Koersdutje (WattCycling column)
Als een natte tosti mocht hij, Jérémy Lecroq, er als eerste aan beginnen: de Tour de France van 2022. In de kleuren van B&B Hotels-KTM rolde hij door de regen als een stevige in een ergonomische oven gegaarde baguette soepeltjes van het startpodium af. Een baguette die ongetwijfeld delicieux smaakt bij het uiensoep kleurige shirt van Jumbo-Visma. Het uien-shirt, een eerbetoon aan de Hollandse meesters, is dusdanig om van te huilen dat Wout van Aert zich binnen enkele dagen zowel in het groen als het geel ergert. Met bijna 400km aan vlakke kilometers door Denemarken om mee te beginnen lijkt de tijd rijp voor een van de fundamenten van drie weken Tour de France: hét koersdutje. Al zou die tijd zomaar eens voorbij kunnen zijn… Lees verder!
Je bent pas renner als je de Tour hebt uitgereden hoor je wel eens zeggen. Voor meervoudig wereldkampioen en tevens Italiaans levend kunstwerk Filippo Ganna is zijn Tour debuut dus niet alleen een mooie kans om de proloog te winnen en het geel te pakken, maar zich dus ook ein-de-lijk wielrenner te kunnen noemen. Hij start samen met andere kanshebbers als Mathieu van der Poel en Stefan Bisseger vroeg, vanwege de verwachte regenval. Daarna volgt er nog een goed anderhalf uur met enkele outsiders als Mikkel Bjerg en Yves Lampaert voor de ritzege, maar toch minder noodzakelijke namen om mee te kijken, schrijven en klokken. Een mooi moment om de stopwatch op wekker-stand te zetten en even de ogen te sluiten tot vlak voor de laatste rit. Een momentje dat ik mezelf de 49 andere weken in het jaar niet of nauwelijks gun, maar gedurende de Tour de France als noodzakelijkheid beschouw voor het met genoeg aandacht kunnen volgen van de koers.
Het is een beetje als zo’n glazen sneeuwbolletje dat je heen en weer schudt. Het ziet er prachtig uit, maar je zult het toch echt weer stil moeten zetten voordat het tot rust komt. Nu ben ik zelf niet half zo prachtig als de ader over de linker musculus gastrocnemius van Filippo Ganna, maar moet ik af en toe wel tot rust komen. De Tour de France is zo’n chaotische koers dat dubbeltjes meer kanten op kunnen vallen dan alle andere weken van het jaar. Dit tegelijkertijd met nog meer oogstrelend voetenwerk op het gras van Wimbledon zorgt ervoor dat ik mezelf deze weken van het jaar zo’n momentje gun. Mijn hoofd net in het zonnetje en half op de leuning van de bank, met de benen lichtjes opgetrokken. Een houding die ik heb afgekeken van Brutus, een Duitse herder die zijn overactiviteit op deze plek en positie doorgaans tot rust wist te brengen.
En terwijl ik het Sporza scherm weg klik, de immer parate kennis van Stef Clement op mute zet, en op het punt sta mijn ogen te sluiten, krijg ik een appje binnen. Een berichtje van iemand met wie ik weinig spreek, maar als we elkaar treffen ben ik altijd aangenaam verrast. Het laatste telefoongesprek bracht ons van het patroon van slakkensporen, via de Noorse benamingen voor een snor, tot aan het effect van lood op de kwaliteit van zwemwater. En wanneer hij stuurt: ‘’Ik heb een fiets gerelateerd weetje dat je mogelijk kan bekoren’’, kies ik er voor de zekerheid toch even voor om wakker te blijven.
Als iets alleen al klinkt als het begin van een slecht verhaal of een flauwe mop, weet je bij hem juist dat je goed zit. De tekst ‘Een kennis van een collega van mijn vriendin…’ deed de verwachtingen dan ook alleen maar stijgen.
De vage kennis van de vage kennis bleek Douwe van Hinsbergen te zijn. Een van de initiatiefnemers van de Geo Tour de France. Onderzoekers uit zeven verschillende landen hebben zich verbroederd, wat in deze tijden al een hartverwarmende gedachte is, om per etappe het natuurlijke decor van de Tour de France te beschrijven. Er zijn flink wat wielrenners die geïnteresseerd zijn in de omgeving waar ze of de renners doorheen rijden en er zijn nogal wat geowetenschappers die van wielrennen houden, dus waarom de wielercommentatoren niet helpen met wat kennis over de landschappen en de onderliggende schatten?
En waar ik opgekruld een recupererend koersdutje in dromenland had moeten doen, bevond ik me plots midden in de overblijfselen van drie oercontinenten, langs sporen van een meteoriet die het dinotijdperk inluidde. Van gletsjers tot rivieren en van uitgedoofde vulkanen tot een fascinerend stukje Saoedi – Arabië in Parijs. Het ene fenomeen nog verwonderlijker en interessanter dan het ander! Ongekende feitjes, tijdschalen, foto’s en vragen brachten me in een wereld waardoor het gras van Center Court Wimbledon niets meer leek dan een geforceerd aangelegd trapveldje. Waar ik al weken sta te trappelen en de dag start met een rondje langs de Windfinder velden in de hoop op een waaieretappe, zat ik nu zonder m’n ogen knipperen te wachten op een stukje gras langs de weg waar een oude rivier onder zou liggen.
Bij het woord Geo denk in niet meer aan oud Giro winnaar Tao Geoghegan Hart. Maar aan alle landschappen die meer geheimen, wonderen en verhalen bevatten dan de dromen tijdens een koersdutje.
En slapen…dat kan altijd nog. Dat koersdutje stel ik wel uit tot de Vuelta.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Komende weken staan er naast de reguliere trainingen ook speciale Tour de France trainingen op het programma bij WattCycling! Kijk het einde van de koers vanaf de Wattbike en sprint, klim of demarreer mee met het peloton voor de zege!