Droomfiets (WattCycling column)

 In WattCycling column

Hij is binnen! De onderdelen dan. Na maanden van sparen, het sprokkelen van losse onderdelen en het buigen over futiliteiten waarvan ik niet wist dat ik er ooit wakker van zou liggen, kan het opbouwen gaan beginnen. Het bouwen aan een droom. Een droom die wat weg heeft van een kruising tussen King Kong en een T-Rex. Afgemonteerd met de finesse van Jari Litmanen en de kleuren van een zonsopgang in de Dolomieten. Tel daar een geometrie zo strak als de kaaklijn van Tony Martin bij op, afgetopt met een rateltje in de naaf zo ritmisch oorstrelend als de lekkerste regen op een zolderraam. Voilà, je hebt een beeld van het wilde racepaard te pakken. Een paard dat getemd gaat worden door teugels op schouderbreedte en dan gevoed met olie en vettigheid om de wereld mee te verkennen. De echte wereld, of de droomwereld? Lees verder!

Smaken verschillen. En wat voor de één een droom is, is voor de ander een nachtmerrie. Wanneer ik nu aangeef dat de fiets niet van carbon, staal of titanium is, zal bij enkelen van jullie het kersengelletje zoete randje al enigszins van de droom verdwijnen. Het feit dat de fiets wat aan de zware kant is, nou niet echt te boek staat als een klimfiets en zo grof is gelast dat je de lasnaden nog ziet zitten, zal misschien nog meer wenkbrauwen doen fronsen. En precies dat maakt ergens over dromen zo interessant: ze kunnen ons verrassen.

We kunnen door te dromen meer over onszelf weten dan we in ons dagelijkse, wakende bewustzijn denken te weten. Dus er schuilen versies van onszelf in ons, die niet altijd hetzelfde denken of willen als ons bewuste ik. Onbewust eigenwijs zou je kunnen zeggen. Zo iemand hebben we dus niet alleen in huis rondlopen, maar ook in onszelf.  Deze tegenstrijdige conflicterende situatie kan daarmee gezien worden als de oorsprong van mentaal leed, maar ook als iets waardevols. Zo beschrijft Freud in De Droomduiding dromen als hoeders van de slaap die ons beschermen tegen storende invloeden van buitenaf en een symbolische weerspiegeling vormen van het mentale vocabulaire van de dromer.

De ongelofelijke zin in rijden op mijn nieuwe fiets zou dan een weerspiegeling van een verlangen kunnen zijn. Waar ik mezelf overdag streng toespreek om m’n enthousiasme over iets materialistisch een beetje te temperen, sijpelen ’s nachts in dromenland impulsen en verdrongen verlangens weer binnen omdat de dop van de bidon op een klein kiertje staat. Eenmaal binnengeslopen is daar dan oneindig veel liefde voor de fiets. Het poetsen, het sleutelen, de wegen, bergen en avonturen die we samen gaan ontdekken en beleven. Voor iemand met veel nachtmerries is dit een verademing en ontwapenend. De liefde is zo groot dat de mogelijkheden eindeloos lijken! Maar is dat dan echt? Of een droom? En is zoveel liefde wel goed, want liefde maakt toch blind?

Als je verliefd bent gebeurt er iets moois. Je krijgt per direct het vermogen om ieders advies dat je waarschuwt voor een potentiële nachtmerrie af te wenden en in de te wind slaan. Want als je verliefd bent, denk je anders. Zie je anders. Je hebt juist het idee dat je de ander echt ziet. Niet jij bent blind; de rest van de wereld snapt gewoon niet hoe leuk, knap, lief en intelligent je geliefde fiets wel niet is. Maar wat nou…als dat echt zo is. Dat de liefde ons juist beter leert kijken? Dat net als in dromen de liefde ons bevrijdt van bepaalde blokkades en kortzichtigheid. Dat we door verliefd te zijn, of te dromen, laat staan dromen over je geliefde, simpelweg in staat zijn even niet zoveel met onszelf bezig te zijn. Dat niet de verliefde mensen ontoerekeningsvatbaar zijn, maar juist de mensen die dat niet zijn.

Dat zou ook verklaren waarom het zo lastig is om te verwoorden waarom je zo van iets houdt en het zo liefhebt. Omdat je met zo’n andere blik kijkt, weet je helemaal niet wat je ‘hebt’. Je staat met lege handen, omdat je niet helemaal meer in het bezit van jezelf bent. Je bent niet langer de baas over je eigen beleving en je eigen denken over de wereld lijkt veel rijker, complexer, maar ook eenvoudiger dan daarvoor. Dat maakt verliefd zijn zo eng, spannend en weergaloos mooi tegelijkertijd.

Je hart breekt dan ook niet wanneer een geliefde je verlaat of je ermee onderuit gaat, maar je hart breekt al op het moment dat je verliefd wordt. Je verliest jezelf dan al in 1000 stukjes en deelt dat met je geliefde droom. Je bent meer dan jezelf en je beperkte denken. Want je ziet iets wat je daarvoor niet zag. Je voelt het.

En wat we precies in iets of iemand zien blijft een raadsel. En blind of niet, maar eenmaal gevallen of alleen gelaten door de liefde zul je met de scherven achterblijven. Scherven… die scherp genoeg zijn om je banden en dromen lek te prikken. Een situatie die vraagt om veerkracht, waarin de een meer zelfhelend tubeless onderlegd is dan de ander. En ook al denk je met een extra binnenbandje de juiste tools op zak te hebben om je droomweg te vervolgen, kan toch blijken dat het ventiel niet lang genoeg is of er nog een scherp stukje in je buitenband zat. Dromen lijken dan opeens een keiharde realiteit.

Bij het wakker worden kan je soms even twijfelen of de droom echt was of niet, maar we weten doorgaans al vrij snel dat we droomde. En jij bent het, die het droomt. Je kunt niet naar een andere zender zappen, of samen met iemand kijken. Jij bent het, en jij weet het. En daardoor blijft er een belangrijke vraag open; als we weten dat we dromen als we dromen, waar zijn we dan eigenlijk als we zeker weten dat we niet dromen?

Ik weet het niet. Maar ik ga binnenkort op pad met mijn droomfiets om een geliefde weg te vinden.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Deze week staan de trainingen bij WattCycling in het teken van intervallen. Soms is het moeiteloos flowen op een droom om vervolgens weer flink vermogen te leveren in de keiharde realiteit. Deze afwisseling maakt ons weerbaar, veerkrachtig en sterker. De enige nachtmerrie, is die van niet komen opdagen.

Recent Posts