Toevallige Campionissimo (column)
Een van de weinige dingen die, naast wattage-, en hartslag zones, structuur aanbrengt in het leven is ironisch genoeg toeval. Het vergt enige oefening om het toeval als toeval te herkennen, maar het is er altijd en overal. En mocht het al lukken toeval te herkennen staan er nuchtere kansberekenaars klaar vol AI (Artificial intelligence) en big data tools om ons statistisch te wijzen op termen van onwaarschijnlijkheid. Maar is dat wel hetzelfde? Laat de betekenis van toeval zich überhaupt vangen? Is een bizarre ontmoeting met Jose Manuel Fuente echt zo verbluffend of is het niets meer dan een statistisch gezien matig verbluffende samenloop van omstandigheden die hoogst voorspelbaar is en onvermijdelijk zal plaatsvinden? Waar enerzijds alle middelen worden ingezet om toeval te ontmaskeren en verbannen, wordt het anderzijds gezien als structuurelement in leven en denken. Iedere droge periode in Australië zijn er weer meer en meer mensen die een regendans uitvoeren in de hoop op wat druppels.
Toeval kan verblinden en misleiden, maar ook doen verleiden, inspireren en verwonderen. Dus hoe kunnen we de toevalligheid van een gebeurtenis op waarde schatten, zonder gelijk in bovennatuurlijke betekenissen, samenzweringen of statistieken en kansberekening te vervallen?
Om de schoonheid van de wielersport nog beter te ervaren is het fijn een hybride definitie van toeval aan te nemen. Een definitie waarin toeval verschillende bestandsdelen bevat die elk bijdragen aan de mate waarin we een gebeurtenis als toevallig beschouwen. Dat we ons beseffen met welk gemak dingen anders hadden kunnen lopen. Getallen zijn mooi, soms belangrijk en soms treffend. Maar wie toeval wil begrijpen heeft aan getallen niet genoeg. Gebeurtenissen die dezelfde mate van onwaarschijnlijkheid hebben, zijn daarmee namelijk nog niet even toevallig. En hoe onwaarschijnlijk ze zijn, hangt er maar net vanaf hoe wij onze statistische parameters afstellen. Om toeval een kans te geven, moeten we verder kijken dan haar statistische betekenis.
Verder is in dit geval verder terug, naar 1987 om precies te zijn. Wie Milaan – San Remo wint is voor altijd een held in Italië. Wie ook nog eens de Tirreno – Adriatico op zijn palmares heeft staan is meer dan een held. Dan behoor je tot een select gezelschap die overal op straat herkend zal worden. Dit illustere gezelschap luistert naar de namen; De Vlaeminck, Saronni, Moser, Fondriest, Furlan, Bettini, Freire, Pozzato, Cancellara en… Erich Maechler. Wie? Erich Maechler. Tegenwoordig fietshandelaar in Kriens, aan de voet van de Pilatus berg nabij Luzern. Een allesbehalve lucratieve business waar hij wat reparaties uitvoert en hier en daar een Maechler-sticker plakt op een verkochte racefiets. Een relatief kleine zaak waar Erich nog niet half de heldenstatus heeft van Livio Wenger. Een andere te gekke kerel die ook niemand kent.
Op een vrijdag avond in 1987 zit Erich thuis op de bank een boek te lezen. Milaan – San Remo zit er voor hem niet in. Voor Italianen is dit namelijk misschien wel de belangrijkste koers van het seizoen en krijgen dus altijd voorrang. Zo ook bij Erich’s ploeg Carrera. Een weergaloze ploeg met Guido Bontempi, Claudio Chiapucci, Roberto Visenti en Andrea Tafi. Onder bezielende leiding van niemand minder dan Davide Boifava. Daarover meer tijdens de Trofeo Barracchi training. Met deze Italianen, en later ook Johan van der Velde, Stephen Roche, Marco Pantani en de mooiste naam in het peloton Djamolidin Abdoesjaprarov, als renners een geduchte ploeg in die tijd.
Die vrijdagavond wordt Erich gebeld, er is iemand ziek. Hij mag de volgende dag als enige niet Italiaan in de ploeg starten. Hij pakt, nadat hij heeft opgehangen, want er waren nog geen draadloze telefoons, vliegensvlug zijn spullen en nog geen 24 uur later is de simpele helper van de Italiaanse sterren plotseling zelf een campionissimo. Een toevallige campionissimo. In vijf of zes zinnen schetst hij het wedstrijdverloop voor de toegesnelde journalisten bij de finish in San Remo. Meerde malen rollen de woorden coincidenza, zufall, dubbio als een winegum van Peter Sagan, over zijn lippen.
Hij wilde even uit het gedrang van het peloton waardoor hij wat van voren ging zitten en zat bij toeval in de vroege kopgroep. Hoewel dat eigenlijk een klus was voor zijn ploegmaat, maar die had bij toeval zijn bidon laten vallen en moest een nieuwe ophalen. Op de Cipressa rijdt hij met Alan Peiper omhoog, waarbij er een steentje tegen zijn schakelapparaat tikt en zijn lichtste verzet niet meer lekker loopt. Bij de beklimming van de Poggio stond hij dus bij toeval een tandje zwaarder, reed daarmee weg bij Peiper en kwam alleen aan in San Remo. Zo toevallig kan het lopen.
Komende week staan er verschillende koersen op het programma bij WattCycling. Van Milaan – San Remo tot de Ronde van Lombardije. Naast je persoonlijke wattage en hartslag zones is er nog één ding zeker, en dat is dat er altijd toeval zal zitten in een koers. Omarm het, geniet ervan en demarreer weg van de waarschijnlijkheid. Kroon jezelf tot toevallige kampioen.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren