Duurzaam enthousiasme (WattCycling column)
Een van de grootste uitdagingen van de moderne mens in de 21e eeuw is de omschakeling naar een duurzame samenleving. Aangezien het duurzame het woord duur in zich draagt, lijkt het vrij nuttig om te weten wat duur betekent wanneer we deze uitdaging aan willen gaan. Zeker wanneer we te maken hebben met een wereld die een versneld gebruik van grondstoffen en producten met zich meebrengt waarin dingen een steeds korter bestaan is gegund. Wanneer we ons afvragen hoe we dingen opnieuw de duur kunnen geven die het toekomt, komen we al snel uit bij het werkwoord duren en daarmee het eeuwenoude mollemalende probleem van tijd. Gelukkig heeft de heroïsche editie van Paris – Roubaix wat inzichten gegeven die wel eens goed van pas zouden kunnen komen…lees verder!
Wanneer Sebastiaan Langeveld van EF Education op de startlijst staat kunnen we doorgaans met zekerheid zeggen dat er in ieder geval één renner is die zijn longen binnenstebuiten keert, de stenen uit de straat trapt en de tank helemaal leegrijdt. Afgelopen Parijs – Roubaix was dat niet anders. Over de kletsnatte kasseien vervulde Langeveld een glorieuze bijrol buiten het zicht van de camera en kwam op bijna 5 minuten van de drie debutanten op het podium binnen. Winst of geen winst, weer of geen weer…Langeveld schakelt altijd door naar een tandje Tougher Than the Rest. Iets wat Jeffrey Hoogland met zijn machtige verzet van 67-15 op het EK baanwielrennen wel de winst heeft opgeleverd overigens.
En wat te denken van Tom Paqout, een 22-jarige neoprof die nog voor de 1e kasseienstrook op achterstand kwam, en meer dan 100km in het gezelschap van de bezemwagen heeft gereden. Zonder ploegauto’s in de buurt moest hij op zoek naar de ideale balans van stevig doorrijden, maar mechanische pech vermijden, want dan zou de koers finito zijn. Een break-even point dat niet in cijfers te vatten is. Ruim 40 minuten na de sprint op twee lekke banden van Sonny Colbrelli kwam de totaal leeggestreden Tom de Velodrome van Roubaix op rijden als aller allerlaatste en ruim buiten de tijd. De achtergebleven toeschouwers van de podiumceremonie wisten nog altijd in extase een applaus af te leveren dat voor kippenvel onder het bemodderde lichaam zorgde. Minutenlang heeft Tom zijn emoties de vrije loop gelaten in de armen van zijn soigneur en hij had niet eens meer de energie om naar de iconische douches te lopen. Wat hem die dik 7 uur lang eenzaam in de modder heeft voortgestuwd? Een herinnering van een paar dagen eerder, toen Tom bij een parcoursverkenning mijn zijn ploeg Tom Boonen tegen het lijf liep. Een winnende Boonen was zijn eerste koersherinnering aan Parijs – Roubaix.
En dan was daar ook nog klasbak van de 1e categorie Niki Terpstra. Na veel blessureleed en onlangs nog geveld door ziekte wist hij ergens tussen Tom en Sebastiaan in te finishen. De conditie was niet zoals het moest, de benen waren absoluut niet zoals ze moesten zijn, maar koersen zou hij. Vanaf de start afzien in een baggerbende en maar blijven rijden. In een interview met de NOS geeft Niki aan dat het 20 jaar heeft geduurd voordat er weer een natte Roubaix was, en het misschien wel 20 jaar gaat duren voordat dat weer het geval is. En alleen die gedachte was al dusdanig slecht te verkroppen dat afstappen geen optie is geweest. Sterker nog, hij heeft Ramon Sinkeldam, die in 2011 de belofte versie van Parijs – Roubaix wist te winnen, nog geënthousiasmeerd en op sleeptouw genomen. Dit op basis van de waterdichte logica: ‘’Als je maar doorfietst dan kom je er vanzelf.’’
In termen van duur, tijd, doorzetten en afzien zitten in deze verhalen bijzonder interessante elementen. En dan te bedenken dat er nog dik 170 man op de startlijst stonden waarvan het merendeel de finish heeft bereikt met ongetwijfeld ook een eigen verhaal. En zover ik heb meegekregen lijken al die afzonderlijke verhalen in ieder geval een ding gemeen te hebben: enthousiasme.
Enthousiasme, in de goede zin van het woord. Dus niet de negatieve associaties waar steevast ‘blind’ voor het enthousiasme wordt geplakt en alleen maar toegekend aan doldrieste bemodderde mannen die met benen vol onbeheersbare krachten en jeugdige naïviteit in het duister trappen op zoek naar bedwelmende beloftes die ze zichzelf hebben opgelegd.
Maar enthousiasme als een gemeenschapsvormende kracht die juist ‘ziend’ maakt als we tenminste in staat zijn om over aangelegde grenzen en bergpassen heen te rijden en over het idee te stappen dat keurig geknipte hegjes ‘beter zijn’ dan kasseien/modder soep. Enthousiasme is niet lomp zwoegen op de pedalen, of volledig berekenend handelen op de theoretisch beste techniek…het is een handelen dat in het perspectief staat van beschouwen en genieten. Het is een open ontvankelijke houding aannemen waarin ons een avontuur kan overkomen waarvan we de afloop niet kunnen voorzien. Het is eens een ander pad kiezen dan gebaand asfalt of het hoekje van de bank en de neus in de winter naar buiten of in de Wattcycling zaal steken. Het enthousiasme lijkt een gemoedstoestand die tegenstellingen als verdriet en vreugde, winst en verlies, zware en lichte omstandigheden maar ook passiviteit en activiteit op een nieuwe manier met elkaar weet te verenigen.
Net zoals een Wattbike werkt enthousiasme met een magnetische kracht. Het heeft iets nodig. Zonder de woorden, werken of wattages van anderen kunnen onze inzichten of denkbeelden niet aangewakkerd worden. Alleen enthousiast zijn is knap lastig en heeft steun nodig. Eenmaal steun gevonden ontstaat er een keten van andere mensen die geënthousiasmeerd worden. Vraag maar aan Tom, of Ramon, of Niki.
Enthousiast geraak je, mits je bereid bent geraakt te worden. En dat is al lang niet meer iets wat zich tussen de mens en de klassieke Griekse goden afspeelt. Het is ons enthousiasme en onze verbeeldingskracht die op de plek komen te staan van het ‘’van goden vervuld’’. Het is onze verbeelding en enthousiasme die aanzet tot verwondering, en ons in staat stelt voorbij hetgeen te kijken en denken wat al voorhanden is. Wat niet is, kan nog komen en wat niets is, kan nog wat worden. Maar we zullen ons enthousiasme en verbeelding nodig hebben om tussen het zegbare en onzegbare te komen. Tussen het bekende en het onbekende, het veilige en het risicovolle, het aangename en het sublieme…kortom, binnen onszelf.
Dan geloof ik dat er nog genoeg Parijs – Roubaix koersen zullen volgen die precies nat genoeg zijn om dit te beseffen. Daar is geen -50 of +40 graden voor nodig. En die kasseien? Die gaan nog wel een paar honderd jaar mee. Daar zijn mensen namelijk enthousiast over.
Komende week staat voor iedereen de MaxRamp – stappentest op het programma. Een steengoede manier om je eigen zones weer scherp te krijgen, zodat je weet wanneer je daarbinnen of daarbuiten treedt. Want om in, op of over je grenzen te kunnen kruipen, zal je eerst moeten weten waar ze liggen. Dus begin je winterseizoen adequaat en enthousiasmeer elkaar op het Wattbike apparaat!
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren