Baden in Bitterballen
Wie zijn besluit om wel of niet te gaan fietsen laat afhangen van weersvoorspelling apps, komt meer dan eens compleet doorweekt thuis. Na een vermakelijk tactisch voorbereidend steekspel, waarin zowel de wind, de buienradar als het wegdek zorgvuldig werden meegenomen, kwam ik afgelopen week compleet verzopen thuis. Ondanks wat bijstuurwerk onderweg om de aankomende hoosbuien te ontlopen heb ik zeker 95% van de tijd in minimaal miezer gereden, om uiteindelijk gesterkt door zonnestralen de wijk weer in te rijden. Verkleumd en wel stak ik bij het laatste stoplicht, als een ware kruising van een zonnebloem met een natte hond (inclusief helm), mijn gezicht richting de zon. Bijna thuis. Met zin in… lees verder!
Bad en bitterballen. Soms weet je het gewoon. Waar ik normaal minimaal zo weifelachtig ben in keuzes maken als Patrick Roest, was de hunkering nu helder. Het lijf had een beetje honger en vooral dorst. En niet om te drinken, maar om te dompelen. Zo nu en dan lijkt je lijf simpelweg aan te geven dat het door iets anders dan lucht omgeven wil zijn. En dan niet om te drijven, duiken of trappelen om ergens te komen, maar gewoon dompelen. Niet bewust koud douchen en in de Amstel springen voor alle transformatieve ijsbadige positieve bijwerkingen, of juist andersom de warmte en genegenheid willen voelen. Gewoon een bak met water en een schaaltje bitterballen.
“Zo, het niet droog gehouden zie ik”, zei de man links van me, eveneens wachtend op het groene licht, om daarna met gevaar voor eigen leven tussen de flitsbezorgers door de straat over te steken. Ik blijf het heerlijk vinden wanneer mensen verlegen zijn om een praatje als het wachten langer dan tien seconden duurt. De man, volledig gekleed in een regenpak, keek vriendelijk naar mij en mijn fiets. Tegen wie hij het had weet ik niet precies (want wie praat er niet met zijn fiets?), maar gemakshalve wierp ik mijzelf naar voren als woordvoerder van ons tweeën. “Helaas, maar het mocht de pret niet drukken”, zei ik enthousiast. “En ik ben bijna thuis waar de beloning wacht!”. “Een poetsdoek en een warm douche?” vroeg de man lachend. “Warm”, zei ik. “Een warm bad en bitterballen!”.
De glimlach van de man verdween net zo snel als de druppels die verdampten in de zonnestralen op mijn gezicht. “Baden in bitterballen?” vroeg hij. “Baden EN bitterballen”, zei ik nog net iets enthousiaster. Ik kon me de druk van water op mijn huid al een klein beetje voorstellen en ook de geur van bitterballen hing al halverwege mijn neus. Al had ik zojuist mijn bemodderde gezicht afgeveegd aan mijn mouw, dus het zou ook iets anders geweest kunnen zijn. Verdere details zal ik u als trouwe lezer besparen, maar van waterstanden, via ontelbare identiteiten tot de vleesindustrie en van gasprijzen tot inflatie… geen thema werd gespaard. Het was geen directe persoonlijke aanval, tenminste, zo heb ik het niet opgevat. En ik ben ergens trots dat ik een dusdanig mooie fiets heb dat ik in de categorie rijke yup leek te vallen, maar ik was wel enigszins verwonderd over de associaties en correlaties die binnen een halve minuut als een bak regen over me heen werden gestort. Net toen ik de ‘vanwaar’ vraag wilde stellen schoot het licht op groen en spurtte de man er elektrisch vandoor. Maar niet zonder nog even gevoelloos figuur na te roepen.
We schakelen even een half uur door in de tijd. Fiets gepoetst, bitterballen uit de oven met een klein beetje mayo en wat mosterd voor de maaltijd. Dit netjes op een schaaltje boven op de wasmand, zodat ik er vanuit bad perfect bij kan. Ik ga voorlopig nergens heen, dus genoeg tijd om na te denken of ik me kan identificeren als gevoelloos figuur. Tegenwoordig kunnen mensen zich identificeren als een kunstwerk of stoel als ze willen, dus dit zou me moeten lukken. Bij gevoelloos denk ik in eerste instantie aan een ridder van 1000 jaar geleden, die smakkend een homp vlees met zijn handen naar binnen werkt, terwijl hij net een dag heeft gemoord en gefolterd. Iemand die binnen eenzelfde minuut zijn behoefte in een hoek kan doen als een willekeurige vrouw pakken, zonder ook maar even aan een ander te denken.
Maar is een man genaamd Dominique, die geen vlees eet, zich in non-binaire taalgebruik uit, en de grillige seksuele behoeftes van zijn vrouw respecteert terwijl hij zijn eigen behoeftes gebruikt als mest voor zijn kruidentuin dan wel gevoelig? En is het één beter dan het ander?
Gevoel en empathie zijn fijn als het bijdraagt aan een bepaalde sensibiliteit die ons met elkaar verbindt, maar wanneer wordt iets overgevoelig en leidt het tot uit elkaar drijven en destructie? Kunnen we van anderen verwachten dat ze alsmaar rekening houden met onze gevoelens en kwetsbaarheden of moeten we uitgaan van een zekere mate van weerbaarheid? Jean – Jacques Rousseau, de man die al zijn kinderen bij geboorte naar het weeshuis bracht, daar een boek over schreef, dat nog altijd het meest verkochte boek over opvoeden ooit is, baseert de moraal op emoties en gevoelens van inleving. Begin 18e eeuw stelt hij dat zelfliefde de voorwaarde is om anderen lief te hebben, maar dat die zelfliefde door kan slaan in eigenliefde, waardoor je belandt in de hel van de vergelijking. Daarin leef je met de continue vraag of de ander niet méér liefde, erkenning, geld en mooie dingen krijgt. Met meer en meer kans op gevoelens van onrechtvaardigheid. Wat dat betreft heeft hij, gezien de online haatzaaierij en het lonken naar likes, kudo’s en click’s, het aardig bij het rechte eind gekregen.
Laten we als wielervolk ons best doen dingen niet zo zwart-wit te zien. Fietsen in de regen is niet alles, maar zonder bestaan van regen hadden we nooit kunnen fietsen. En we kunnen slecht een paar dagen zonder drinkwater, maar van te veel water drinken gaan dood. We zijn zowel beschermend als ziekmakend en zullen de gevoeligheid en kwetsbaarheid moeten verenigen met het afweervermogen en de kracht daarvan. Of zoals de Duitse Svenja Flasspöhler mooi zegt: Uit de wond groeit de kracht.
En ons lichaam weet dat als geen ander. Die weet dat het eerst (gedeeltelijk) kapot moet gaan in het trainen om er sterker uit te komen. Dat schade en schande meer zijn dan woorden met een negatieve lading, maar ook nodig zijn om beter te worden en nieuwe dingen te proberen en begrijpen. Beginnend bij de intervallen die komende week op het programma staan. Er zullen minuten zijn die lekker en pijnlijk tegelijk voelen. De zelfliefde zal ongetwijfeld in strijd raken met discipline, wanneer je er nog één sprintje uitperst die de benen gevoelloos lijken te maken. En de stapels bitterballen van afgelopen zomer zullen samen met de pittige mosterd een wond achterlaten in de watt per kilogram waardes. En dat afzien…doen we samen.
Want of er nu ooit een punt gaat komen waarop niemand zich structureel benadeeld of gekwetst voelt weet ik niet, maar laten we in ieder geval verder kijken dan onze eigen gevoeligheid en het samen afzien en pijn lijden afwisselen met rust en ademruimte. En dan… in bad met een portie bitterballen.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren