In Rook Opgegaan

 In WattCycling column

Hoeveel zullen het er geweest zijn? Vijfendertig? Vierenzeventig? Duizend? Waar voor de wedstrijd van Ajax tegen Napoli nog een indrukwekkende minuut stilte werd gehouden om met de gedachte bij de stadionramp in Indonesië te kunnen zijn, was de tamme ambiance rondom het stadion na de wedstrijd er evengoed een om kippenvel van te krijgen. Volwassen mannen en vrouwen, in ieder geval qua leeftijd, stonden stilletjes in de verte te staren. Niet voor een diepzinnige Instagram foto of overdenkende hoe ze bij thuiskomst hun huis moesten gaan isoleren. En ook het nieuws dat de productie van appelmoes en doperwten stil komt te liggen leek er maar beperkt in te hakken. Nee, dit ging over een van de belangrijkste bijzaken in het leven: voetbal. Een negentig minuten lange lijdensweg die in stilte werd verwerkt met bier, hier en daar een traan en opvallend veel sigaretten… lees verder.

 Een mooie afgeleide van emotie bij sporters is de emotie van sportfans. Liefhebbers, die hun stoutste dromen en verwachtingen waarheid zien worden of juist in rook op zien gaan. Wanneer het spel op het veld tegenvalt, valt daarbuiten op de tribunes dan ook meer dan genoeg te zien. Grimassen, fronzen, ingehouden adem en overstrekkende juichende vingers. Als je bedenkt dat op dit moment slechts 38,5% van het internetverkeer menselijk is, en de overige 61,5% bestaat uit niet-menselijke bots en tools, is het extra fijn om deze menselijke live sensatie op je in te laten werken. Want net zoals bruine bonen, bouwmateriaal en fietsenmakers waar je zonder afspraak de werkplaats in kan lopen, lijkt dit een schaarser goed te worden.

Wat buitengewoon opviel was het aantal mensen dat deze sportemotie verwerkt met behulp van een sigaret. Nadat de tabaksindustrie wat jaren geleden met de pijp op de vingers was getikt en schikkingen voor bedragen van tweehonderd en zes miljard trof, leek het een klein beetje uit het zicht verdwenen. De aandacht voor niet-overdraagbare ziektes verschoof van het oude Big Tobacco roken, naar het nieuwe roken in de vorm van Big Food, Big Soda en Big Alcohol. Want hoewel we gemiddeld genomen gezonder zijn geworden door medische innovaties, zijn we in menig opzicht wel ongezonder gaan leven. En waar onder het mom van live slow ride fast biertjes, barbecue en liters koffie nog wel worden aangeprezen, lijkt er de laatste jaren een steeds duidelijkere grens te zijn ontstaan tussen (top)sport en de versnaperlijke geneugten van het leven. Waar menig amateurrenner tegenwoordig zijn darmkanalen gezond witwast met de Jumbo – Visma food app van de pro’s, was dat in het verleden wel anders.

Wielrenners uit de oertijd hadden totaal geen problemen met een sigaret hier of daar. Waar elkaar het vuur aan de schenen werd gelegd steeg de rook met regelmaat boven het peloton uit. Wanneer de rijstevlaai uit de ravitaillering iets gezakt was en de plaspauze erop zat, was het geregeld “tied voor ’n pafke”. Ploegleider Karel van Wijnendaele, die zijn renner Thollembeek wel eens voorzag van een sigaar tijdens de koers, zei hier ooit over: “Gij noemt het verkeerd, maar wat is erger: dat hij (Thollembeek) met een sigaar bij de drie leiders komt of dat hij zonder sigaar de course verlaat, opgeeft? Als hij in de course, wat vermoeid, in volle, harde strijd om een sigaar vraagt, dan is het omdat zijn lichaam een stimulans begeert.” Dit doet me denken aan de vraag wat erger is; Een wolf die huilt voordat hij een lammetje opeet, of een wolf die dat juist niet doet?

Thollembeek was bij lange na niet de enige renner die zijn lichaam een tabaksvolle stimulans gunde op of naast de fiets. Gino Il Grande Fumatore Bartali bestond naast bijzonder veel klasse voor 50% uit teer en nicotine. De vrome woorden van de voorbeeldige Italiaan die kabbelend, klimmend en raspend over zijn lippen kwamen hebben meer dan eens de nierstenen van opdringerige journalisten vergruisd. Verstopt in een zeepdoosje rookte hij altijd een sigaretje voor het slapen gaan. Een geheim ritueel, dacht hij. Maar als je zijn stembanden hoorde trillen als een op hol geslagen scheerapparaat met een bijna lege accu die ergens halverwege zijn keel hing, wist je direct beter. Ook Fausto Coppi is meermaals met stevig tabak tussen zijn lippen gefotografeerd. En wat te denken van de immer grijnzende Wout Wagtmans, die op zijn peukie beet omdat hij anders goedlachs naar beneden zou vallen. Peter Post, die net zoveel rook ketterde als in het peloton etterde en de immer paffende Jan Stoomboot Raas. Monsieur Chrono Jacques Anquetil was zo goed tegen en met de klok dat hij naast vele tijdritten en vijf keer winst in de Tour de France altijd een moment zag om een pakje sigaretten en wat glazen champagne weg te werken. Eddy Merckx maakte in zijn hoogtijdagen zelfs reclame voor r6-sigaretten, iets dat ik zijn gedroomde opvolger ‘Eddy’ Evenepoel niet meer zie doen. En grasmat grootheid Johan Cruijff zat ook meer dan eens met een brandende Roxy in de kleedkamer, net zoals de Braziliaanse voetballegende Socrates die met een doktersdiploma op zak rookte als een schoorsteen en dronk als een Paul Gascoigne.

Zoals de Champions League ambities van Ajax deze avond in rook lijken op te zijn gegaan, lijkt de rokende renner of sporter ook uitgeblust. En dat is beter dan opgebrand. Het op- of uitbranden kan je immers maar beter voorkomen. Voor Johan Cruijff was daar een spannende nacht voor nodig. De Amsterdammer is pas 43 als hij op 27 februari 1991 tijdens een wandeling met zijn vrouw last krijgt van zijn hart. El Savador gaat 2,5 uur onder het mes, moet het wat rustiger aan gaan doen, en bovenal per direct stoppen met de tientallen ongefilterde sigaretten per dag. Cruijff verruilt de sigaret voor de lolly, en binnen afzienbare tijd verdubbelt de verkoop van Chupa Chups Lolly’s in Catalonië. Met de huidige suikertaxen en gasprijzen is Gas op die Lolly misschien niet het beste alternatief, maar we kunnen hier wel een boodschap uithalen. Soms moet je even opnieuw ijken. In stilte even de verwachtingen en patronen bijstellen. Refreshen, noemen we dat volgens mij digitaal. Het liefst voor dat het te laat is. Want dan kan er gezond gewerkt gaan worden aan het herdefiniëren van grenzen, doelen en ambities. Dan roken we niet op, maar wakkeren we het vuur weer aan.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen in het teken de MaxRamp. Bij WattCycling traint iedereen in zijn eigen vermogens en hartslag zones, om de effectiviteit van de trainingen zo groot mogelijk te maken. Door (on)gezonde omstandigheden, invloeden en (gebrek aan) training veranderen die zones.  Zo nu en dan de trainingszones weer kalibreren en herdefiniëren is dan ook zeer belangrijk. Een persoonlijke reality-check, waarin je nooit met 1-6 kan verliezen… Tot volgende week!

Recent Posts