Dringt de tijd voor Roglic? (WattCycling column)
Primoz Roglic zit weer op de fiets. De beoogde kopman van Jumbo-Visma voor de Vuelta, stapte een kleine drie weken geleden af in de Tour de France om zijn verwondingen te laten genezen. Eigenhandig een schouder terug in de kom duwen was geen probleem, maar gaatjes blijven dichtrijden en demarreren met twee gebroken ruggenwervels werd toch onverstandig geacht. Nu maakt hij weer kilometers rond zijn woonplaats, en heeft hij nog exact 14 dagen om enigszins fris aan de start in Utrecht te verschijnen. Is dat tijd genoeg? Lees verder!
Tijd genoeg… Terwijl deze woorden door mijn hoofd naar beneden sijpelen borrelt de haat/liefde verhouding met tijd langzaam via mijn benen omhoog. Ik denk dat ik een goede tijdrijder zou zijn. Niet per se door een aerodynamische sloopkogel houding op de fiets zoals Remco Evenepoel, of machtige benen zoals tijdrit talent Josh Tarling, die van de junioren direct de overstap maakt naar Team INEOS. Maar tijdrijden is vechten en strijden tegen de klok en tegen jezelf, en daar ben ik toch al een jaar of 30 in getraind.
Door de bank genomen is ons leven absurd, angstaanjagend en bespottelijk kort. Ervan uitgaande dat (top)sport gezond is, we aardig wat geluk hebben en 80 mogen worden, hebben we 4000 weken. Daarvan heb ik er al bijna 1700 opzitten. Daar komt bij dat we naast de vermogens uitgedrukt in wattages, ook over het geestelijke vermogen beschikken om nagenoeg oneindige ambitieuze plannen te bedenken, maar ons dus nauwelijks tijd is toegemeten om die ook te verwezenlijken. Alleen al met alle colletjes, fietstochten en gravelpaden die ik zou willen rijden kan ik meerdere levens vullen. Het enigszins bewust bezig zijn met het zinnig indelen en benutten van je tijd lijkt dan ook geen overbodige luxe. Maar hoe doe je dat?
Als ik het gros van de managementboeken en time-management cursussen mag geloven, mogen we begrippen als tijd, productiviteit en nut door elkaar gebruiken en gaat het vooral om zoveel mogelijk taken verrichten binnen de beschikbare tijd. Gesterkt door een dagelijks efficiënt gedisciplineerd ochtendritueel en iedere zondagavond onder blauw licht zo steriel en glutenvrij mogelijk koken voor de hele week, kunnen we plankgas door het leven en dan als een Wim van Est door naar de afgrond. Er zit ongetwijfeld wat in, maar is er dan nog wel ruimte om te kunnen genieten van al het wonderbaarlijke? Moeten we wel meer dingen willen doen? Of andere dingen? Of Allebei? Of hebben we het daar dan te druk voor? Het mooie is dat je niet aan mensen hoeft te vragen of ze het druk hebben, daar komen ze (net als iemand die veganistisch is) doorgaans vanzelf mee. En dan meestal niet in de vorm van een last, maar meer als opwindende keuze voor een bestaan waarover je mooi kan opscheppen.
Totdat je de kans krijgt om aan te stippen hoe kort het leven duurt en mensen zich realiseren dat ze hun beperkte tijd op een manier besteden die ze niet aanstaat. Daar komt nog eens bij dat eenmaal boven de dertig, de tijd steeds sneller lijkt te gaan. Mijn oma van in de 80 kan maanden in luttele minuten voorbij zien flitsen. Dus met de tijd wordt tijd ook nog eens onrechtvaardiger: we zijn permanent op weg naar het einde van onze 4000 weken en we lijken er ook nog eens sneller doorheen te gaan naarmate we er minder van over hebben. We hebben dus te maken met een lopende levens band die nieuwe taken aanvoert, minimaal op de snelheid waarmee we de oude weg weten te werken. En als we ‘productiever’ worden lijkt de band alleen maar sneller te gaan of ontstaat er een uitgebrand defect.
Tijd lijkt dus een beetje op een onhandelbare kleuter. Hoe meer je er grip op probeert te krijgen en te laten doen wat jij wil, hoe meer hij gaat jengelen en zijn eigen gang gaat. Vaatwassers, magnetrons, vliegtuigen en noem maar op zouden onze tijd rekbaarder en overvloediger moeten maken, maar ze laten het leven alleen maar sneller gaan en maken mensen ongeduldiger. Met de uitvinding van de wasmachine zijn de hygiëne eisen evenredig versnelt, waardoor de winst is dat we voornamelijk meer kleren hebben gekregen waar vlekken op kunnen komen. Om de een of andere reden is het gek genoeg ook veel irritanter om 10 minuten op de ovenkroket te wachten dan op een bouillon die uren moet trekken. En 10 seconden wachten op een webpagina die moet laden is een stuk vervelender dan twee dagen wachten op een pakketje. Net zoals het efficiënt wegwerken van mails alleen maar zorgt voor meer mails. En als er een limiet zit aan de hoeveelheid mails die je kan lezen, maar niet aan de hoeveelheid die je kan ontvangen, is er gewoon sprake van een oneerlijke strijd die je nooit gaat winnen. Ik denk dat mijn idee over de tijdsgeest van vreugdeloze haast inmiddels duidelijk is, en ik begin me ook te realiseren waarom ik steeds minder op verjaardagen wordt uitgenodigd.
Ik ben er nog niet helemaal uit en ga dat punt waarschijnlijk ook nooit bereiken. Maar mijn tijd besteden aan het denken over hoe tijd te besteden, vind ik een heerlijke besteding van tijd, die op de mooiste plekken mogelijk is. Wanneer ik mijn tijd meer zou besteden als werkend instrument voor het behalen voor ondoorgrondelijke doelen die niet de mijne zijn, had ik waarschijnlijk een mooiere racefiets, kon ik makkelijker de huur betalen en zou ik het goed doen op feesten en partijen. Waarschijnlijk mis ik iets. De tijd zal het leren.
Maar de dag dat alles geregeld is, alles onder de illusie van controle is, de to-do lijstjes verdwenen zijn, de e-mails en appjes bijgewerkt en niemand boos of teleurgesteld is omdat je iets gemist of fout gedaan hebt en je als optimaal mens je nu eindelijk volledig kan wijden aan waar het leven écht om draait, lijkt er in ieder geval nooit van te komen. En ik geloof niet dat ik dat erg vind.
Ik geloof wel dat onze tijd meer vreugde kan bieden. Dat het waarachtiger kan. Verwonderlijker. Zinvoller op een verbindende, liefdevolle manier waarin er genoeg ruimte en tijd voor schoonheid is. En dat is wat anders dan de pest hebben aan maandagen, snakken naar het weekend, vakanties of van alles meer meer meer willen. Dat samen met (on)bekende vrienden kleurrijke geurvolle ingrediënten snijden en oppeuzelen dichter bij zelfzorg staat dan een tasje bij de deur aannemen van een flitskoerier en die alleen voor de tv opeten. Dat we niet dag in dag uit binnen hoeven te blijven als het mooi weer is en ook nog eens onze hand moeten opsteken of we alsjeblieft mogen plassen.
En wat betreft Roglic, die heeft in het gunstigste geval nog 0,05% van zijn leven de tijd om in vorm te geraken voor de Vuelta. Ik hoop vooral dat hij blij is dat hij weer kan fietsen. Dat hij iedere dag buiten mag werken. Dat hij vol verhalen over de omgeving, zijn wattages en gedachtes ’s avonds aan tafel zit met zijn gezin of ploeggenoten. Dat hij moraal haalt uit de levensverhalen van ploeggenoten als Vingegaard en Van Aert en gesterkt en dankbaar door de prachtige heuvels kan trappen. En mocht hij aan het einde van de Spaanse rit niet voor de vierde keer op rij de Vuelta winnen, maar op meer dan een uur van de winnaar binnenkomen, kan hij zich alsnog een winnaar voelen. Want dan heeft hij er langer van kunnen genieten. En daar zit misschien wel de ware kracht: “De tijd van je leven hebben, ook al gaat het misschien niet zoals je wil.”
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Deze week staan de trainingen bij WattCycling in het teken van kracht. Vermogen is kracht x snelheid, waarbij snelheid staat voor de omwentelingssnelheid ofwel cadans. Het aantal omwentelingen die het pedaal maakt binnen een minuut. Wanneer die naar beneden gaat, is er extra kracht nodig om eenzelfde vermogen te blijven leveren. Daar wat tijd en aandacht aan besteden zorgt ervoor dat je tegenwind en heuvel op ook kan blijven leveren, en maakt het fietsleven daarmee rijker!