Tijd voor een collectief ritme (column)
Ik heb overwogen deze column blanco in te dienen: gezien de huidige schaarste aan toiletpapier had ik daar misschien wat mensen een dienst mee kunnen bewijzen. Een leeg blad zou ook symbool kunnen staan voor de wielerkalender, de winkelschappen of de leegte die hier en daar gevoeld wordt. Alsof de wereld even stevig in de vers afgestelde schijfremmen knijpt. Ik ben verre van expert op welk gebied dan ook, maar genoeg onder de mensen om te zien dat huidige omstandigheden als een stok tussen de spaken zijn en menig routine, droom of plan abrupt tot stilstand brengt.
Waar de een net genoeg moraal heeft om te gaan Netflixen, komt bij de ander een zeldzaam solidariteitsgevoel bovendrijven. Waar boks- en UFC events worden afgelast zijn lieve kusjes, high-fives en de paal in het gangpad van de metro vasthouden de nieuwe extreme sports. Wielrenners zien doelen verdwijnen als lucht uit een langzaam leeglopende binnenband en hartverwarmende applauzen, liederen en initiatieven schallen en knallen als een Oliver Naesen over straat.
Zoals een onwennig peloton tijdens de eerste voorjaarskoers is het nu zoeken naar een collectief ritme. Waar we normaal niet aan dingen toekomen omdat we te weinig tijd hebben en reikhalzend uitkijken naar een onbetaald verlof, vakantie, wereldreis, ontslag of pensioen zitten we nu noodgedwongen in een sabbatical. Met gesloten grenzen, (sport)scholen, musea en cafés lijkt het alsof we nu gratis uren in de schoot geworpen krijgen, maar hoe vullen we die in?
Tijd krijgt pas zin en betekenis als deze wordt gestructureerd door een ritme, met terugkerende motieven en een herkenbare maat. De Tour de France of een verjaardag bijvoorbeeld, krijgt betekenis omdat die ieder jaar terugkeert. Zou je veel vaker jarig zijn, of op onvoorspelbare dagen, dan zou die verjaardag in feite niet veel meer te zeggen hebben. Hetzelfde geldt voor een werkweek: het ritme van de werkweek is herkenbaar aan vergaderingen en afspraken, en aan terugkerende rustdagen.
Collectieve ritmes, routines en vaste tijdspatronen helpen het individu om het leven als zinvol te ervaren – of eigenlijk om te zorgen dat die vraag niet opkomt. De vraag of iets zinvol is om te doen hoeft niet gesteld te worden als er een vaste tijdsordening is. Het staat niet ter discussie dat er ’s ochtends koffie wordt gedronken en dat er rond het avonduur, net voor of na de WattCycling training, eten op tafel moet staan.
Tijdens de hoogtij dagen van Eddy Merckx waren alle winkels na zessen gesloten, hadden kinderen van twaalf tot half twee pauze, zat het werk er na vijven op, zond de televisie alleen ’s avonds uit, had iedereen tegelijkertijd schoolvakantie en was op zondag alles dicht. Een duidelijk ritme waar Eddy zijn cadans wel in kon vinden.
Op dit moment is er weinig meer over van de collectieve ritmes. Is het niet de individualisering, secularisering of commercialisering dan zijn het wel wereldwijde virus-maatregelen die voor collectieve ontregeling zorgen. Bij een (gedwongen) sabbatical, zoals we dat nu ondervinden, valt het ritme niet alleen collectief, maar soms helemaal weg.
En als de vastigheid van gemeenschappelijke ritmes wegvalt, moeten we over elk tijdstip nadenken. Wat is het juiste moment om op te staan, te werken, een kind naar bed te brengen, te sporten of aandacht aan anderen te geven zonder te dichtbij te komen?
Het tijdstip, de frequentie en de duur van alle activiteiten zijn verworden tot een keuzemoment. Maar hoe kies je als er keuzes te over zijn?
Dankzij de 24-uurs-en-7-dagen-per-week-economie kan bijna ieder individu de thuiswerktijd naar eigen voorkeur indelen en via tien verschillende keuzes contact zoeken met collega’s. Ik kan van ’s ochtends acht uur tot ’s avonds tien uur dubben over wat het goede moment is om boodschappen te doen. Als ik er dan nog niet uit ben, kan ik nog naar de avondwinkel of tot ver na middernacht piekeren en bestellen bij thuisbezorgd.
Nu is het niet de beslissende baas, de ‘afstemming’ met collega’s of een oeverloos overleg over ieders indeling van ‘zijn of haar’ tijd die het ritme bepaalt, maar jij bent zelf eindverantwoordelijke voor je keuze binnen de gestelde kaders. En dat is een hele taak.
We stoppen onszelf vol met kennis, maar weten nauwelijks met ons grootste goed om te gaan; tijd. Zelfs de rijkste, gezondste, slimste persoon op aarde kan tijd niet maken of kopen. Nu ‘krijgen’ we het, omdat feestjes, meetings en voorjaarsklassiekers niet doorgaan en weten we er lastig mee om te gaan. En als je niet in slaagt om een nieuw ritme te vinden, dan blijven de uren letterlijk leeg. Ze kruipen gedachteloos voorbij, terwijl aan het einde van de dag de uren voorbij zijn gevlogen, omdat je tot niets bent gekomen…
Filosoof Hannah Arendt wees er in de jaren zeventig al op dat gedachteloosheid onze maatschappij het meest bedreigt. Door voortdurend te produceren en te consumeren zouden we nooit tijd hebben om stil te staan of vergeten hoe dat zou moeten. Ze waarschuwde dat we ervoor moeten oppassen geen ‘animal laborans’ – werkend dier – te worden. Haar oproep lijkt relevanter dan ooit.
Er ligt een grote, deels onzekere, uitdaging voor ons. Het is aan ons om daar een ritmische social ride van te maken en geen waaier etappe of afvalrace. Nu het collectieve ritme ontbreekt, ontstaat er ook ruimte om er vraagtekens bij te zetten. Is dan rennen van meeting naar meeting nou wel nodig? Moet ik wel naar het café om genegenheid te voelen? Er is een schat aan ruimte voor rust, reflectie, creativiteit en solidariteit. En de beste dag om te beginnen is altijd vandaag.
Gebruik de tijd voor het bouwen aan een heroverwogen collectief ritme, zij het op gepaste afstand van elkaar. Een ritme van gedachtevolheid, levenslust en collectief welzijn als een symbool in een tijd waarin we het vooral zelf moeten uitzoeken. Het dagelijks leven is momenteel een onzeker intervallig bestaan, waarin fietsen nog altijd een belangrijke bijzaak vervult.
Om in de woorden van de Italiaanse premier Giuseppe Conte te spreken: ‘’Laten we vandaag op afstand blijven, om elkaar morgen nog sterker te omarmen.’’ Hou de moed erin, de cadans hoog, en het ritme strak.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
De WattCycling column delen met je (fietsen)vrienden vinden we altijd leuk!