Een Hart van Steen (WattCycling column)
Het was vertederend om te zien. Met felgekleurde koerspetjes uit een merino-wollen tijdperk op het hoofd stonden vele vrijwilligers afgelopen dagen van vroeg tot laat in de kou. Kleurrijk weggestoken tegen een onheilspellende donkere lucht zaten mannen van leeftijd op hun knieën met een krabber en een wieder om het mos en onkruid met de grootste voorzichtigheid te verwijderen. Niet van fragiele modeltreinen of een archeologische vondst van duizenden jaren oud, maar van kasseienstroken. Na meer dan 900 dagen in de schaduw van hun eigen bestaan te hebben gelegen mag het Franse tapijt aankomend weekend weer dienen voor misschien wel het mooiste spektakel op de wielerkalender… Lees verder.
Topsport is een complex samenspel van techniek, fysiek, materiaal, tactiek en de juiste mentale gesteldheid. Wanneer je topsporten met elkaar kruist, zoals bij triatlons, krijg je in veel gevallen te maken met een nog sterkere samenhang tussen deze facetten. Een samenhang waarin je een multidimensionaal gestel op het juiste moment op de juiste manier moet weten te combineren. Maar er bestaat ook zoiets als topsport binnen de topsport van de eigen sport. Een situatie waarin moderne vormen als cyclocrossen, gravelbiken en mountainbiken dusdanig met elkaar worden gekruist dat er iets ontstaat waarvan je pas besef kan hebben als je er mee in aanraking bent gekomen. Een 2.0 of 3.0 versie van het eigene die te mooi is om niet waar te zijn. En voor velen wielerharten is dat summum een Parijs – Roubaix in natte omstandigheden. “Op het randje”, noemen sommigen deze klassieker. Maar laten renners met een randje nou net mijn favoriete renners zijn, want daar blijft de heroïek zo lekker aan hangen.
Als de Hel van het Noorden een lijdensweg is, wat is een natte hel dan wel niet? Het was op 14 april 2019 dat de laatste Parijs – Roubaix werd verreden. Een dag waarop de inmiddels gepensioneerde Epke Zonderland voor de 3e maal Europees Kampioen aan de rekstok werd en Klaas – Jan Huntelaar niet in het 6e van Hc’03 uit Drempt speelde, maar een hattrick voor Ajax tegen Excelsior maakte. Een tijd waarin Remco Evenepoel nog geen enkele profkoers had gewonnen, Chris Froome de regerend Giro winnaar was, ene Tadej Pogacar nog een neo-prof en Roglic nog geen enkele grote ronde op zijn palmares had staan. Oh, en Alejandro Valverde was de wereldkampioen. Om het nog sterker te maken; de laatste keer dat het regende bij Parijs-Roubaix… waren Pogacar en Evenepoel nog niet eens geboren.
En het mooie is, het maakt eigenlijk helemaal niet uit. Zelfs als deze koers gisteren nog verreden was had ik vandaag alweer staan popelen. Parijs – Roubaix heeft namelijk al-tijd iets magisch.
De toelatingseisen zijn eenvoudig. Geen gesteggel over de corona-check app, gecancelde tournees of halfvolle zalen. Wie kasseien vreet met zijn blote benen mag de hel betreden, een ander heeft er niets te zoeken. Je herkent ze ook, de echte vreters. Die hebben namelijk geen laminaat met visgraatmotief of Perzisch tapijt onder de Wattbike liggen, maar kasseien. De ontbijtgranen worden niet aangevuld met rozijnen of ketonen, maar met kleine kiezelsteentjes uit de tuin van de buurman. Want ja, eerst de tuin van de buren leeg eten…
Het zijn renners die niet tegen kasseien aan rijden, maar er een paar millimeter boven lijken te zweven. Als Aladdin op een tapijt van carbon. Hun ietwat stevigere potige bemodderde lijven stampen op zwaar verzet, zodat de ketting er niet af hobbelt, ritmisch over de stenen. De bestofte en bemodderde grimassen zijn na enkele stroken al dusdanig pijnlijk om te aanschouwen dat RTL7 de beelden tracht op te kopen voor de Halloween week. En pijn doet het. Opengescheurde handen, kapot gekletterde kiezen, beblaarde zitvlakken en plasbuizen vol bloed. De Europese richtlijn voor de hoeveelheid zware trillingen die het menselijk lichaam mag verduren bij zwaar werk wordt na een kleine 7 minuten op de kasseien al overschreden. Ik bedoel maar.
En het zijn de renners, die de stenen in hun boezem dragen en als een gestage drup van kettingolie de kasseien uithollen tot een geplaveid pad, die zichzelf van de hel naar de hemel kunnen lanceren. Er is een heel vol peloton aan renners dat de steen der wijzen zoekt, maar slecht één renner mag hem na dit weekend op de schouw zetten.
Wij mogen als normale stervelingen de hel de rest van het jaar gewoon betreden. Dus op een ander moment dan dit weekend kan je de stenen zelf gaan proeven. Is dit aan te raden? Medium. Volgens Gerrie Knetemann zijn de kasseien door de Romeinen uit een helikopter gesmeten en kan je per direct een nieuwe fiets kopen als je ook maar één strook hebt gereden. Maar, een goede ziel weet van stenen brood te maken, maak daar een soepje bij en ook wij kunnen genieten van een magistraal weekend zonder materiaalpech voor de buis.
En ik zeg weekend, omdat naast de mannenkoers op zondag dit monument voor het eerst door vrouwen verreden gaat worden op zaterdag. Dus gaat Chantal Blaak in haar eerste en tevens laatste Parijs – Roubaix meedoen in de finale. Gaat ze naast het WK, Gent-Wevelgem, De Amstel Gold race, Strade Bianchi en de Ronde van Vlaanderen ook Roubaix winnen en een kassei meenemen haar wielerpensioen in. Een beetje zoals Geraint Thomas bij de mannen nog mee hoopt te doen voor de zege. Hij zal in ieder geval moeten afrekenen met een zeer gemotiveerde Niki Terpstra, die eigenhandig heeft geholpen met het wisselen van de banden bij de ploegleidersauto’s. De kasseienstroken dienen naast martelwerken en dromenvernielers namelijk ook ieder jaar weer als opstapje naar het autokerkhof. En wat te denken van John Degenkolb, de oud winnaar en sprinter hoopt het mannen als Van der Poel en Van Aert lastig te maken. Iets dat Dylan Groenewegen ook hoopt in zijn eerste Roubaix. Als ik zie hoe Groenewegen ieder jaar huishoudt in de Amsterdamse Cross Competitie denk ik dat hij nog aardig lang mee kan komen. Iets waar ook Lucinda Brand op hoopt. De veldrijdster heeft speciaal meegetraind met de mannen van Sven Nys om haar vaardigheden te polijsten richting Roubaix.
Verder zal het goed zoeken worden naar de piepkleine Colombiaanse beloftenkampioen Arroyave in het roze. De kersverse aanwinst van EF Education wees onder andere Ineos en AG2R af om bij de vrijbuiters van EF te gaan kunnen koersen. Dit alles met maar één streven: als Colombiaan Parijs-Roubaix winnen. Iets wat nog nooit gebeurd is. Johan Museeuw, de laatste winnaar in natte omstandigheden geeft hem in ieder geval weinig kans, als is het maar omdat hij denkt dat slechts een renner of 30 a 40 de finish zullen halen.
De renners die de Velodrome van Roubaix uiteindelijk weten te bereiken hebben niet alleen de techniek, fysiek, het materiaal, de tactiek en de mentale gesteldheid mee…maar zijn net meer dan dat. Ze kiezen een fietshouding die naast aerodynamisch ontvankelijk is voor de juiste energie. Ze slurpen naast de modder daarmee ook toeval en geluk op. Ze omarmen de kasseien als een pasgeboren baby en zijn daarmee niet alleen uit het juiste hout gesneden, maar ontwikkelen liefde voor de koers waarna het hart zich vult met vloeibare kassei. Want of je Parijs – Roubaix nu wilt winnen of liefhebben als toeschouwer. Eenmaal meegemaakt is je hart voor altijd een klein beetje van steen.
De komende week staan de trainingen bij WattCycling in het teken van energiesystemen. Fietsen is meer dan wattages trappen. De juiste wattages, op het juiste moment, zonder je fiets of lichaam te slopen, is een samenspel die bepalend is voor het wielergeluk. Het is brute beenkracht verenigen met een zwierige tango binnen de grenzen van je eigen systemen. En dat is zonder kasseien al lastig genoeg. Kom trainen en raak weer een trap dichterbij de halfgoden in de modder.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren