De Zin van de Solo Inspanning

 In WattCycling column

Er afgepierd worden, een cartouche verschieten, iemands karretje in de poep rijden of de tenen moeten uitkuisen; De bonkige en glibberige voorjaarswegen liggen zo goed als achter ons, waardoor koersdutjes en prachtige Vlaamse wielertermen weer in het zadeltasje verdwijnen tot volgend jaar. Een voorjaar dat gekleurd is door de grote drie, maar wel met een roze randje. Een roze randje met gezicht van Urbanus, de uitstraling van een ruige rock-n-roll ster, maar bovenal een bijzonder minzame renner waar we nog veel van gaan zien! Lees verder.

Voor de niet-doorgewinterde wielerfans zal de nummer twee in de Amstel Gold Race de wenkbrauwen een beetje hebben doen fronsen. Een plek die hij ook wist te behalen in de Brabantse Pijl. Met deze prestaties is een nieuwe revelatie opgestaan, al kunnen we vooral stellen dat hij zichzelf heeft gelanceerd. Een Brit die goed was in mountainbiken, maar toen er bij British Cycling wat haar op de boter zat koos hij voor de Ierse eieren en nationaliteit. Hij is de jongste ritwinnaar in de Ronde van de Toekomst en hielp maatje Tom Pidcock in 2020 aan de eindwinst in de Baby Giro. Ben Healy is the new kid on the block.

Het uiterlijk van een rockster, maar rustig, introvert en leergierig vanbinnen. Hij begrijpt alles van rolweerstand en aerodynamica en is eindeloos met data bezig zonder zichzelf daarin te verliezen. Hij schrikt niet, hij klaagt niet en alles lijkt voor hem vrij eenvoudig in elkaar te zitten. Niet bang om zijn eigen koers te kiezen en voorop te gaan in de strijd. Met zijn 61kg en bouw van een muis is hij bijvoorbeeld niet geschikt voor een koers als Parijs – Roubaix, maar dat neemt niet weg dat hij het wel wilde meemaken. Ervan proeven, ervan leren. Hij volgde het hele proces met de ploeg richting De Hel. Van het trainingsprogramma, via de verkenning, tot de ochtend voor de koers in de bus…om vervolgens met de verzorgers mee te gaan langs het parcours. Beseffende dat dit misschien wel de enige keer zou zijn dat hij de koers op deze manier zou kunnen meemaken, heeft hij zich de hele dag geamuseerd met het aangeven van drinkbussen.

Een mooie kerel waarvan we als toeschouwer hebben kunnen aanschouwen wat zijn ploegmaats al een tijdje wisten: geef hem 10 meter, en je hebt een probleem. Een levenslustige renner die volgens ploegleider Sep Vanmarcke vooral tegengehouden moet worden, omdat hij er het liefst op uit gaat. Rijden als je rijden kan. Vorig jaar in de Ronde van Noorwegen viel hij solo aan op 80km van de finish. Sep floot hem terug, maar 20 kilometer later ging Ben Healy weer. Hij werd weer een halt toegeroepen, totdat hij het niet veel later nog eens probeerde. Uiteindelijk pakte eindwinnaar Remco ‘Eddy’ Evenepoel hem pas 200m voor de meet terug. Hij mist de kracht voor een echte punch, wat hem in een punchige koers als Luik-Bastenaken-Luik dan waarschijnlijk ook zal opbreken, maar de kracht in de kop om te gaan en solo hard te rijden is ongekend.

Ik denk er wel eens over na wat de zin van zo’n inspanning nou is. Wat voor types zich hiertoe laten verleiden. Waarom ik dit zelf misschien wel zo lekker vind.  De moeite doen, het moeilijke loskomen van het peloton om vervolgens een gigantische inspanning te leveren waarvan je weet dat de kans van slagen klein is. Misschien wel nog kleiner dan Ben Healy zelf. Is de inspanning zinvol in zichzelf of gaat het om wat de mens door de inspanning bereikt? Misschien dan niet de winst, maar een voldaan gevoel. Jezelf in de spiegel aan kunnen kijken en beseffen dat je alles gegeven hebt. En wat draagt die inspanning dan bij aan het geluk van de mens? De rust die erop volgt? Tevredenheid? Kunnen we dat los zien van het resultaat?

In de inspanning zelf of in het onszelf moeilijk maken lijken we doorgaans weinig plezier te beleven. Het lijkt eerder op een soort ‘troosten’ wat we zoeken, waardoor we de moeilijkheden soms vrijwillig opzoeken. Keihard voor het peloton uit gaan rijden kan daarmee ook onbeduidend en zinloos op zichzelf zijn. Het buiten adem raken, de pijn in de benen, torenhoge wattages, ongezellig, de wind immer op je kop… De zin lijkt dan ook niet in de moeilijkheid te zitten, of in het resultaat van de inspanning, maar in het ondergaan van de ervaring die het moeilijke opwekt als een renner zich inspant. Het heeft eerder iets symbolisch dan iets praktisch. De inspanning is niet alleen de inspanning, maar een verovering van zichzelf en daarmee houding geven tegenover de wereld van dat moment; de koerswereld.

En niet om die wereld te veroveren, want die is niet te veroveren, maar om er zo dicht mogelijk bij te komen. Het magische authentieke gevoel van de man en zijn fiets komt in de aanval alleen maar meer en meer tot uiting, omdat het gesterkt wordt door de individuele inspanning. Het rijden en denken voor de troepen uit. De inspanning bewerkt in de renner alleen voorop een grote graad van openheid voor de betekenis der dingen. Een verwonderlijke en lovenswaardige houding die je terugziet in het koersgedrag en alle interviews met Healy.

Wanneer we Ben Healy, die ook de Giro gaat rijden, zichzelf aerodynamisch zien martelen voor het peloton uit, is hij in zijn element. Een renner met een instelling naar mijn hart. Een stijl van rijden die ontroerd. Die me een hele dag voor de buis kan laten zitten en een roze trui kan laten aantrekken. Maar ook een renner waarvan ik begrijp dat hij in de, en op de vlucht beter tot zijn recht komt…

Een verhaaltje van Kahlil Gibran verpakt in een ‘wielerjasje’ geeft dat misschien wel het beste aan;

Vier wielrenners zitten op een boomstam langs de oever van de Amstel, als de boomstam plots de rivier in drijft. De vier renners zijn verrukt en geabsorbeerd door wat er gebeurt, want ze hebben nooit iets anders gedaan dan op de fiets gezeten. ‘Dit is werkelijk wonderbaarlijk, het hout beweegt alsof het leeft! Ik heb nog nooit zoiets gezien’, zegt de eerste renner. ‘nee nee’, zegt de tweede renner. ‘Het hout is als al het andere hout wat je al eens hebt gezien, het beweegt niet. Het is de rivier die beweegt richting de zee en ons en de boomstam met zich meedraagt.’ De derde renner springt in en zegt ‘Het is niet het hout of het water wat ons beweegt, maar ons denken. De beweging is in ons denken, want zonder het denken beweegt er niets.’

De drie wielrenners beginnen met kibbelen en bekvechten over wat er nu werkelijk beweegt en de ruzie wordt heviger en luidruchtiger, maar ze worden het niet eens. Ze wenden zich tot de vierde wielrenner, die tot op dat moment aandachtig heeft geluisterd, maar stil had gezwegen, en ze vroegen naar zijn mening. De vierde renner sprak rustig en zei: ‘’Ieder van jullie heeft het bij het juiste eind. Niemand heeft ongelijk. De beweging is in het hout, in het water en óók ons denken.’

De drie renners werden ontzettend boos, want geen van hen was bereid toe te geven dat zijn waarheid niet de hele waarheid was en dat de beiden anderen niet geheel ongelijk hadden. Toen gebeurde er iets vreemds… De drie renners verenigden zich en duwde de vierde renner van het houtblok de rivier in.

Soms kan je het jezelf maar beter moeilijk maken en solo op de vlucht. En daar, is kracht voor nodig…

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen in het teken van kracht. Kracht om naar boven te klimmen, kracht om te demarreren en weg te rijden en kracht om mee te komen wanneer alles in een andere versnelling lijkt te bewegen. Kom trainen en lanceer jezelf de voorsprong van de vroege vlucht in.

Recent Posts