Zwijgzaam beton (column)
Je bent pas renner, als je de Tour hebt uitgereden hoor je wel eens zeggen. Op het eerste oog lijkt alleen cultheld Kenny van Hummel deze dans te hebben ontsprongen. Bestempeld door L’Equipe als de slechtste klimmer ooit weet hij, in tegenstelling tot de slotetappe in Parijs, nog in menig wielerquiz de eindlijst te halen. Een titel waar hij zelf nog het hardst om kan lachen. Het record der records, als het gaat om het niet halen van Parijs, is er een van de buitencategorie en in Estse handen.
Er is niemand die zo vaak opgaf in de Tour de France. Maar liefst twaalf (!) keer stond Jaan Kirsipuu aan de start, maar nooit zou hij over de Avenue des Champs- Élysées denderen. Tweemaal kwam hij buiten de tijd binnen en 10x gaf hij er zelf de brui aan. Het was eind jaren 90’ dan ook een vertrouwd beeld. Zodra de eerste hoogtemeters hoger dan een stoeprand of drempel opdoemden, was het een kwestie van tijd voordat in beeld werd gebracht hoe een geblokte Est zich in de ploegleidersauto wurmde. Bij het eerste vleugje ijle lucht wist je hoe laat het was. Geen pech, geen ziekte… maar gewoon geen klimmerslichaam.
Geboren uit de combinatie van een stoomwals en een pistenbully kwam Jaan in 1969 ter wereld in Tartu. Met stalen Sovjet frames als speen en creatine als borstvoeding groeide hij al snel uit naar een mastodont op twee wielen. Met 90kg schoon aan de haak, waarvan 75kg aan been, een verschijning waar Francis Ngannou en Rico Verhoeven zich voor zouden verstoppen in de kast. Ik hoorde voor het eerst van Jaan toen ik vernam dat hij met een versterkte stuurpen rondreed, omdat hij deze anders in de sprint kapot zou trekken en gebruiken als tandenstoker om de restjes van het verwoeste peloton tussen zijn tanden weg te peuteren. Want Jaan was een machtig sprinter, en een absolute winnaar.
Hij wist als geen ander zijn energie te bundelen om daar goed in te zijn; Sprinten en winnen. Sprinten sprinten en nog eens sprinten. Dag in dag uit. Zelfs eten en plassen deed hij snel en krachtig. En niet zonder succes. Hij wist in de Tour vier keer te winnen, reed zes dagen in het geel en wist in zijn carrière in totaal 130 overwinningen te boeken. Ieder jaar wel goed voor zeven à acht overwinningen was Jaan een gewaardeerde en stille kracht in het peloton.
Want stil is Jaan. Na elf jaar bij AG2R wisten zijn ploeggenoten en ploegleiders nauwelijks iets van de Est. Ze namen hem daardoor minder serieus, waardoor zijn onzekerheid groeide, en hij nog stiller werd. Dit groeide zo ver door dat het verhaal gaat dat Jaan Kirsipuu in zijn laatste jaar volledig heeft gezwegen. Maar het concept is altijd blijven werken. De ploeg rijdt Jaan naar de finale van de koers en Jaan maakt het af. De beelden zijn om te smullen. Een helmpje half op zijn hoofd alsof hij hem voor het eerst op zijn hoofd zet. Qua omvang en techniek had het alles weg van een rugbyer die per ongeluk op een fiets terecht was gekomen. Maar zodra de streep in zicht kwam en er sprake was van een massasprint, stond er geen maat op Jaan. Hij trok zijn tandwielen letterlijk krom, brieste en proestte de aerosolen tot zeker de 10e het publiek in. Menigmaal stond hij vooraan op de finishfoto. In de kolossale schaduw van Jaan konden gerust vier mede sprinters, een hotdog kraam en twee ploegbussen wegvallen, dus je wist nooit zeker hoe dik hij had gewonnen.
Eenmaal over de finishlijn begon het stilzwijgen weer en was het opladen voor de volgende sprint. In de nadagen van zijn carrière pakte hij nog de nodige overwinningen mee bij exotische koersen in Marokko, Kameroen en Japan voordat hij, geheel in passende stijl, in stilte naar de achtergrond verdween. Een zwijgzame gigant die Parijs nooit zou halen, maar daar zelf geen nacht slecht van zou slapen. In een wereld waarin mensen steeds meer dingen denken te moeten, en het liefst ook in steeds minder tijd, hield Jaan zich bij zijn leest. Sprinten en winnen.
Iedere keer als ik ergens op een bouwplaats of bij een wegversperring een blok beton zie liggen denk ik even aan Jaan. Een blok zwijgzaam beton. Van de buitencategorie welteverstaan. Prima op zijn plek. Zolang het maar niet omhoog hoeft.
Komende week staan de WattCycling trainingen in het teken van de Tour de France. Of je nu een klimmer, een sprinter of toch meer een allrounder bent die voor het eindklassement gaat; het kan allemaal! Kijk in het rooster en etaleer jouw specifieke klasse bij een van de trainingen.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren