn minst een knuffel waarin ik degene ben die het laatst loslaat. Of een applaus wat net te lang doorgaat. Het zijn renners die het peloton niet alleen gekleurd hebben met prachtige Mapei achtige gekleurde lycra’s of splijtende demarrages, maar eigenbenig een tijdperk hebben gekleurd waarin het kijken naar wielrennen meer dan eens het hoogtepunt van de week was. Er zitten renners tussen wiens grimassen tot langer napraten hebben geleid dan de koers überhaupt duurde. Er zitten renners tussen voor wie ik de landsgrenzen over ben gegaan om van dichtbij te kunnen bekijken hoe oogstrelend ze op de fiets zitten (Iljo bedankt). En er zitten renners tussen die er met mijn ex-vriendin vandoor zijn gegaan (Kudos voor jouw Sebas). Het was Niki Terpstra die het na Jari Litmanen en Mark Huizinga voor elkaar kreeg om me op de bank te laten zitten met een hartslag rond het omslagpunt. En het is dankzij het urenlang bestuderen van opperhaai Vincenzo Nibali dat ik een KOM van Robert Gesink heb kunnen pakken in een afdaling. En wat te denken van de immer fatsoenlijke en vriendelijke Est Kangert. Als ik mij dienstbaar op wilde stellen, maar niet wist hoe, heb ik mij meer dan eens afgevraagd wat Tanel Kangert zou doen. Een luxeknecht die Nibali op en naast de fiets tot grote hoogte wist te begeleiden in de Rondes van Italië en Spanje.

En wat te denken van voormalig werelduurrecordhouder Alex Dowsett. De man die zo graag een contactsport had willen doen, maar door de erfelijke bloedziekte hemofilie was dat uit den boze. Het zoeken van een uitlaatklep bracht hem uiteindelijk naar een velodroom. Twaalf jaar lang reed hij de pannen van het dak van de wielerbaan en zoefde hij naar twee zeges in de Giro. En dan vergeet ik nog mannen als Richie Porte, Mikel Nieve en Jonathan Hivert.

Zelfs de wielercarrières van Alejandro Valverde en Philippe Gilbert blijken vergankelijk. Samen goed voor zo’n 200 overwinningen in alle klassiekers en rondes die je kent en niet kent, is het niet de overwinningslust van deze iconische renners die ik het meest ga missen. Net zoals wel vaker, speelt in het zicht van het einde het kleine leven een belangrijkere rol dan de grotere zaken zoals succes, verheven status of winst. Het zijn de grote dingen die we als eerste laten vallen als het erop aankomt. Het is de vergankelijkheid en tijdelijkheid van een (wieler)bestaan die ons laat wijzen op de bloei van een boom langs het parcours, het geratel van een schoongemaakte ketting of de onverwachte sprint a deux met een toevallige voorbijganger. Het ging de laatste jaren bij deze renners niet meer om wat ze nog wilde winnen, maar wat ze nog wilde rijden en meemaken.

De hele substantie van het (wieler)leven blijkt niet in de eeuwigdurende carrière vol overwinningen te liggen, maar in de oppervlakkigheden die ons aanspreken en raken in onze reddeloze vergankelijkheid. Daarom rennen mensen ook met gevaar voor eigen leven een brandend huis in om nog een gebladderde foto of uit elkaar gevallen knuffel te redden in plaats van een dure tv, of blijft de opa of oma nog een wonderbaarlijke maand leven om de geboorte van een kleinkind mee te kunnen maken. De levendige eeuwigheid is niet voor ons weggelegd. En dat is maar goed ook. Wij zullen het moeten doen met leven in een telkens herhaald uitstel van een definitief en eeuwig afscheid.

We zijn daarin opgenomen in de ritmische cadans van ons fietsleven dat schommelt tussen de uiterste mogelijkheden. En het zijn de muzikale ideeën van eeuwige carrières die botsen op de maat van vergankelijkheid die ons in staat stellen op overtuigende wijze te genieten van de onwaarschijnlijke mooie dingen die ons midden in het leven overvallen.

Na de hak van Bradley Wiggins, die pas na zijn carrière de aandacht kreeg die het verdiende, kunnen we komende jaren verdrinken in de punch van Valverde en klassiek nagenieten van de hoekige balletvoet van Gilbert op de Cauberg. Stilistische en minuscule technische elementen die onlosmakelijk aan deze renners zijn verbonden en nog jaren op prachtige wijze de schoonheid van deze renners zullen illustreren. Ik kan niet ontkennen dat ik stiekem hoop blijf houden dat ze er net als Annemiek van Vleuten nog een jaartje aan vast plakken. Maar zonder afscheid, geen reünie. En zonder vergankelijkheid geen eeuwigheid (na)genieten van al het moois.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen bij WattCycling in het teken van techniek. Het zijn vaak de kleine dingen die zorgen voor groot genot, en met fietstechniek is dat niet anders. Een klein beetje aandacht, spelen en proberen zal de wattages in de dubbele cijfers doen keren!

Recent Posts