De eerste winnaar die nooit won
Sinds 1966 ligt de Amstel Gold Race ingesloten tussen de Belgische en Duitse grens. Af en toe gaat het parcours een grensmuur van Limburgse vlaaien over, maar welke lus je ook hoe rijdt, deze draai- en slingerkoers stuurt je altijd richting de Cauberg. Een bierklassieker tussen de brouwerijen en abdijen die maar liefst vijfmaal werd gewonnen door de zwijgende legende Jan Raas. Een specialist in het uitdelen van tikken op en van de fiets. In totaal prijken er 18 Nederlandse renners op de erelijst van deze enige echte Nederlandse wielerklassieker. Maar het had weinig gescheeld of het waren er 19 geweest… lees verder!
Zo nu en dan komt wat goed is ook snel. Dit gaat op voor onder andere Tom Piddock, Mauri Vansevenant, Ide Schelling en de reputatie van de Strade Bianchi. Laten we hier het feit dat de Amstel Gold Race doorgaat aan toevoegen. Zij het in de vorm van een lokale snelle omloop van 17km zo tussen Valkenburg en Maastricht in. Maar koers is koers, tenzij het niet zo is. Maar dan is het altijd nog omgekeerd evenredig gelijk aan het tegenovergestelde. Het blijft in ieder geval polarview verantwoord trappen, zonder garantie dat je ergens boven of beneden de ranglijsten uitkomt. Zou Escher een beetje klimmers kuiten hebben gehad of juist een goede supertuckende daler zijn geweest? Laten we het gewoon buisdalen noemen trouwens. Anders betalen we voor dat we het doorhebben onze boodschappen tijdens een Live offline Zoomless meeting met de Accountmanager Assembly Line van de foodstuff afdeling. Terug naar de koers.
Iedere ronde zullen de Geulhemmerberg, Bemelerberg en Cauberg worden getrotseerd. Als iets nationaal en een klassieker is dan bestier, bestijg of beklim je het niet namelijk, en je ragt jezelf al helemaal geen weg naar boven. Je trotseert het. Het liefst met genot. Iets wat ook opgaat voor het herstelbiertje na de koers. Enfin, wederom terug naar de koers. Met slechts 10 Nederlanders aan de start, merendeels in een knechtenjasje gestoken, lijkt een 19e overwinning van eigen bodem ver weg. Al had deze er eigenlijk al moeten zijn…
De in Heerlen geboren en getogen renner Jan Hugens heeft tijdens de eerste uitgave van deze koers de kans gehad zichzelf met eeuwige roem te belonen, ware het niet dat hij op 150 meters bier van de eindstreep strandde met pech. Op 30 april 1966 stak Jan Hugens er met kop en schouders bovenuit in de 302 kilometer lange Amstel Gold Race. Als een volleerd tijdrijder rijdt hij eigenhandig een gat van dik twee minuten dicht om zich bij de koplopers en tevens ploeggenoten Bernard Vanderkerckhove en de Fransman Jean Stablinski te voegen. Dat terwijl hij al geruime tijd als een Tim Declerq het tempo op kop van het peloton heeft aangevoerd.
Zijn kopman Anquetil dobbert ergens als een vlokje schuim op een zuur biertje zonder koolzuur in het peloton. Jacques voelt zich geflikt door de organisatie, van wie hij pas kort voor de start te horen had gekregen dat de koers langer dan de afgesproken 260km was. Deze 40km extra komen hem niet lekker uit, omdat twee dagen later Luik-Bastenaken-Luik al op het programma staat. Met concurrent Peter Post in het wiel en twee ploegmaats in de vlucht kan Jan Hugens onmogelijk reageren. Gelukkig ziet ploegleider Raymond Louviot dat de Nederlander zweeft die dag. Waar Jan Hugens in het dagelijkse leven betonvlechter is en voor stabiele funderingen zorgt, zijn z’n benen die dag een fundering voor misschien wel de grootste overwinning uit zijn carrière. Vlak voor de eerste kuitenbijter krijgt hij te horen dat hij ervoor mag gaan, mits niemand in zijn wiel meegaat. Op de eerste steile helling is Jan, als een pluisje van een paardebloem op een lentebriesje, vertrokken met de wind.
Op slechts 5 a 6 km van de meet, in de schaduw van het plaatsnaambord van Meerssen, voegt Jan zich bij het duo van voren. Een 1,2,3 voor de Ford – Hutchinson is in de maak, alleen de volgorde moest nog beslecht worden. Hugens is verbluffend genoeg nog fris, schakelt op zijn 6-tandige cassette iets verder naar buiten en gaat staan op de pedalen. Hij knalt als een versnelde carnavalskraker naar voren en de driemans polonaise knalt onmiddellijk uiteen. De anderen proberen het na enkele meters zelfs niet meer en capituleren. Hugens schakelt nog eens bij…en de ketting slaat bast tussen het kleinste tandwiel achter en de achtervork. Terwijl hij gedurende de wedstrijd misschien wel negenenzestig keer van versnelling is gewisseld zit de ketting nu muur en muurvast. Met zijn aandrijfsysteem volledig geblokkeerd rolt hij richting de streep terwijl Vandekerckhove en winnaar Stablinski hem links en rechts voorbij vliegen. De zege die al in zijn merino wollen achterzak leek te zitten, werd hem voor zijn eigen ogen, op zijn eigen grond, voor zijn eigen volk afgenomen door mechanisch falen.
Pech en tegenslag bleven de gehele carrière van in de slipstream van Hugens hangen. Maar liefst 14 maal zou pech of malheur zijn overwinningskansen vroegtijdig om zeep helpen. Met vele driftbuien, sloopwerk uit frustratie en materiaalkosten voor zijn trouwe fans en mechanieker tot gevolg. Jan zelf deerde het minder en hij had zich al iets meer neergelegd bij idee dat hij geboren zou zijn voor het ongeluk. Jan stapte iedere keer weer op een nieuwe fiets, om te kunnen doen wat hij het liefste deed: koersen.
Een jaar later won Arie den Hartog als eerste Nederlander de Amstel Gold Race. Een renner die in 1965 samen met Jan Hugens mijn favoriete koers, de Trofeo Barrachi, startte. Jan de uitstekende tijdrijder en Arie, kersverse winnaar van Milaan – San Remo, in de vorm van zijn leven. Een andere optie dan winnen was er eigenlijk niet. Totdat na enkele tientallen kilometers blijkt dat Arie nauwelijks het wiel van Jan kon houden. Arie heeft het er na Milaan – San Remo goed van genomen en zijn lichaam gevuld met limoncello en alcoholische druivensap. Jan mag het voor het merendeel het vuile werk opknappen en ze finishen net buiten het podium. Wie wonnen er wel? Jacques Anquetil (die Luik-Bastenaken-Luik zou winnen in 66’) samen met Jean Stablinski.
Jan Hugens zou nog één jaar koersen alvorens hij terugging naar het vlechten van beton. Later zou hij nog conciërge op een school worden alvorens in het dorpje Amstenrade, vlak bij de Cauberg, zijn laatste adem te blazen. Hij heeft mede door pech en tegenslag nooit aan de hoge verwachtingen van zijn vele aanhangers in de provincie kunnen doen. Maar opgeven deed hij nooit. Hij bleef doorzetten, hij bleef gaan, hij bleef liefhebben. En dat… is misschien wel het belangrijkste aan de koers.
Met nog weinig versoepelende maatregelen zijn wij aangewezen op onze eigen liefhebberij en de buitentrainingen van WattCycling. Geniet van de enige klassieker die ons land rijk is en kruip wanneer het even kan zelf lekker in het zadel. Want soms zit het mee, soms zit het tegen, maar bij twijfel altijd gaan bewegen. We hebben het er maar mee te doen. Het is misschien even schakelen, maar dat gaat meestal goed. En liefhebben kan altijd. Vraag maar aan Jan.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren