De Tuin der Lusten

 In WattCycling column

Met diepe donkere randen rond de ogen en een kuchje waarvan alle griepmeters aan zouden slaan sprak de beste man, met het zwarte gruis tuimelend over zijn lippen, tot de camera: ‘’Dit kan niet gezond zijn’’.

Er nog kon nog net een klein lachje vanaf voordat deze weer plaats moest maken voor het nodige kuch en proestwerk. Gaat dit over e-sigaretten? Over iemand die een paar lachgastanks in de week leeg trekt totdat die met een dwarslaesie in het ziekenhuis beland? Of iemand die de rozijnen van de oliebollen eerst een nachtje in de Cognac heeft laten wellen? Lees verder!

Wie denkt dat ‘de Tuin der Lusten’, het drieledige kunststuk van Jeroen Bosch, tot het summum van kunst behoort, daag ik uit het drieluik Gavere, Heusden-Zolder en Diegem van afgelopen week terug te kijken. Van begin tot eind, het liefst in slow motion. Het waren De Grote Drie die een ongeëvenaard niveau van ravotten uit de modder richting de bovenste plank wisten te trekken. Wout van Aert, Tom Pidcock en Mathieu van der Poel wisten elkaar drie achtereenvolgende dagen tot het uiterste te dwingen, met weergaloze beelden, stuurmanskunsten en lyrische toeschouwers tot gevolg. Het was Wout van Aert die twee keer als eerste de modder van zijn shirt en bril mocht vegen om nog enigszins toonbaar als eerste over de meet te komen. En na de derde cross op rij in Diegem stond hij helemaal binnenstebuiten gekeerd de journalist van Sporza te woord.

Even op adem komend en wachtend tot de mensen in de studio uitgepraat waren en hij zijn beurt zou krijgen, stond hij daar op een stukje asfalt met een vers afgespoelde concurrent voorbij lopend op de achtergrond. Het zal je maar gebeuren dat je Audric Pasquet bent. Dan is cross je professie, je leven. Leef je al 32 jaar van en voor deze sport en word je na een paar rondes gelapt door ene Wout waardoor je uit koers gehaald wordt. En wanneer jij dan al vers gedoucht uit je camper komt zetten, zie je de man die jou helemaal stuk heeft gereden nog vol modder voor de camera staan. 70e zou hij uiteindelijk worden, ver achter de ontkende mannen voorop.

Maar ook bij Wout was het niet vanzelf gegaan. Een uur lang had hij op maximale hartslag, zonder bidonnetje, al rennend en fietsend zichzelf helemaal leeg getrokken. Hij kon nauwelijks meer op zijn benen staan daar op dat verlaten stukje net buiten het parcours. Het had wat treurigs en daarmee prachtigs tegelijk en ik kon niet anders dan me afvragen wat deze man bezielde.. Een winnaar van bergetappes, tijdritten en monumenten, die zich op een doordeweekse avond onder kunstlicht helemaal stuk rijdt op een omgeploegd grasveld langs wat voetbalvelden? Wat is zijn drijfveer? Waarom doet hij het?

De invulling zal voor iedereen anders zijn en als we de literatuur erop na slaan komen we wel meer dan vijftig verschillende soorten ‘drijfveren’ tegen. Doen ze het omdat ze het graag doen, ergens goed in zijn en ze er top in kunnen worden? Is het puur voor zichzelf, als een vorm van zelfontplooiing? Is het de drang naar roem en succes? Het startgeld? Het zijn van een rolmodel? Of misschien toch het verkrijgen van status? Of zit er een vorm van rancune is. Hij zou niet de eerste succesvolle sporter zijn die zijn rondjes rijdt met een chronisch druppeltje wraak in de tank. De wil om iets uit het verleden of de jeugd recht te zetten kan mensen tot het uiterste laten gaan, maar daarna is het dan meestal ook snel weer klaar. Tijd om Wout zelf aan het woord te laten…

‘’Vandaag heeft weer laten zien dat het kort bij elkaar ligt’, zegt hij. ‘’Het zand was in het begin mijn pijnpunt en dat begon in mijn hoofd te spelen. Ik gaf het eigenlijk op en dacht dat Mathieu was gaan vliegen. Maar daarna had ik Mathieu nog in het zicht. En toen begon de koers terug en ik begon er weer in te geloven. In de laatste twee rondes was ik piepedood. Dit was een zege op karakter. De winnaar in mij zat er ergens diep van binnen nog in. Ik was het geloof even helemaal kwijt, maar ik heb het toch nog omgedraaid.’’

Een prachtige analyse zo kort na de race waar verschillende doelstellingen, korte- en lange termijn facetten, maar ook proces-versus resultaat doelen aan de orde komen. De sportpsycholoog mag in zijn handen wrijven met deze veerkrachtigheid. Want ook al is het resultaat voor een topsporter vaak allesbepalend, het zou averechts werken om daar alle aandacht op te richten. Het resultaat kun je immers nooit volledig controleren, zeker niet in het veldrijden, en is daarmee altijd een dubbeltje op zijn kant. Resultaat is binair (goed of slecht), terwijl een proces altijd ergens tussen die twee uitersten in zit. Dus als je verliest van een tegenstander die op dat moment beter is, zegt dat resultaat niet per se iets over jouw prestatie. Een gedachte waar iedereen buiten ‘De Grote Drie’ om het tegenwoordig mee moet doen…

Wanneer we naar de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan kijken zien we dat menselijke motivatie bestaat uit drie psychologische basisbehoeften: Autonomie (zelf kunnen beslissen, ‘willen’ versus ‘moeten), Betrokkenheid (deel uitmaken van een team, sociale wezens) en Competentie (beter willen worden). Ik zou hier zelf graag nog een vierde drijfveer aan toevoegen in de vorm van zingeving. Want we hebben meer dan ooit mensen nodig die zich ook blijven inzetten voor anderen, een betere wereld, of die op eigen kosten willen werken met kinderen in plaats van alleen een eerste ploeg.

Dat sporters elkaar nodig hebben, zowel teamgenoten als concurrenten, kwam later in het gesprek nog mooi naar voren. Volgens van Aert was het niet dat hij per se wilde winnen omdat Pidcock en Van der Poel zijn concurrenten waren. ‘’In de koers speelt dat niet zo’n rol’, zei hij.  Je wil gewoon winnen. Natuurlijk is het moeilijker om Mathieu te kloppen. En de drang om er alles voor te doen, te geven en uit te halen heeft ook met die concurrentie te maken’’, geeft hij aan.

De Tuin der Lusten voor de grote drie is dus een veredelde modderpoel met af en toe stukken zand en asfalt. Eentje waar je zelf wil kunnen beslissen welk spoor je kiest, waar je deel van uit wil maken en waar je vooral een uur lang het beste uit jezelf wil halen. Innerlijke drijfveren, gestuwd door externe concurrenten. Het resultaat? Daar praat op een enkeling na niemand over. Het is een proces waar wij vanaf een tuinstoeltje van mee kunnen genieten. En daar lust ik er nog wel een paar van…

 Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen in het teken van de Max Ramp. De stapsgewijze inspanning om te achterhalen of de trainingszones nog adequaat zijn. Resultaat behaal je door gedurende het proces alles te geven. Er is hier geen sprake van goed of fout of winst en verlies, maar van kalibratie en ijking van de huidige vorm. Zuivere drijfveren en eruit willen halen wat erin zit staat bovenaan, en dan volgen de doelen, en de kans op slagen daarvan, later in het jaar.

Recent Posts