Column: De Grijze Zone

 In WattCycling column

We leven allemaal met thema’s en gevoelens die wachten om aangeraakt te worden. Als filosofisch practicus, mislukte topsporter en bovenal professioneel levensgenieter is er weinig voor nodig om mijn aandacht uit koers te laten gaan. Afgelopen week waren het de woorden van Tom Dumoulin die voor een demarrage in het hoofd zorgden. Dumoulin had zich, in zijn eigen woorden, ‘traaggetraind’ met als gevolg dat hij zijn explosieve uithaal was verloren. Iets wat altijd een wapen is geweest. ‘’Ik heb best wel veel ritten gedaan waarin ik constant in de grijze zone aan het trainen was. Niet rustig, ook niet keihard, maar constant hard doorrijden. Je maximale prikkel wordt dan iets minder.’’ Een uitspraak gemaakt op luttele meters van het geboortehuis van Santos Gonzáles, wiens hematocrietwaardes alles behalve grijs waren. Zal er nog iets in de lucht hangen in Alicante?

Als ik aan een grijze zone denk, denk ik aan betrouwbaarheid. Aan veiligheid, degelijkheid, het kantoor van Jiskefet en nog veel meer termen die verre van sexy zijn. Tom Dumoulin was zijn laatste koersjaar bij Team Sunweb niet sexy. Hij had zich gevormd tot een soort grijs jongetje wat om 19.00 aan zijn ouders vraagt of hij alsjeblieft naar bed mag, om zich vervolgens naar een grijze kamer vol kussens, en veiligheidsbriefjes op puntige voorwerpen te begeven. Een jongen die ondergedompeld in bad zijn adem niet langer dan 30 seconden durft in te houden, omdat het einde anders wel heel dichtbij komt. Een jongen die bij een voorzichtige poging tot huppelen op zijn knie was gevallen, en daarin alles kon externaliseren wat hem niet aanstond. Een knie waar het grind al snel uit was, maar de klaagzang nog lang in rond zweerde. Kortom, een mens zoals we er al zoveel van kennen en eerder reden om de beeldbuis uit te zetten dan aan.

Mijn favoriete renners zijn kleurrijke renners. Figuurlijk, maar soms ook letterlijk in shirts die je aan Woodstock ’69 doen denken. Een type renner dat zich niet in het peloton verschanst, maar waar het peloton zich omheen vormt. Renners die niet bang zijn de man met de hamer tegen te komen of de scherven van hun handelen op te rapen. Ze dragen immers fietshandschoenen. Bij al mijn favoriete renners zit een steekje los. Het feit dat ze gek durven te zijn, maakt ze geniaal. Renners die het maken van koersplannen belangrijk vinden, maar het zich daar strak aan vast houden een stuk minder essentieel. Renners die verfrissend zijn in hun onbetrouwbaarheid, en het daarom de moeite waard maken om uren en uren naar de buis te turen, wachtend op het moment dat hun eigenaardigheden zich uitten in een zotte onvoorspelbare ontsnappingspoging die het peloton doet twijfelen hoeveel kilometer het nog is tot de finish.

Je zou kunnen zeggen dat mijn favoriete renners, net zoals mijn favoriete niet fietsende mensen, beseffen dat veel belemmeringen die je ervaart niet reëel zijn, maar vooral in je hoofd bestaan. We stoppen vaak met verbeteren, omdat we denken al tot het uiterste te zijn gegaan. We construeren veel van onze eigen problemen, bijvoorbeeld door vast te houden aan een ideaalbeeld dat we hebben. Een beeld wat voorkomt uit onze eigen werkelijkheid, waardoor we een probleem creëren wat er in veel gevallen niet eens is.
Dit zorgt er mede voor dat we stoppen met zoeken naar manieren om onszelf, ons werk, onze vaardigheden als wielrenner, tot aan onze wereld aan toe, te verbeteren. Maar wat nou als de top waarop we ons nu denken te bevinden hoogstens de top is van een lage heuvel? Een heuvel die ons in staat stelt om te zien dat er verderop nog een veel hogere en mooiere berg ligt om te beklimmen.

Samuele Marcora, als inspanningsfysioloog verbonden aan de Universiteit van Kent doet onderzoek naar de wisselwerking tussen fysieke grenzen en de grenzen tussen de oren. In diverse experimenten toonde hij aan dat wanneer we geloven dat we fysiek uitgeput zijn en opgeven, er in werkelijkheid nog een flinke reserve over is. Soms nog wel meer dan 50 procent!

Nu is het negeren van lichamelijke signalen tot het moment dat je van je Wattbike lazert niet de tip die ik wil meegeven, maar er zijn wel allerlei manieren omhanden om die reserves aan te boren. Beginnend bij aanmoedigingen door jezelf of anderen, plezierige of stimulerende muziek, of kennis van wat er mogelijk is (het record ademinhouden onder water staat momenteel op naam van free diver Branko Petrovic op 11 minuten en 54 seconden).

Wat gaat Tom Dumoulin doen op zoek naar zijn benen om weer het verschil te kunnen maken? Variëren! ‘’Ik moet af en toe iets intensiever gaan trainen, met intervallen en blokken. Het is niet nodig om de hele tijd volle bak te gaan, het moet meer zwart-wit worden. Meer variëren.’’ Het jongetje Dumoulin is weg. Er stond een man voor de camera. Een hongerige man wiens ogen meer fonkeling hebben dan het Mapei shirt van Paolo Bettini. 

Laten wij bij WattCycling in navolging van de gretige Dumoulin een week van gevarieerde trainingen inrijden vol intervallen en zwart-witte blokken. Tijd om de grijze zones uit het wiel te lossen richting een kleurrijk (fiets)leven!

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

 

 

Wil je ook trainen bij WattCycling, maar nog geen lid? Volgende week organiseren we ook veel leuke trainingenDoe een introductietraining en ervaar ook de meerwaarde van de WattCycling trainingen!

Recent Posts