Geprikkeld
Wielrenners zijn soms net wilde dieren. Of het nu een echte demarrage of maar een speldenprikje is; ze steken er aanvallend van tussen en laten de kudde achter zich. En ook al schieten ze er geen steek mee op, ze doorboren de orde van het peloton, bijten zich vast in hun concurrenten, en slaan een gat. Tanden op elkaar, handen van de remklauwen en op de meet delen ze de beslissende doodsteek uit. Voor een wezen zonder snavel, stekels, klauwen, hoektanden of hoorns wordt er door een renner dus nog aardig wat geprikt, gebeten en doorboord in de koers. Maar is de vaste prik ook de beste prik? … Lees verder!
Ik steek de hand wel eens in eigen boezem en kan bij hoge uitzondering vlijmscherp uit de hoek komen, maar dat staat in schril contrast met de puntige wapens en verdedigingsmechanismen die we in het dierenrijk tegenkomen. Wanneer we het grote dierenboek openslaan komen we een breed scala aan gewapende diersoorten tegen. Van tijgers tot roggen en van slangen tot insecten. Het arsenaal aan mogelijkheden waarmee ze kunnen verslinden, bijten, boren of klemzetten om de tegenstander met gif te injecteren zijn ongekend. De splijtende demarrages en gaatjes waarin gedoken wordt richting de eindsprint vallen aardig in het niet in vergelijking met de kundigheid van het dierenrijk. En dan neem ik kabinetstukjes van cactussen en vleesetende planten nog niet eens mee.
Neem bijvoorbeeld de legboor van een sluipwesp, onlangs uitgebreid onderzocht door Bingyang Zhang en Philip Anderson. Deze wespen gebruiken angels, die meerdere keren hun eigen lichaamslengte lang zijn, om hun eitjes in insectenlarven, fruit of zelfs hout te leggen. Ze hebben zulke ongelofelijke sterke en scherpe angels dat Jan Willem van Schip daar nog een honingpuntje aan kan zuigen.
De onderzoekers proberen zo veel mogelijk biologische aanvalstechnieken en doorboringsinstrumenten met elkaar te kunnen vergelijken en in een wiskundig model te vatten om zo te achterhalen hoe natuurkundige wetten de optimale vormen van snavels, stekels en angels beïnvloeden. En als het al niet bijzonder interessant was, begint dat het hier wel te worden! Deze modellen bieden ingenieurs buitengewoon veel inzichten en hulp bij het ontwikkelen van nieuwe technieken voor sport, lucht- en ruimtevaart, bouwmaterialen etc. De eerdergenoemde sluipwesp staat bijvoorbeeld aan de voet van medische naalden, en met behulp van een ijzersterke tand van een diepzeeslak kunnen we in de toekomst veiliger de ruimte in. En wanneer valkaakmieren hun cadans opvoeren, kunnen ze hun minikaakjes met ruim 100km/u op elkaar laten klappen en stevige en taaie materialen doorboren, waarbij ze op lage snelheid nog niet door een grassprietje heen komen. Combineer dat met de rechtheid van een stekel van het stekelvarken en de meerdere structuren van een legboor van de sluipwesp, en je hebt een massief wapen wat tijdens het prikken van vorm kan veranderen. Laat het Poetin maar niet horen.
De onderzoekers stellen dat vorm, formaat, snelheid en materiaal samen bepalen hoeveel energie er betrokken is bij een succesvolle beet of steek. En die energie wordt verdeeld over verschillende gevarieerde stappen. Iets wat weer vrij eenvoudig te vertalen valt naar de fiets, de koers, en de juiste energie leveren op het juiste moment. Want er moet genoeg energie over zijn om onderliggend materiaal te overwinnen en dieper door te dringen. En dat kan lastig zijn. Want tijdens het doorboren bouwt zich een elastische energie op die ‘terugduwt’ en daarmee de prik(kel) afremt. Een natuurlijke weerstand die naarmate je dieper doordringt, steeds lastiger wordt te overwinnen. Iets met laatste loodjes die het zwaarste wegen en curves die afvlakken. In sommige gevallen dwingt de elastische energie of weerstand het doorboringsinstrument zelfs met een schreeuw terug naar buiten. Klinkt bekend?
Het model is nog niet af, dus conclusies trekken kan dan te voorbarig zijn, maar wat nu al duidelijk naar voren komt is dat niet één prik(kel), steek of hoorn de beste is. Het is een combinatie van factoren van zowel eigen kunde, als adaptiviteit naar de omgeving en tegenstander, die een wezen uniek maken en laten leven. Wie dus zelf geprikkeld blijft, kan anderen prikken. Jezelf blijven doorgronden en heruitvinden, om een ander te kunnen doorboren.
Hoe fascinerend het ook is om de aandacht op dieren en planten te richten, zien we hetzelfde als we naar de sport kijken. We zien dan bijvoorbeeld een schaatsende Jordan Stoltz, die voor een andere trainingsprikkel dan de Amerikaanse selectie in Salt Lake City kiest, en onder leiding van Shani Davis in Milwaukee zichzelf op traag ijs blijft heruitvinden. Waar hij in 2020 nog 40e werd op de 1500m bij de junioren, wint hij nu in Stavanger op 18-jarige leeftijd in een baanrecord van de gevestigde orde. De concurrentie beet hebben van de bovenste plank als je het mij vraagt. Net zoals de Keizer van ’t Kuipke Iljo Keisse schaatskoning Bart Swings kennis laat maken met een ander vak. Swings, veelvuldig kampioen dankzij alternatieven prikkels, en blijvend op zoek op de ijzers en wieltjes, kwam goed uit de verf op de wielerbaan. Een baan waarop hij misschien ook Jutta Leerdam tegen gaat komen. Zij reed het 3km record van Laurine van Riessen uit de boeken op trainingskamp en wordt door kenners nu al als kanshebber gezien voor een Olympische medaille op de wielerbaan.
Vorm, formaat, snelheid, materiaal en adaptiviteit bepalen dus in zeer grote mate het wel of niet (over)leven van verschillende wezens. Deze factoren zijn samen bepalend voor de juiste hoeveelheid energie op het juiste moment, om de beslissende steek uit te kunnen delen. Wie zijn (sportieve) dromen wil laten leven, zal dus af en toe de angel uit de gewoonte moeten trekken en de vaste prik doorboren om geprikkeld te blijven. Want als je doet wat je al deed, krijg je wat je al kreeg…
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Komende week staan alle trainingen in het teken van variatie! We gaan modder happen bij de cyclocross, ons laten verrassen door het verkeer in het Spaanse Girona en een machtige klim op rijden in het prachtige Noorwegen. We gaan de grenzen van ons eigen kunnen en de Wattbike een klein beetje opzoeken, want je kan grenzen pas rekken of overschrijden, als je weet waar ze liggen!