Hunkeren naar de Hel (WattCycling column)
In verband met de Franse verkiezingen heeft het een weekje langer geduurd dan normaal, maar het is er weer. De kriebels. De verliefdheid. Een hunkering die zich sneller verspreid dan een verkoudheid op het kinderdagverblijf. Dit weekend liggen er naar schatting 5.886.720 kasseien te wachten, waarvan sommigen meer dan 100 jaar oud, om tegendruk te bieden aan de mannen en vrouwen die hier overheen denderen. Ze zijn de aanzet tot lekke banden, kapotte wielen, blaren op de handen, spierpijn en fracturen. Maar bovenal, een aanzet tot liefde. Lees verder!
Een fiets is meer dan een stuk gereedschap, of een accessoire om aan de muur te hangen. Het is meer dan een vervoersmiddel, een manier om ergens te komen. Een fiets is bovenal een manier om ergens te zijn. Jij en je fiets. Ergens. En daarmee nergens anders. En voor meer dan 120 jaren is er één zondag in het jaar, waarop een groep renners van over de hele wereld, besluit tot het uiterste te gaan op de 250 kilometer die Parijs en Roubaix van elkaar scheiden. Een route van pijn, opwinding en heroïek. Zij die willen winnen hoeven niet alleen te hopen op geluk, maar zullen ook moeten bidden voor het uitblijven van pech.
En het zijn de puristen die kasseisteen en been klagen over deze veel te grote rol van pech, waardoor het een onzuivere krachtmeting zou zijn. Een oneerlijke strijd waarin je niet kan vertrouwen op wat men denkt te weten. Een soort Russisch roulette, waar we momenteel al overvloedig mee te maken hebben. Kwetsbaarheden worden (gek genoeg) gezien als zwakte en dienen gereguleerd te worden. Want regels plaveien de weg naar de minste weerstand.
Gelukkig, zou ik bijna zeggen, zijn ook romantici. Mensen die de charme van een horde met waterbak bij een 3000 meter steeplechase op de atletiekbaan als meer zien dan een uit de paardensport overgewaaide hindernis. Mensen die meebewegen met de tijd, maar even weten stil te staan wanneer het universum daar om vraagt. Mensen die met hun ogen dicht twee uur lang een curlingwedstrijd op televisie nauwgezet kunnen volgen door alleen naar het geluid van de bezem en de boener te luisteren. Mensen die de heroïek wel een handje willen helpen.
Waar Mohoric Milaan – San Remo won met behulp van een dropper post, was het vorig jaar Sonny Colbrelli die dankzij een speciale band niet van fiets hoefde te wisselen toen hij twee keer lek reed en Mathieu van der Poel klopte in de eindsprint op het velodroom. Dit jaar is er een Nederlandse noviteit genaamd Atmoz die het mogelijk maakt om onderweg de bandenspanning te verhogen of verlagen. Dit alles om de strijd aan te kunnen gaan met de kasseien. Verwoestende stenen, waarvan er drie in de sauna van Fabian Cancellara in Zwitserland liggen, die garant staan voor pijn, uitputting en afgrijzen, maar ieder jaar opnieuw van liefde worden voorzien.
Les Amis de Paris-Roubaix worden ze genoemd, de vrienden van Parijs-Roubaix, de hoeders van de legende. In 1977 mocht de winnaar van deze helleklassieker voor het eerst een kassei in de lucht steken als trofee. Een eer die toepasselijk was weggelegd voor Roger de Vlaeminck, Monsieur Paris – Roubaix, die hem dat jaar voor de vierde keer won. Het was om de koers een nieuwe impuls te geven, maar ook een romantisch lobby beeld voor het behoud van de stroken, die met asfaltering werden bedreigd. Een groep liefhebbers, romantici van over de hele wereld, komen ieder jaar eind maart richting de regio om vrijwillig de kasseien te verzorgen en klaar te maken voor de koers. Een gezamenlijke verliefdheid die is uitgelopen op een heroïsch huwelijk. De rest van het jaar worden de kasseienstroken op wat verdwaalde wielertoeristen en een lokale boer op zijn tractor na, nauwelijks gebruikt. De stroken in ere houden of herstellen is voor de aanliggende dorpjes een verloren investering.
Gelukkig is er dan die verliefdheid. Die o zo verdomde verliefdheid. Een krachtig gevoel doordrenkt met geuren van lente, modder en koffie. Mensen die, ieder met een eigen verhaal, een klein stukje van hun hart hebben gevuld met gesteente uit Noord-Frankrijk. Vrienden zijn het, die geen woorden vuil maken aan iets wat onbeschrijfelijk mooi is. Die sprakeloosheid in stilte ook mooi laten zijn. En als er al sprake is van een Return on Investment, dan is dat voor de renners en rensters die dit weekend de onwaarschijnlijke cocktail van zelfpijniging, balans, wanhoop en geluk gaan opzoeken en zich op kunnen maken voor meer dan 55 kilometer aan kletterende kasseien besmeurt door het slijk der aarde.
Het wordt glibberen, glijden, rijden, vallen en weer opstaan. Het ene moment kiezen voor een waterig geultje langs de weg om vervolgens weer noodgedwongen en doorgeslagen op de juiste rug van de kasseien te rijden. En het zijn de vrienden die na weken van onderhoud, vervanging en reparatie niet meer op de knieën hoeven te zitten, maar kunnen staan. Met de borst vooruit. Een borst, gevuld met een stenen hart. Een hart dat meevoelt. Dat meeleeft. Dat meedoogt.
Het is hard werken voor de vrienden, maar het ultieme werk van liefde. Liefde voor, liefde door en liefde aan. Met dank aan de hunkering naar de Hel.
Komende week staat bij iedere training de Ramp It Up op het programma. Net zoals liefde voor de koers zijn begrenzingen kent, kent ons eigen lichaam dat ook. Met wisselende weersomstandigheden, thuiskantoren en quarantaines kan het goed zijn dat de grenzen van onze zones iets verschoven zijn. Kom dus komende week op een vlakke ondergrond met airco de pure trainingszones weer bepalen, om zo efficiënt te kunnen blijven trainen, en als een romanticus te kunnen genieten van wat de fiets te bieden heeft.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren