De Kreet van Opluchting

 In WattCycling column

Het blijft een merkwaardig spektakel: sprintetappes in de Tour de France. Aan het begin van de rit heeft iedereen er zin in. En aan het einde van de rit is er één iemand met wat verdwaalde lead-out mannen in opperbeste stemming, terwijl de resterende 95% van het peloton half depressief letterlijk en figuurlijk de wonden likt in een omgebouwde touringbus. Als ik met 9 maten een avondje op stap zou gaan waarvan er één of twee de avond van hun leven hebben en al dan niet met een rondemiss naar huis gaan, en het voor de rest van de groep uitloopt op teleurstelling van jewelste… Dan zou ik dat toch geen geslaagde avond noemen. Sterker nog, als ik dit van tevoren had geweten, was ik misschien wel liever thuisgebleven om de Avondetappe te kijken. Of snijden we de bocht hier misschien toch iets te kort aan en is er meer in het spel? Lees verder

Het mooie van aan het werk zijn in het weekend is dat je jezelf dan doordeweeks zonder schuldgevoel op een weekend momentje kan trakteren. Afgelopen dinsdag was zo’n moment. Met nog ruim 70km asfalt tot de finish in Fougères te bestieren had ik zomaar een klein uur aan vrije nutteloosheid. De helikopter brachten oogstrelende beelden van het pittoreske stadje met prachtige eeuwenoude intact gebleven huizen, geplaveide straten en een van de grootste middeleeuwse forten van Europa. Het gebied is gelegen op beide oevers van de rivier de Nançon en wordt omgeven door talloze moerassen, waardoor het vrijwel onmogelijk was om er oorlog te voeren. Al is vrijwel niet helemaal. Het was er in 2015 voor het laatst oorlog toen de Mark ‘the Manx Missile’ Cavendish werd afgevuurd en Andre Greipel en Peter Sagan daarmee liet ontploffen.

Met nog genoeg tijd tot de apotheose besloot ik er een boek bij te pakken. Via denksporter Tim Fransen ben ik bij tot het einde der tijden van de Amerikaanse natuurkundige Brian Green terecht gekomen. Een waanzinnig boek waarin hij zijn perspectief loslaat op de betekenis van dit alles, het bestaan, de kosmos, maar ook over de mogelijke uiteen spatting van dit universum.

Ja, je leest het goed. Uiteen spatting van dit universum. Een mysterieuze kracht die ook wel donkere energie wordt genoemd is een soort zwaartekracht wat afstoot in plaats van aantrekt. Deze energie zou verantwoordelijk zijn voor het uitdijen van het heelal. En nu komt het: Mocht deze energie sterker zijn dan de krachten die alles bij elkaar houden dan is alles van mensen en organismen tot planeten en sterren de pineut. Om in de soepele woorden van Greene te spreken: ‘Je zwelt op en scheurt uiteindelijk in stukken net als alles en iedereen’… Nu heb ik aan het einde van een Wattbike training die ik in stijl wilde afsprinten echt wel eens het idee gehad dat mijn bovenbenen zouden openspringen, maar dit scenario, ook wel de Big Rip genoemd, is wel een gevalletje van toep over toep.

Klinkt allemaal wat onheilspellend, maar het goede nieuws is dat dit niet het meest waarschijnlijke scenario is (al zijn de anderen niet veel beter), en het nog om en nabij tachtig miljard jaar zal duren voor dit het geval zou zijn. Er is dus nog genoeg tijd voor Pogacar en Evenepoel om allebei 7x de Tour de France te winnen, Van der Poel kan zich gerust plaatsen voor de Olympische spelen van 2032 op 17 verschillende disciplines (en overal medaillekandidaat zijn) en Alejandro Valverde kan tot minimaal zijn 74e blijven koersen in het peloton.

Eenmaal het boek terzijde geschoven en mijn blik gericht op de vorming van sprinttreinen in de laatste 20 kilometer lieten deze scenario’s me toch niet helemaal los. Wat zijn we nou eigenlijk aan het doen? Vanuit een kosmisch perspectief is het zo duidelijk dat we allemaal in hetzelfde schuitje van het peloton rijden. Dat we slechts een nietig volkje mensen zijn in een oceaan van ruimte die we aarde noemen, en ook allemaal maar wat doen. Is het dan niet ongelofelijk zonde als we in datzelfde schuitje ervoor kiezen de strijd met elkaar aan te gaan? Dat we activiteiten als de Tour de France organiseren waarbij een klein gedeelte blij is en dit meestal ten koste gaat van de anderen?

Kunnen we niet iets bedenken dat voor iedereen leuk is? Of evenementen organiseren waarbij iedereen een winnaar is? Dit zou de Nijmeegse vierdaagse tot een evenement maken dat zijn tijd ver vooruit is. Dan kunnen de VAR en fotofinish afgeschaft worden en hoeven we niet meer naar de mening van Johan Derksen over Frank de Boer te luisteren. Want ieder potje zou dan een gelijkspel worden en na de wedstrijd pakken we samen met de Tsjechen een terrasje. Vertwijfeld en onwetend over wat wijsheid is richtte ik mijn blik weer op scherm.

Daar keek ik recht in de bloeddoorlopen ogen van fervent hardrijder Brent van Moer. Op zijn Cancellara’s keerde hij zijn longen binnenstebuiten in de hoop het peloton voor te blijven. De hele dag had hij voorop gereden, zijn voorsprong was meer dan 3 minuten geweest, en op 225m van de finish waren daar nog een luttele 4 seconden van over. Het peloton denderde als een oververhitte stoomwals tegen de 70km per uur op zijn achterwiel af en waar Brent van Moer kort geleden nog de verpersoonlijking van snelheid leek te zijn, lijkt hij nu in slow motion stil te vallen. De weg buigt iets af met een flauwe bocht naar rechts voor de laatste 150m. Brent van Moer wordt vakkundig opgeslokt door de donkerblauwe energie van Alpecin-Fenix lead out Tim Merlier. Nog 125m. En dan, dwars door het midden in de ideale lijn is hij ineens daar …

Zijn verzet op 54-11, zijn benen op het punt om uit elkaar te rippen, maar daar trek de Cav zich niets van aan. Cannonball Cav, de Manx Missile, erop, erover, en dwars door de geluidsbarrière heen. Het is Mark Cavendish die 5 jaar na zijn laatste overwinning als eerste over de meet komt. Hij slaat de handen voor de ogen en legt ze daarna van ongeloof op de helm. Met het hart bonzend in de keel probeer ik de afstandsbediening tussen de kussens van de bank vandaan te trekken om het volume iets op te schroeven als ik het geluid plots hoor…

Het diepe overslaande geluid. Uit de diepste krochten van deze kosmos. Een kreet zoals ik hem voor het laatst hoorde toen Mathieu van der Poel de Amstel Gold Race won. Één kreet met zoveel vrijkomende krachten, energie en opluchting dat de Big Rip van angst nog wat miljarden jaren langer op zich laat wachten.

De man die vorig jaar huilend boven zijn fiets hing op een aftandse parkeerplaats in België omdat hij zich realiseerde dat dit wel eens zijn laatste rit als profrenner kon zijn, terwijl hij nog helemaal niet klaar was met de sport. De man met meer dan 20 zeges in de Ronde van Italië en Spanje. De man die 4 jaar op rij minstens 4 etappes in de Tour de France wist te winnen, waar zijn collega’s doorgaans dromen van hopelijk één Tour overwinning in hun gehele carrière. De man die wereldkampioen werd op de weg, maar ook op de baan. De man die niet 1, of 2, maar 3x de Scheldeprijs won. En Milaan – San Remo. De man die Pfeiffer kreeg, zijn schouder brak en werd uitgelachen omdat hij te vaak zou huilen en het winnen verleerd zou zijn. Een man die uitgelachen werd omdat hij anders zou zijn, en nu kon teruglachen naar iedereen die het hetzelfde was.

Maar dat is niet wat Mark deed. Mark huilde als een man. Hij knuffelde iedereen die zich in een straal van een kilometer van hem bevond, en was geen enkele keer de eerste die losliet. Mark was dankbaar. Iedere renner die hij de laatste 500m met gemiddeld 63,4 kilometer per uur voorbij was geraasd ging hij nu af om te bedanken dat hij met en langs ze mocht rijden. Mark nam op het podium de bloemen in ontvangst met eenzelfde blik als mijn neefje wanneer hij eten voorgeschoteld krijgt, en moest daarna weer huilen. Vervolgens kreeg hij voor de camera een videoboodschap van collega en ploeggenoot Fabio Jakobsen, toonde zich dankbaar, vereerd, en schoot weer vol. Tussen de mooie woorden en het gesnif door galmde zijn finish kreet nog steeds rond over het plein in de finishplaats. Zodoende raakte iedere renner die ooit een seconde in de nabijheid van Mark heeft doorgebracht op een of andere manier besmet, en stond eigenlijk iedereen te huilen. Na van der Poel de demarrage tot tranentrekken had was het nu de spurt van Cavendish die genoeg water losbracht om half Limburg onder water te zetten. Tranen van blijdschap, van dankbaarheid en van opluchting. De spaarzame renners en ploegleiders die het wel droog hielden werden per ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis om te kijken of het wel goed met ze ging.

En toen besefte ik me dat ook, of misschien wel juist, door de strijd met onszelf en soms met anderen aan te gaan, we des te meer kunnen beseffen dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Zelfs Brent van Moer, die in 175m van de kop naar plek 49 werd gereden, was blij voor Mark.

Waar de Tour de France kijken allemaal niet goed voor is. Vooralsnog de Tour van de huilende mannen. En het is prachtig. Ik zette de tv uit, liet me even onderuitglijden en slaakte een klein kreetje. Eentje van plezier, van dankbaarheid en van opluchting.

Komende week staan de Wattcycling trainingen in het teken van de Tour de France. Of je nu een sprinter, puncheur, klimmer, rouleur, knecht, tijdrijder of gele trui drager bent. Voor ieder is er wat wils om onder de rook van de Champs – Elysees effectieve blokken te draaien.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts