Het verwachte onverwachte (column)

 In WattCycling column

Het tweede weekend van April staat al bijna een jaar met kettingsmeer omcirkeld in de agenda. In de wielerlogica ook wel ‘’Het eerste moment na de Ronde van Vlaanderen waarop het absoluut zeker is dat er spektakel gaat komen’’ genoemd. Een weekend wat jaar in jaar uit ingeluid wordt met Goede Vrijdag, toeval?

Tweehonderdnegenenvijftig kilometer lang pure kunst over kasseienstroken, stoffige wegen om tot apotheose te komen in een machtig Velodrome waar meer dromen in duigen zijn gevallen dan in liedjes van Marco Borsato.

Zoals zoveel dingen is deze koers tot nadere orde uitgesteld. De vraag is nu of we de koers verliezen, of tijd (voor iets anders) winnen? We gebruiken tijd vaak als instrument om te laten zien hoe belangrijk we het of de ander vinden. Door tijd voor iemand te maken laat je immers zien dat je de ander als een gelijke behandelt. Het creëert vertrouwen en ontspanning. Dat maakt tijd voor iets of iemand maken wat mij betreft een van de grootste daden van liefde.

De beste manier om deze koers te eren is het dan ook de tijd geven die het verdient. Gezien de voorspelde stevige zuiderwind heb ik het parcoursrecord van Greg van Avermaet uit 2017 erbij gepakt. Met een gemiddelde snelheid van 45,204km/uur levert dat iets meer dan 5uur en 40 minuten koers op. Waar vooruitblikken doorgaans gebeurt vanuit de kennis die je al (denkt te) hebben, is het goed mogelijk om vooruit te kijken en als een gesoigneerde Nostradamus een voorspelling te doen. Zo geschiedde; uiteindelijk werd het 5 uur, 46 minuten en 17 seconden vanaf een zonnig bankje op de Dam, zwijmelend starend naar de kinderkopjes van de Paleisstraat. Vooruitkijken met een heimwee-zoet randje. Hieronder de beknopte samenvatting van Parijs – Roubaix 2020.

0km – Drukte bij startplaats Compiègne

Het is Servais Knaven, winnaar van de editie in 2001, die als renner met de meeste starts achter zijn naam (zestien) het startschot mag lossen vanaf het Kasteel van Compiègne. Een kasteel net buiten Parijs waar Napoleon heeft gewoond, Jeanne d’ Arc gevangen werd genomen en sprinter van het tweede garnituur Christophe Capelle nog altijd ronddoolt op zoek naar snelle sprintvezels. Het zijn de voorjaarsmannen Niki Terpstra, Jasper Stuyven, Edvald Boasson Hagen, Sep Vanmarcke, Oliver Naessen, Greg van Avermaet, Wout van Aert, Bob Jungels, Mathieu van der Poel en de meest recente winnaar Phillip Gilbert die op de voorste rij staan.

Bij het lossen van het startschot, geraakt de flodder uit het startpistool dwars door het frame en voorwiel van Mathieu van der Poel. Na kort overleg door jury en ploegleiders wordt besloten om, onder het mom van eerlijk koersen, van der Poel te laten starten op de stadsfiets van een toeschouwer. Enkele minuten na half een zijn de renners dan echt weg voor de 118e editie van Parijs-Roubaix.

120km – Het bos van Wallers – Arenberg

Na 120 kilometers koers en wat hypothetische demarrages, ravitailleringen en lekke banden ligt de eerste gruwelstrook te wachten. De Trouée d’Arenberg is een strook van 2.284 meter lang en gaat kaarsrecht in een dalende lijn dwars door het Bos van Wallers, met vlak voor het einde kort een stijl stuk omhoog. Het zijn de kuiten van Peter Sagan die hier tweemaal zo groot worden en het is Primoz Roglic die deze strook in de wintermaanden voor het schansspringen gebruikt. Waar Johan Museeuw in 1998 ten val kwam en zijn knieschijf brak, Philippe Gaumont in 2001 zijn dijbeen is het nu Jasha Sütterlin van Team Sunweb die een smakkerd van jewelste maakt. Met twee ontwrichte onderbenen krijgt hij van ploegleider Marc Reef een handbike van de volgwagen aangereikt en probeert Jasha als een soort Jetze Plat weer aansluiting te vinden tot het peloton.

Het is ploeggenoot Nils Eekhoff, ooit 15 minuten wereldkampioen bij de beloften, die tegen de orders van de ploegleiding in de kopman rol op zich neemt en direct een demarrage plaats. Hij pakt stayerend tussen de auto’s van de reclamekaravaan een voorsprong van 43 minuten. Niet veel later wordt hij gediskwalificeerd en uit koers gehaald. Kwaad stapt hij de ploegauto in en vult met zijn iPhone met barst in het scherm zijn Wikipedia palmares aan met bijna een uur lang winnaar van Parijs – Roubaix.

199km – Geliefd en gevreesd

Met bijna 200 kilometer op de teller gaat de spanningsmeter gelijkmatig met de benen en koppies nog dieper in het rood. De vijfsterrenstrook van Mons-en-Pévèle nadert. Wanneer men in het groene boekje erbarmelijk opzoekt krijgt men een foto van deze strook te zien. De kasseien zijn zo groot dat er regelmatig renners tussen verdwijnen en weken later, samen met voor uitgestorven gewaande diersoorten, worden teruggevonden. Met een lengte van 2.985 meter vrezen commentatoren Michel Wuyts en José de Cauwer voor de kansen van Mathieu van der Poel op zijn stadsfiets. Hij is al een poosje niet gezien vanuit de helikopter camera en het is wachten op stabiel beeld vanaf de motor…

203km – Hij leeft!

De Poelianen, of hoe je Mathieu’s volgelingen ook mag noemen, kunnen opgelucht ademhalen. Het was even zoeken in het peloton maar hij zit er nog! De kettingkast is inmiddels van de stadsfiets gerammeld en ook het achterspatbord loopt aardig aan. Maar vooralsnog is hij fris genoeg om de boodschappen, die nog in de fietstassen aanwezig waren, uit te delen aan zijn ploeggenoten in het peloton. Volgens vader Adrie is Mathieu gewend om met een Swapfiets over het strand te rijden en zijn de 35mm bandjes eerder een voordeel dan een nadeel op dit wegdek. Ook ploegleider Christoph Roodhooft maant iedereen tot kalmte en zegt dat dit allemaal onderdeel van een meesterplan à la Froome is.

225km – Nog nooit vertoond!

Elf stroken en ruim twintig kilometer verder is het moment daar. Wanneer men de nachtmerries die veroorzaakt zijn door Karbonkel, Saw en de Belgische Minister van Volksgezondheid bij elkaar optelt ben je ongeveer halverwege het aantal nachtmerries over deze strook: de Carrefour de l’Abre. De bochten zijn zo hellend dat het meer weg heeft van een kruising tussen een bobsleebaan en het mountainbike parcours van Amerongen dan iets waar je überhaupt met een racefiets bij in de buurt zou moeten komen. Het zijn de renners die kasseien bij het ontbijt eten die hier wel raad mee weten. Zdenek Stybar, Matteo Trentin en wonderkind Quinn Simmons leiden deze hobbelige dans, als daar plots vanuit het raam van café Auberge de l’Abre een soort touw opduikt. Met een reeks aan elkaar geknoopte binnenbanden, die in dit tubeless tijdperk nagenoeg overbodig zijn geworden, spant zich een koord vanaf een boom aan de ene kant, naar het café aan de andere kant. Daar zit Tom Boonen met een vers getapte Kwaremont in het kozijn en roept het codewoord: ‘’Ketonen!’’.

Waar alle ‘’Wolfpack’’ renners van Deceuninck – Quick-step hun hoofd naar het stuur brengen en rakelings onder het gespannen rubber door zoeven gaat de rest van het peloton op één grote hoop. Alleen de zingende Niki Terpstra van Total Direct Energie lijkt zijn oud ploeggenoten gesproken te hebben en ontspringt deze dans. Een nog nooit eerder vertoond stukje koersvervalsing! Maar waar Tom Boonen ontastbaarder is dan de koning van België haalt niemand het in zijn hoofd om hier wat van te zeggen, en gaat de koers stilzwijgend door. Huidige stand van zaken: Stybar op kop, de rest van Quickstep en Niki Terpstra op +40 seconden en een opgekrabbeld peloton op +2.49 minuten.

258km – La Grande Finale!

Het is zoals verwacht Zdenek Stybar die onder luid gejoel van het publiek als eerste de piste van Roubaix opdraait voor de laatste twee ronden. Gaat hij na tweemaal zilver nu eindelijk dit prachtige monument binnenslepen? Podiummiss Alizee doet nog even lippenstipt op en oefent de laatste pasjes van haar speciale choreografie voor een Tsjechische overwinningsdans, als daar het verwachte onverwachte plaatsvindt.

Het is Mathieu van der Poel die op de nog verder afgetakelde stadsfiets op een halve ronde de piste als tweede op komt rijden! Met niemand minder dan Greg van Avermaet op de bagagedrager en Niki Terpstra op de stang komt hij de houten latten van de velodroom op gezoefd. Wanneer de bel voor de laatste ronde klinkt werpt hij hen, samen met de laatste restjes handgel en Ben & Jerry’s uit de fietstassen, in het publiek en gaat hij uit het zadel om vol op de pedalen te gaan staan. Met nog twee rechte stukken en één bocht te gaan stuurt Mathieu hoog de piste in om het publiek alvast van high fives te voorzien en als een torenvalk van boven te loensen waar Stybar zich bevindt. Met een karakteriserende duik, zoals we het hem vaker hebben zien doen op de mountainbike en crosser, duikt hij naar beneden om langs de Cote d’Azur te jagen op het wiel van Stybar. Bij de laatste bocht heeft hij het wiel te pakken en gaat het publiek in de volle lentezon op de banken staan voor een sprint-a-deux!

Die laatste paar seconden lijken eeuwig te duren, maar het zijn de oma fietsbanden van Mathieu die net iets dikker zijn dan de S-Works Turbo bandjes van Stybar en op de fotofinish het verschil maken.

Mathieu van der Poel wint Parijs – Roubaix! Kort na de finish wordt bekend gemaakt dat de laatste twee rondjes op de piste van Mathieu een nieuw wereldrecord zijn en dat hij per direct is opgenomen in de teamsprint ploeg voor de Olympische Spelen in Tokio. Wat een zondag!

Waar 2020 het jaar van Mathieu van der Poel, vliegende auto’s en vakantiereizen naar de Maan moest worden, moeten we het doen met retro ‘troost’ koersen, leren we handen wassen en slaat hier en daar de verveling toe. Tijd voor een break. Voor een kleine ‘pauze’ uit dit scenario, om te focussen op mooie zaken zoals fietsen. De geest even de vrije loop van vrijheid laten gaan. Tijd voor een weekje op trainingskamp met WattCycling.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts