Brute Ben Baas

 In WattCycling column

Ooit een tatoeage overwogen? Een kleurrijk vlindertje op de rug, een liefdevol hartje op de bovenarm of toch die betekenisvolle mandala met de geboortedatum van je kind op de borst? Je zult niet de eerste sporter zijn die het niveau plakplaatje bij de kauwgom wil overstijgen en naast goud en eeuwige roem gaat voor de eeuwige inkt. Thibaut Nys, zoon van cyclocross legende Sven Nys pronkt er regelmatig mee op de sociale kanalen, en ook Primoz Roglic is niet vies van het nodige tekenwerk op zijn lijf showen. Maar zoals altijd en overal, kent ook het wielrennen een baas boven baas als het aankomt op deze vorm van lichaamsversiering. En daarvoor moeten we terug naar zandbak van Koksijde… lees verder!

Het nieuwe wielersportjaar werd op 1 januari traditioneel op gang geschoten met de GP Sven Nys in Baal, de woonplaats van Sven Nys. Met aan de start onder andere wereldkampioen Tom Pidcock, die aan zijn eigen frivoliteit ten onder ging, waardoor Eli Iserbyt weer eens als eerste over de meet kon rijden. Een welkome opsteker voor de ex van Puck Moonen, die al een poosje sukkelt met een zere rug. Iets waar Mathieu van der Poel sinds de cross van Koksijde ook weer mee te maken lijkt te hebben. Na een minuut of 20 moest hij Wout van Aert laten gaan op een taaie strook door het diepe mulle zand. Diverse pogingen om letterlijk en figuurlijk de rug te rechten mochten geen baat hebben. Hij kon zijn krachten niet meer kwijt zonder dat het in zijn rug schoot en trapte daardoor de koers verder rustig uit als een kabbelende modderPoel. Hij zou uiteindelijk ruimschoots achter Wout van Aert, als tweede finishen. Voor iedere andere sterveling een klasse apart, maar voor Mathieu een flinke tegenvaller. Want spelen is leuk, maar winst is leuker.

Nu het niet de tweestrijd werd waar we de afgelopen weken bijna dagelijks van hebben mogen genieten, gaf het de commentatoren wat ademruimte om het over meer aardse dingen te hebben dan de buitengewone stuurmanskunsten en het ongeëvenaarde niveau van de twee modder mastodonten. Zo ging het over het weer, materiaal, bandenspanning, loop specialisten, maar ook heel even over het specialisme van in het zand rijden. Iets waar van Aert en ook zeker Laurens Sweeck zeer bedreven in zijn. Maar bedreven en buitengewoon zijn twee verschillende dingen. En als ik denk aan buitengewone klasse in het zand, dan is er één man die de troon boven in het zandkasteel verdient…

Misschien twee mannen, om maar gelijk op deze opbouw terug te komen. Afgelopen week parkeerde de Amerikaan Ben Frederick pal voor het rijen dikke publiek zijn voorwiel net te diep in het zand. Dit met acrobatische gevolgen, waardoor hij met een salto over zijn stuur dook. Als een volleerde vloeroefeningen rolde Ben door om uiteindelijk met een prachtige afsprong en de handen in de lucht weer op de voeten terecht te komen. Dit tot groot plezier van het uitzinnige publiek. Een publiek, wat waarschijnlijk niet wist dat deze onbekende Amerikaan in 2016 tijdens een trainingstocht hard op zijn hoofd is gevallen. Hij verbeet de pijn en fietste verder. Maar belandde enkele dagen later met zwaar hersenletsel in het ziekenhuis. Maanden en maanden verbleef hij in een kamer zonder licht, met zo min mogelijk geluid en een nog veel langere revalidatie volgde. Maar Ben is terug. Als crosser. En daar geniet hij meer van dan ooit, omdat hij weet dat hij ontsnapt is.

Wie niet ontsnapt is, is een andere Ben. Brute Ben. Eentje die van heavy metal muziek houdt, op een Harley naar de cross kwam, en volledig onder de tatoeages zijn rondes reed. Ben Berden uit Neeroeteren, met een nog altijd actieve supportersclub in Opoeteren, liep in januari 2005 tegen de doping lamp. Het buitenbeentje van het veldrijden, met meer metalen piercing in zijn lijf dan carbon op zijn fiets, bekende meteen en liet prompt een gigantische clownskop op zijn lijf tatoeëren. Een eigenzinnige man die nog jaren als cowboy in de Rocky Mountains woonde en wat crossen in de VS meepakte, bondscoach was van de Argentijnse vrouwen en de allereerste cross op Japanse bodem won. Een man die om vele redenen beroemd en berucht in het geheugen gegrift kan staan, maar wat mij betreft vooral gezien moet worden als de opperbaas van crossen in het zand.

Zowel in 2002 als 2003 wist hij op ruige wijze de grootmeesters van die tijd in het zand naar huis te rijden. Sven Nys, Richard Groenendaal en Erwin Vervecken bolden op geruime afstand van Brute Ben over de meet. Naast een beren conditie en de nodige stuur skills wist ben als geen ander om te gaan met de lastige omstandigheden. Hij krijg op de lopende stukken een net frissere cadans lekker rond, en door het mulle zand wist hij op lage cadans de druk op de pedalen en daarmee controle te behouden. Waar Lucky Luke sneller schiet dan zijn schaduw, schakelt brute Ben sneller dan zijn schaduw. Alsof hij een pact had gesloten met het parcours in Koksijde en net beter dan de rest zijn ritme en cadans wist te vinden. En zoals de donkere dagen van Ben wat donkerder waren dan die van de rest, zo was zijn cadans soms ook net wat lager, waardoor het wat moeizaam oogde. Maar altijd wist hij het ritme weer te vinden en snelheid in het leven te behouden. En juist op de stukken waar de rest ging zitten, ging Ben staan. Ben is Bruut en Ben is anders. Ben is en blijft voor mij een baas.

Vol ideeën van hoe mijn leven er ook uit had kunnen zien als ik iets meer ruige lef als Ben had gehad, schiet ik nog even naar buiten voordat de cross om 15.00 begint. Ik reken in de snoepwinkel nabij het spui mijn Engelse drop en kauwgom af. Ik doe het kleine aardbei kneed plakaat in mijn mond en na drie happen trekt mijn gezicht al scheef van de zoete smaak. Ik vouw de verpakking verder uit en zie daar een plakplaatje van de Big Ben. Dit is de symboliek die je wil hebben op een woensdag. Bij gebrek aan een bidon of kraan lik ik me scheel aan mijn eigen arm om daar de perfecte nep tatoeage op te krijgen. Na een waarschijnlijk ongemakkelijke scene voor de toevallige voorbijgangers vervolg ik met een opgestroopte mouw en voldaan gevoel mijn weg. Aangekomen bij de Kloveniersburgwal kom ik met mijn stadsfiets voor een rood-wit hek te staan, waarachter een zanderige straat helemaal open ligt…

Omleiding staat er…  Maar niet voor mij. Want vandaag ben ik Ben. En Ben is gemaakt voor zand.  Ik schakel naar de zwaarste van mijn 3 versnellingen, maak het geluid van een Harley en zoef in één wiebelige streep door het zand tot eigen vermaak, maar ook van de omstanders. Het gejuich van toeristen en bewoners lijkt luider te worden, de harstslag gaat omhoog en het einde van de zandstrook is in zicht. 30meter, 20, meter, 7 meter… en dan… BAM! Voorwiel scheef in het zand, over de kop en de rugtas vol open. In mijn val zie ik de courgettes en tomaatjes als een stads groentetuin verspreid liggen door het zand. Ik rol door, draai over mijn linkerschouder door een oude judo reflex en kom met beide benen staand in het zand terecht. Wat volgt is een schamel applaus van wat dronken Britten en wat gejoel van de DHL-bezorger. Iets wat ik met gepaste trots in ontvangst neem.

Heel even voelde ik me het iets minder kundige beperkte broertje van Ben Berden, maar het was het meer dan waard. Het levensritme draaien op een nét andere cadans werkt af en toe verfrissend. Heel even geen Boyd, maar een Brute Ben Baas.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen in het teken van cadans. Van lage cadans in de bergen tot hogere cadans op de baan, alles komt aan bod. En dat hoog en laag een relatief begrip zijn, maakt het leven van Ben wel duidelijk. We gaan komende week dan ook wat extremen in cadans opzoeken, om zo ons spectrum van mogelijkheden te vergroten en op iedere ondergrond uit de voeten te kunnen.

Recent Posts