Een junk naar mijn hart

 In WattCycling column

Zoals fietsen tegenwoordig in alle soorten, maten en materialen beschikbaar zijn, zijn verslavingen dat ook. Muziek, sport, kruiswoordpuzzels of Bugles met roomkaas… de keuze is reuze. Maar ook cafeïne, neusspray, bètablokkers en paracetamolletjes worden, als slokjes uit de bidon op een warme zomerdag, met speels gemak tot ons genomen. Het junk gehalte lijkt hierbij al iets hoger te liggen, maar omdat we ons hier emotioneel nog in kunnen vinden en mee kunnen binden vinden we het volkomen normaal.

En dan de smartphone. Waar ligt de verslavingsgrens? Hoeveel uur ben je daar vandaag mee zoet geweest? Heb je ook nog gesport? Iets geleerd? Gedanst? Afgesproken en met iemand gelachen? Nieuwe ideeën opgedaan? Doet dat er überhaupt toe? Anno 2020 stellen volwassenen per dag gemiddeld 5,36 (open) vragen en jonge kinderen meer dan 300. Op basis van deze categorisering ben ik als jonge adolescent benieuwd naar de grens van verslaving.

De eerste gedachte die te binnen schiet is die van het in het heden hunkeren naar iets wat je in het verleden hebt gehad. Of dat nou een gevoel van een PR op je favoriete rondje of een broodje kroket na een avond stappen mag zijn. Dat je bijna niet meer kan functioneren omdat je weet dat je zo erg naar iets verlangt. Hopelijk is dit herkenbaar en sta ik hier niet alleen in. Of misschien heb je dit al eens verder doordacht en ben je tot de conclusie gekomen dat het heden herkennen in het verleden wat krampachtigs heeft. Tautologisch gezien bevat het verleden altijd een achterhaald denkbeeld. Het ligt namelijk nota bene besloten in het woord zelf. Niet helemaal waterdicht dus…

Natuurlijk kunnen we wel genieten van het verleden. Merckx en Coppi zijn kunstenaars van hun tijd. Beelden van toen stuwen mijn lichaamspomp nog altijd naar hartslag drempelzone 4.  Daar mogen en kunnen we nu absoluut van nagenieten, zoals een Rembrandt van 400 jaar oud ook nog miljoenen kijkers trekt. Maar een verwachting of vergelijking trekken heeft aanzienlijk minder zin. Waar Constante Girardengo met een merino wollen shirt en een biefstuk in de broek als zeem op 5 versnelling reed, heeft Jan-Willem van Schip alleen al een stuur dat lichter en aerodynamischer is dan de rits in het merino shirt.

Heeft de verslavingsgrens dan meer van doen met in het heden hunkeren naar iets wat je denkt te willen, maar nog nooit hebt meegemaakt? De grenzen willen verleggen? Hier valt ook van alles aan te betwisten. Vraag maar aan Karsten Kroon, die na zijn carrière zonder verdoving zijn kiezen liet trekken om weer even de pijn van het fietsen te kunnen voelen.

Heidegger, die minstens zo controversieel is als de actie van Kroon, komt in zijn studie naar nieuwsgierigheid tot de constatering dat we steeds meer verleid worden door alles wat zich buiten ons voordoet, waardoor we het gesprek met onszelf verliezen. Maar hoe ga je bij jezelf ten rade wat vervullende en verrijkende invullingen van tijd zijn? Hoe liken we het diepere verlangen zonder ons erin te verliezen?

Zoals wel vaker bieden de stoïcijnen wat grip aan deze zelfsturing met wat mooie handvatten. Nog ver voordat Binda, Bartali en Magni de koersen bestierden kwamen zij tot de gedachte dat heftige emoties, zoals verlangens en verslavingen, voortkomen uit de ideeën die je hebt. Die emoties kan je niet wegnemen, omdat ze in principe door je eigen denken zijn gecreëerd. Dus ze mogen er zijn, maar jij controleert je emoties, en niet andersom. Dit is dus geen passieve houding (ik hou nu eenmaal van Bugles met roomkaas), maar actief (ik kan het niet laten stoppen met regenen, maar als ik alsnog ga fietsen is het rustig op de weg en zit er lekker veel zuurstof in de lucht).

Hierin ligt het gesprek met jezelf besloten. En de vorming van een identiteit die bestaat uit elementen die niet van vandaag op morgen afgenomen kunnen worden of kwijt kunnen raken. Een krachtige persoonlijke vrijheid die onvervreemdbaar is en weerbaar tegen welke potentiële verslaving dan ook.

Iemand die hier goed in lijkt de slagen is Achterhoeker, Gironees en Andorraan Robert Gesink. Na zowel de Tour de France als de Vuelta te hebben gereden koos de meesterknecht ervoor om na twee weken rust alweer op de fiets te stappen. Verslaving? Dat 1500 meter kuchje had hij wel gemist, maar vooral gezonde zin. Gesink belichaamt met zijn 189cm en net 70kg een man die van zijn hobby zijn werk heeft gemaakt. Een man die zijn hunkering naar avontuur en grenzen verleggen op twee wielen functioneel de baas is. Een semi actieve Instagram vol verse koffie’s in Girona en prachtige Strava foto’s van besneeuwde toppen op de mountainbike in Andorra doen een goede online/offline balans vermoeden. De waardes van Gesink zijn op zijn 35e beter dan ooit en het plezier en de voldoening stralen ervan af.

Je kan Gesink zijn racefiets afpakken, zijn heup breken, het laten sneeuwen, het wegseizoen tot einde brengen of hem in lockdown zetten op een balkon in Andorra, maar niets of niemand komt aan zijn liefde voor de fiets. Een gezonde verslaving als drijvende kracht. Een Junk naar mijn hart.

Komende week staan de trainingen bij WattCycling in het teken van kracht. Of je nu de binnentraining, buitentraining, het vroege uur, het late uur, de d’Huez of de HIT pakt… Train en gebruik die krachten! Laat je niet te veel verleiden tot stilzitten achter een scherm of met chocola gevulde lekkernijen en zet net als Gesink je krachten functioneel in.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts