De Onzichtbare Tegenstander (column)
Het is koers. En zoals een koers betaamt is het volstrekt onduidelijk hoe deze gaat lopen. Een organische strijd is in volle gang en het heeft er alle schijn van dat we ons opmaken voor een Bordeaux – Parijs 2.0. Een editie waarin we het niet op hoeven te nemen tegen de volhardende Hippolyte Aucouturier, het beulen tempo van Wim ‘Pontiac’ van Est of de longen van Monsieur Bordeaux – Paris, Herman van Springel. Dit is geen koers van renners onderling. Geen koers van sponsorbelangen en rivaliteit in het peloton. Dit is een koers van het hele (wieler)volk, inclusief publiek, tegen een onzichtbare tegenstander in de vorm van een virus.
Een virus dat niet eens een zelfstandig levend wezen is. Een wezen dat nota bene jouw klimmersbenen nodig heeft om voort te bestaan, en zijn dankbaarheid toont door je harder te laten vallen dan held Marco Pantani. Een onzichtbare tegenstander die wereldwijd meer schade kan aanrichten dan een samensmelting van Tadej Pocagar, Remco Evenepoel en Annemiek van Vleuten in een algemeen klassement. Het is een koers waarin we vooralsnog moedig voorwaarts gaan, maar waarheen?
Vanuit een huiselijke microkosmos is het makkelijk lezen, denken en schrijven, dus dat doe ik dan ook maar. De semi-quarantaine waarin we verkeren leent zich daar immers goed voor. Christus ging al in quarentyne waarin hij 40 dagen ging vasten en rond 1660 gingen voor de kust van Italië regelmatig schepen in quaranta giorno, wat letterlijk ‘ruimte van 40 dagen’ betekent, als er vermoedens waren van een ziekte aan boord. De maatschappelijke valpartijen waren in traditionele tijden en culturen aan de orde van de dag. De tragiek kwam zo snel, vaak en onherroepelijk dat men erop ingesteld was. Het was zoals het was en zoals het was, zou het altijd zijn. In het Spanje van de zeventiende eeuw droeg zo’n gevoel bij aan een besef van desengaño, letterlijk teleurstelling maar ook inzicht, loutering of wijsheid, omdat je weet dat het leven is zoals het is.
Vandaag de dag is het besef dat de mens het leven niet, of hoogstens deels in de hand heeft een lastige om mentaal te vatten. Veiligheid, zekerheid en maakbaarheid zijn begrippen die doorgaans vóór in het peloton fietsen en mensen lijken een broos geheugen te hebben als het aankomt op desengaño en leren van het verleden. Wat we graag zien, en zeker in crisis, is ons eigen wereldbeeld bevestigd. Dus waar de een iedereen zich netjes aan de regels ziet houden, ziet de ander meer gegroepeerde fietsers dan ooit, zonder helm, massaal naar het strand rijden, om daar op elkaars schoot de Ronde van Vlaanderen terug te kijken. Wat zie jij?
In de meeste gevallen zijn beide wereldbeelden van één en dezelfde persoon die op een drempel balanceert. Niet iedereen is volledig egoïstisch, niet iedereen is altijd altruïstisch. Naast de flexitariërs bestaan er nu simpelweg ook parttime hamsteraars die vanuit huis werken. De meeste mensen hebben namelijk beide impulsen, die door de huidige situatie alleen wat bloter komen te liggen dan normaal. Deze zichtbaarheid biedt ons de keuze om te kiezen welke impuls we het zwaarst laten wegen. Tom Dumoulin is van lead-out voor Marcel Kittel, via de impulsen van het tijdrijden, als klassementsrenner in het hooggebergte beland. Daar is een periode van zelfbevraging aan vooraf gegaan die ook voor niet topsporters cruciaal is. Zeker nu. Welke impuls onderdruk je, en welke voed je? Welke wil ik vanaf? Welke wil ik veranderen? Is er iets wat we moeten behouden uit deze periode? Wat moeten we koesteren?
Dit is het moment om dingen waar te nemen. Het ontblote beest recht in de ogen te kijken.
Mensen zijn daar van nature niet goed in, maar het leven werpt ons nu het ideale trainingsprogramma toe om hier mee te oefenen. De goed/kwaad – lijn loopt dwars door alle getrainde (fiets)harten en balanceert tussen stilzitten en een drempeltraining. Het is de onzichtbare tegenstander die de verschillen die er al zijn kan vergroten, maar ook bij kan dragen aan de hele boel weer herverdelen, waardoor na afloop de verschillen afnemen. En dat maakt een koers spannend. Uiteindelijk kies je zelf welke impuls je wil laten groeien. Bedenk, lees, schrijf, luister, spreek, ervaar en train de impuls die jij zwaarder wil laten wegen. Laten we bescheiden blijven in onze verwachtingen, maar ambitie tonen. Op en naast de fiets. Laat je dragen door een wind van juiste impulsen en breng het peloton als een ware wegkapitein op en over de drempel.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren