Het Gedroomde Uur
Toen Filippo Ganna in de afsluitende tijdrit van de Giro d’Italia op 2 kilometer van de meet van fiets moest wisselen vanwege een lekke band bleek maar weer eens dat het leven, om met Godfried Bomans te spreken: “meer maandagochtend dan zaterdagavond” is. Dat hij ondanks dit incident een gemiddelde van 53,8 km/h neerzette en daarmee alsnog de winst wist binnen te slepen is ronduit fenomenaal te noemen. Dit smaakt ongetwijfeld naar meer. Maar naar meer van wat precies? Om daar achter te komen moeten we naar Kenia, Mexico en terug naar 1996…
Bijna altijd als er iets te zien, horen of bedenken valt, gaat in hetzelfde moment ook direct het tegenovergestelde door mijn gedachte. Dit kan verfrissen en relativeren, spontane avonturen in de hand werken, slapeloze nachten bezorgen, maar bovenal aanzetten tot dromen. En toen ik afgelopen zondag Filippo Ganna als een beestachtige geoliede machine zijn strijd tegen de klok zag afwerken kon ik het niet laten even weg te dromen bij de gedachte van een strijd met de klok. Een uur lang om precies te zijn. Een man, zijn fiets, en een tikkende klok. En dan niet zomaar het huidige werelduurrecord van Victor Campenaerts verbreken, maar 60 kilometer in 60 minuten.
Dat schier onmogelijk iets anders is dan onmogelijk bewees de Keniaanse langeafstandsloper Eliud Kipchoge in oktober 2019 door de marathon onder de twee uur te lopen. Triatleet Patrick Lange toonde afgelopen maand dat je de marathon ook in 2 uur 36 kan lopen. Zelfs nadat je 3.8 kilometer hebt gezwommen en 180 kilometer hebt gefietst met bijna 45 km/h gemiddeld. Na 7 uur en 45 minuten kon hij aan het Erdinger 0,0 bier. Met zijn hoge isotone waarde overigens een prima hersteldrankje. Het gaat vermoedelijk geen jaren meer duren voordat mannen onder de 7 uur en vrouwen onder de 8 uur op een Ironman gaan duiken.
Bij een uurrecord op de fiets staat de tijd al vast en ga je een heel ander soort relatie aan met de tijd. In plaats van er tegen te racen, wil je de tijd zo lang mogelijk aan je zijde, maar toch ook weer niet. Grote namen als Merckx, Indurain en Wiggins hebben dit simpele doch complexe concept met succes weten aan te pakken, maar nog veel meer renners zijn gestrand in hun strijd om vriendschap met de klok. Voormalig recordhouder Alex Dowsett zei ooit: ‘’Het is maar een uur, net zo lang als een aflevering Top Gear’’. Het is zelfs 25% korter dan een WattCycling training. Toch zijn de fysieke en mentale aspecten van zo’n uur tekenend in alle mogelijke opzichten. Mocht je Thomas Dekker in zijn badjas over het Amstelveld zien slenteren zou je het eigenlijk eens aan hem moeten vragen.
Het begint al bij de fiets. Alles wat je denkt te weten over hoe het is om op een zadel te zitten kan je over boord gooien. Ieder stukje is erop gericht om zo stil en efficiënt mogelijk op de fiets te zitten en zo aerodynamisch mogelijk te kunnen rijden. Dit komt in veel gevallen neer op hoe pijnlijker hoe beter. Tony Martin kan daar met schuurpapier op zijn tijdritzadel over meepraten. En wanneer je beelden van de Lotus 108 met Chris Boardman uit 1996 opzoekt schreeuwt alles discomfort. Alleen de houding brengt je schouders en hoofd al in zo een onnatuurlijke positie dat überhaupt een uur op de fiets zitten zonder te trappen voor het merendeel van ons stervelingen een bijna ondraaglijke opgave is. En dan heb ik het nog niet eens over de positie van de armen die de longen dicht drukken. Vanwege het vaste verzet is rusten ook geen optie. Nergens. Geen enkele micro seconde in het uur kan of mag verspild worden. Alles wat je ergens verliest of laat liggen, moet je in datzelfde uur weer inhalen. Dus naast de potentiele enige winnaar ben je vooral de enige verliezer door eigen toedoen. Vrij vertaald hebben we het hier dus over zelfkastijding nog voor dat je begonnen bent. Eenmaal bezig broeit, brand en schroeit het lichaam met de minuut meer en meer. Als een omgekeerde leegloper sluipt het zuur je lichaam in en vermorzelt je stukje bij beetje terwijl je op volle kunnen probeert te presteren. En dan is daar ook nog het mentale gedeelte. Eddy Merckx noemde de laatste 10 minuten de zwaarste tien uit zijn leven en Sir Bradley Wiggins kon geen andere woorden uitbrengen dan horror en marteling.
Even terug naar de positievere insteek van deze droom. Is het mogelijk… 60 kilometer in 60 minuten? Als ik zie dat er ongeveer drie Egan Bernalletjes in het linker bovenbeen van Ganna passen lijkt het mij van wel, maar zo makkelijk is dat nog niet. Er zijn momenteel maar een paar rijders op deze planeet die, los van alle technologische middelen en regelgeving, in de buurt komen van de benodigde fysieke capaciteiten. In de wandelgangen zwerven wat geluiden en data die erop wijzen dat Wout van Aert een van die rijders is. Dus mocht hij zich ooit gaan vervelen op de racefiets of crosser, ligt hem in ieder geval een mooie uitdaging te wachten. Maar voor nu lijkt toch de meeste hoop gevestigd op Filippo Ganna. Het enige wat hij hoeft te doen is zijn wereldrecord op de 4000 meter 14 keer te rijden, en nog net ietsje harder…
Volgens Robby Ketchel, performance scientist bij Team Ineos en ook de man achter het record van Kipchoge, is het mogelijk. Waar het marathon project de Vaporfly schoen en een gunstig parcours nodig had, zal bij wielrennen meer komen kijken dan een nieuwe wielerbaan en bijzondere fiets. Dan Bigham, baanwielrenner en voormalig aerodynamica specialist in de Formule-1 durft er wel wat hypotheses op los te laten. Hij stelt dat als Ganna met zijn huidige 193cm en 82kg op zeeniveau het record zou aanvallen, hij een uur lang 561,2 watt zou moeten trappen. Om dit in perspectief te plaatsen; Bradley Wiggins trapte slechts 430 watt bij zijn record in 2015. Wanneer Ganna naar het velodrome in Mexico zou gaan op 1887 meter hoogte, heeft hij vanwege de gunstige luchtdichtheid nog maar 515,9 watt nodig voor een uurtje. Deze hoogte zorgt echter wel weer voor een immense aanslag op de fysieke capaciteiten. En hoe een renner reageert op deze lage luchtdruk is weer per persoon verschillend. Kortom, we zijn er nog niet.
Ik ben me nog even gaan verdiepen in hoeveel koolhydraten een mens tot zich kan nemen gedurende activiteit, hoeveel Watt een aandrijfsysteem van CeramicSpeed zou besparen (ongeveer 10 watt) en hoe de manipulatie van luchtcirculatie door F DUCT nou precies werkt voordat het besef langzaam indaalde dat ik hier wel heel druk mee was in mijn vrije tijd. Sowieso al langer dan een uur. En verloren tijd wordt zelden teruggevonden, dus wanneer gedachtes groter worden dan de tijd die er is, knijp ik soms even bewust in de handrem om een afweging te maken. Verder met dromen of weer wat doen. En als het kan een combinatie van.
De lucht boven de Amstel begon al wat roze en oranje te kleuren toen ik me in mijn fietspak hees. Het strakste pakje wat ik kon vinden frommelde ik over een lijf wat een samensmelting is van Filippo Ganna en de zitzak van Filippo Ganna. Met een redelijk tempo liet ik de stad achter me, sloeg net na de Dorpstraat van Uithoorn linksaf, langs het tankstation en bij de stoplichten weer links. Waar de temperatuur nog altijd aangenaam was en de luchtdruk begon te dalen kwam ik aan op de droombestemming. Het lag voor me alsof het er nooit anders had gelegen. Strak en glad als de geschoren kuiten van een gesoigneerde Italiaan lag daar een prachtig stukje nieuw asfalt. Geen zijwegen, geen verkeer. Alleen het asfalt en ik.
Ik schakelde naar mijn 53×11 en bracht op dit vaste verzet de boel op gang. Handen in de beugels, het hoofd diep naar beneden gedoken, met de aero kousen hoog opgetrokken. Na een korte aanloop en een paar ferme trappen keek ik op de teller en zag 54,7 staan. Het begin is er. De handen gingen nog iets lager in de beugels en ik wierp mezelf uit het zadel om nog meer kracht te kunnen leveren. Mijn kin daalde langzaam tot ik ergens tussen de Garmin en mijn stuur een gaatje had gevonden waardoor ik nog dieper kon zitten. Met de bril stuiterend op mijn neus keek ik weer naar de teller en daar stond het. De 5 werd een 6. 60,2, 60,7, 61,4, 62,7, 61,1, 61.3… Het zal niet langer dan 10 seconden zijn geweest, 12 hooguit. Maar even voelde ik me Filipo Ganna. Even heb ik de misère gevoeld van 60 kilometer in het uur rijden. Dat is een van de mooiste dingen aan dromen en doen combineren… je kan zelf de hoofdrol spelen. En zo maak je iedere dag kans op het record van jouw eigen gedroomde uur.
Komende week staan er intervallen op het programma bij WattCycling. Geen uur lang volle bak rammen, maar een gedoseerde weloverwogen afweging tussen rust en flinke inspanning om het algehele fietsniveau op te krikken. Blijf niet zitten dromen en kom het vooral doen. Het kan hier en daar een beetje pijn doen in de benen, maar dat hoort erbij.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren