Jeugdliefde
Een op hol geslagen hart, hyperventilatie, slapeloze nachten, het gevoel de wereld aan te kunnen en toch ook weer niet – het lijken wel de symptomen van de tropische ziekte die Fausto Coppi fataal is geworden. Maar dit alles speelde zich gewoon af in een boerengehucht in de Bollenstreek. Een eerste verliefdheid, waarin je nog zo heerlijk onbevangen bent, heeft de potentie een allesoverheersende ervaring te zijn die je nooit helemaal zult vergeten. Je weet nog niet echt wat liefde is en je hart is ook nog nooit gebroken, waarmee je jezelf er gemakkelijk helemaal in verliest. Maar wat als je in kilometers de wereld rond bent gereden op je jeugdliefde en dus mag uitkijken naar een nieuwe vlam? Lees verder?
Geen slecht woord over een gember, citroen of bieten shotje in de morgen, maar dat is geen garantie voor een dag zonder zorgen. Heel even de boost, het scheeftrekken van het gezicht gevolgd door wat gerommel in het lijf en dan opstaan met het vertrouwen dat je je lichaam een juiste kickstart voor de dag hebt gegeven. Erg lekker en een fijn ritueel, maar het kan niet tippen aan wakker worden naast die éérste liefde. Een soort high wat je deed verlammen tot aan je tenen aan toe. Dat je nog niet wist of je drugs nu met een G of en K schreef, maar dat dit wel het effect moest zijn. Alleen het idee al dat je het mocht aanraken waar je wilde. De glinstering die verscheen als het ochtendzonnetje door de gordijnen op haar scheen. En wat te denken van de geoliede ketting om haar nek. Gedragen door de kettingbladen als een Egyptische prinses door haar dragers. Strak en toch ontspannen. Het effect van een jeugdliefde, met of zonder wielen, kan nog jaren en jaren rondjes door het hoofd rijden.
Ik vraag me soms af of het mogelijk is om die bijna obsessieve gepassioneerde intensiteit uit mijn jeugd her te beleven. Kan je zoiets überhaupt nog herbeleven of opnieuw creëren in al zijn extremen als je de dertig eenmaal gepasseerd bent? Ik durf te stellen dat ik nog genoeg door het leven banjer dat ik er met enige regelmaat bij in de buurt kom. Misschien kom ik zelfs iets te vaak in een willekeurig outfit, in een nog willekeuriger gezelschap op roekeloze wijze op een verrassende plek terecht. Maar goed, van in een Supermanpak van het Scheepvaartmuseum naar Artis zwemmen is nog nooit iemand slechter geworden.
Die roekeloosheid waarmee je als vat vol onzekerheden toch het lef hebt om iemand te verleiden of een schijnbaar onbereikbare top te beklimmen heeft iets verzoenends. Iets dat makkelijker lijkt te gaan wanneer je jonger bent. Bij je eerste liefde kan je overtuigd zijn dat ze niet in je geïnteresseerd is en je voor aap loopt in je pakje, maar anderzijds ook het gevoel hebben dat je misschien wel precies degene bent waar die ander heel het leven op heeft gewacht en jij het verschil kan maken.
Maar wat doen we er aan? Treuren om de verloren emotionele intense spanningen terwijl de gedefinieerde kuitspieren plaatsmaken voor rimpels op het voorhoofd? Mijn ene jeugdliefde is inmiddels dusdanig bezweken onder mijn gewicht en wattages dat hij het einde van de straat niet meer haalt, en mijn andere jeugdliefde haalt het einde van de straat net wel, zij het met een kind en man aan de hand. Dus hoe ga ik die oude gevoelens, die vrij universeel lijken te zijn, nieuw leven inblazen? Of is de simpele, standvastige, saamhorigheid goud waard en moet ik me gaan leren kalibreren op een andere levensfrequentie?
De mooiste herinneringen met je jeugdlief staan vaak in het teken van lachen, samen iets te hebben ondernomen dat de geest heeft gevoed, alle tijd en ruimte te hebben gecreëerd voor gekkigheid of eindeloze uren kletsen. De vrijheid om spontaan te zijn en elkaar iets te laten doen wat je eerder nog nooit overwogen had kleeft als tubeless bandenmelk aan die gedachte. Maar, zijn dat niet gewoon dingen die net zo goed kunnen met een huidige of nieuwe liefde?
Het ophemelen van een oude liefde kan een manier zijn om onszelf te wapenen tegen een tegenvallend (fiets)leven. Een soort fietsgelachtige bitterzoete vluchtfantasie: Wat zou er van me geworden zijn als ik toen andere keuzes had gemaakt, als ik bij hem of haar was gebleven? Stel dat ik toen wel nog één ommetje had gemaakt en de Mont Ventoux was opgereden, had ik misschien zoveel meer van mezelf (als renner) kunnen maken, een anders mens kunnen zijn en (de wielersport) nog zo veel beter kunnen liefhebben. Maar echt liefde is dat fantaseren niet, eerder een gevulde bidon met een romantisch slaapmiddel.
Een jeugdliefde lijkt soms een aantrekkelijk voordeel te hebben vergeleken met huidige of toekomstige liefde: Hij of zij kent ons namelijk niet. In de jaren die zijn verstreken heeft de jeugdliefde ons niet van dichtbij meegemaakt en daardoor gemist hoe onnodig moeilijk we deden, we ruzie zochten of hoe onuitstaanbaar we waren en veel dingen niet hebben gedaan uit twijfel of luiheid. Hierdoor heeft diegene een herinnering aan ons kunnen bewaren die zo onaangetast is als een frame zonder krasjes. Jong, fris, mooi, vol hoop, energie en idealen. De gierende hormonen vormen herinneringen in de amandelkern van het brein en wanneer je daaraan denkt, elkaar weer ziet, hoort of elkaars geur weer opsnuift komen die vertrouwde gevoelens in hevigheid naar boven borrelen.
De enige echte liefde die we altijd lijken te hebben, is de door ons geleefde liefde. Met iemand die ons steeds weer ziet zweten en vallen, maar telkens weer helpt met opstaan. En voor wie wij hetzelfde mogen doen. Je bent nooit helemaal zeker van de impact die jij hebt op je omgeving. Je weet nooit hoeveel die ene glimlach bij het stoplicht voor de ander betekent. Dat ene stukje tegenwind die vreemdeling uit de wind houden, die net langere aflosbeurt of toch die zondagochtend vrij maken voor een lange rit met een goed gesprek. Pak af en toe een strookje gras langs de weg of een mooi gravelpaadje om zo even de controle te verliezen en de spanning en sensatie van comfort- en techniek grenzen op te zoeken. Wacht niet met kleine momentjes van liefde opzoeken totdat de ander eerst gaat, wacht niet op betere omstandigheden, wacht niet op iets of iemand uit het verleden met de hoop dat het nu allemaal anders loopt.
Het buitengewone gevoel van jeugdliefde fietst altijd en overal met je mee. Het enige wat je nodig hebt is de techniek om het te kunnen leven.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren