Krachtig verlangen (column)
Een stevige dagkoers tot enkele weken in het zadel begint bij een fiets, en gaat verder met behoeftes en noodzaken. Zoals de noodzaak om te trappen en wat te eten onderweg. Dan volgt de behoefte om wat te drinken. Zeker wanneer je kilometers stof hebt geïnhaleerd als je met de Strada Bianchi door Toscane zoeft. Samengenomen vullen allerlei zaken de behoeftes die je nodig hebt om een waardig fietsbestaan te onderhouden. Deze behoeften en begeerten kunnen, zij het tijdelijk, prima bevredigd worden.
Maar er schuilt tevens een minder bevredigbare behoefte in het peloton. Diep verstopt op de 10e rij, ergens tussen Peter Sagan en Vicenzo Nibali in. Een roep die net wat sterker is dan de andere behoeftes. Een roep vanuit de benen, vanuit het hoofd, of misschien wel recht uit het hart. Een roep om te willen demarreren en al het ‘tactische koersen’ het ravijn in te laten denderen. Een roep die vraagt om je teller uit te schakelen en net zo lang door te rijden tot het lactaat uit je oren spuit. Een roep om te breken met een leven dat op zich best aangenaam is.
Een roep die lijkt te appelleren aan iets dat altijd al in ons aanwezig was, dat ons hele wezen in de ban houdt, en het vermogen heeft om ons hele bestaan in een ander vernieuwt licht te zien. Een roep zo krachtig dat we nog in dat moment besluiten dat alles anders kan, en alles anders moet. Dat we bereid zijn te breken met onze dagelijkse routine, baan, relatie of orders van de ploegleider. We durven onszelf letterlijk op het spel te zetten bij deze roep… De roep van het verlangen.
Waar honger gestild kan worden, dorst gelest en een nieuwe fiets in de behoefte aan veiligheid en geborgenheid kan voorzien, is het verlangen nooit gedoofd. Verlangen gaat verder, dieper en harder. Het verlangen is een honger die nooit verdwijnt. Daarmee is het aan de ene kant een onuitputtelijke bron van energie, maar aan de andere kant een immer aanwezig risico op gevaar. Het verlangen wordt pas krachtig wanneer er in de juiste mate mee gesmeten wordt. De kunst is er zó mee om te gaan dat het inspireert en richting geeft aan je handelen en keuzes, zonder in het eindeloos en rusteloos najagen van de etappezeges en de laatste nieuwe trends te vervallen.
Wie werkelijk gebruik van de kracht van het verlangen wil maken moet zich durven overgeven. Verlangen spoort namelijk aan tot verandering, maar wel een verandering die we waarschijnlijk nooit zullen bezitten, aftikken, behalen of hebben. Want hoe graag we dat ook willen, het lukt vaker niet dan wel. En als het ons lukt, verlangen we doorgaans alweer iets anders.
De kunst van het verlangen is dus streven naar het oneindige onbereikbare verlangen, en toch de hoop op vervulling behouden. Om precies te handelen in het licht van goed kopmanschap, zonder de lichtbron te willen bezitten. Om dat voor elkaar te krijgen lijkt het me een goede zaak om er op gespitst te zijn dat aan ieder concreet verlangen altijd iets ontsnapt. Dat het verlangen nooit helemaal volmaakt zal zijn. De voorbeelden op de weg zijn legio waar we een ‘overvloed’ aan lichaamsgewicht en mooie fietsspullen zien rondrijden met een ‘gebrek’ aan stuurmanskunsten en conditie. Die vruchtbare spanning ertussenin is voor mij een mooi voorbeeld van het fietsverlangen waar toch enkele watts weten te ontsnappen.
Er is geen legale roes die zo krachtig is als de roes van het eigen verlangen. Wanneer we verlangen, zien we onze eigen (on)kunde in een nieuw daglicht en ervaren we des te beter hoe open en onvoorspelbaar de toekomst is. Deze verlangens krijgen hun kracht wanneer ze van ‘blinde passie’ omgebogen worden tot een gekanaliseerde zelf overstijgende vorm. Een vorm waarin gemoedrust, innerlijke vrijheid en bevrijdende berusting de boventoon voeren. Wanneer je dan voor de 211e keer hetzelfde rondje in Noord Holland rijdt, je je opeens weer 16 en verlieft voelt. Het blijft een samenspel tussen handelen/kiezen versus toeval/willekeur om iets na te streven dat je nooit helemaal gaat bereiken. Maar het is het meer dan waard.
De toekomst van het koersen en wielrennen krabbelt langzaam op, maar berust nog altijd op los gravel, grind en plannen zo chaotisch als een waaieretappe. Het enige wat wij kunnen doen is ons overgeven aan het verlangen, en zorgen dat we goed zijn als het weer kan. Maar zonder het stuur helemaal los te laten. En daar is kracht voor nodig.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren