Krachtige Kunstenaars

 In WattCycling column

Net zoals de oude Grieken kent het peloton wat goddelijkheden die het eeuwige leven lijken te hebben. Waar Philippe Gilbert, Greg van Avermaet en Marco Marcato tegen de 40 lopen, zijn Alejandro Valverde En Óscar Sevilla die grens al een fietslengte gepasseerd. Davide Rebellin spant de spaak door komend wielerseizoen 50 kaarsjes uit te blazen terwijl hij voor een goed klassement koerst in de Ronde van Cambodja. Wat is hun geheim? Om hierachter te komen duiken we niet het Toscaanse stof van de Strade Bianchi in, of de Italiaanse voetbalwereld, waar verdedigers pas tot wasdom komen als ze minimaal 30 jaar op eikenhout hebben gerijpt, maar reizen we verrassend genoeg richting de zandbak van Qatar… Lees verder!

Met de vertrouwde knalrode tennistas over de rechterschouder liep Roger Federer over het sportcomplex van Doha. Na ruim 13 maanden en twee knieoperaties keert hij op 39-jarige leeftijd terug op de baan. Zijn loopje is ontspannen, als altijd. Niets wijst erop dat de Zwitserse kunstenaar die zelden tot nooit geblesseerd is geweest nu terugkomt van een lange onderbreking. De baan waarop hij zijn eerste trainingen afwerkt richting zijn rentree ligt in de schaduw van de tribune, met daarop een enorme afbeelding van zijn eigen hoofd. Een glimlach zo zacht als Zwitsers kaasfondue, en vriendelijk als een knuffelbeer die uit een lange winterslaap komt.

Spelend in de schaduw van zijn eigen legende dartelt hij, als een jongetje dat eindelijk weer mag doen wat hij zo leuk vindt, ogenschijnlijk moeiteloos over de baan. Het blauwe hardcourt hier en daar met handen en voeten bevoelend en bijzonder scherp gefocust op de vervorming van de tennisbal. Iedere tennisbal en ondergrond vormen hun eigen stuiterende natuurwetten. Een goede bal en een goede ondergrond maken nog geen goede stuit. Net zoals een goede wielset en een goede buitenband geen garantie zijn voor minimale rolweerstand. Slecht een paar rally’s heeft Roger nodig om dit samenspel aan te voelen en zich hier met een perfecte timing naadloos bij aan te sluiten. Federer is volledig in control en lijkt niet alleen het spel, maar de tijd überhaupt, naar eigen wens te kunnen versnellen en vertragen. Feilloos. Het zou me niets verbazen dat als je Roger halverwege een stuk in een orkest neer zou zetten, met welk instrument dan ook, hij loepzuiver mee zou kunnen spelen. Een artiest in de rol van atleet. Of kunstenaar in de rol van een liefhebber. Ik denk zo maar eens van alles wat.

Na enkele minuten zitten er wat zandkorrels op de lijn en valt het geluid even weg. Ik betrap mezelf erop de geluiden van het zwaaiende racket, het lichte voetenwerk en de clash tussen bal en besnaring eigenhandig toe te voegen. Woesj, Pats, tik tik tik zoeffff, tik tik tik, zoeffff.  Of het licht erotisch, pure kunst of een prachtige vorm van meditatie is weet ik nog niet, maar mijn god… wat is dit mooi en wat heb ik dit gemist. Ik voel mezelf jonger worden door alleen maar naar hem te kijken. Maar ik ben niet de enige die kijkt. Vlak naast de baan kijkt er nog iemand mee. Een vrij kale man, die al 20 jaar in het team van Federer zit, trekt zijn pet iets verder over het hoofd en ziet dat het goed is.

De man die achter deze pet schuilgaat is Pierre Paganini, de fysieke trainer van Roger Federer. Een bescheiden man met een klein Harry Potter achtig brilletje die zich twintig jaar terug bij een toen 19-jarige Federer schaarde. Een man die het onvoorstelbare talent van Roger als een probleem zag, omdat het zijn atletische tekortkomingen verdoezelde. Werk aan de winkel dus. Federer zelf noemde de samenwerking eerder als een van de belangrijkste redenen waarom hij op zijn 39e nog altijd op dit niveau speelt. Want als Federer moe is, zit er nog minimaal twee uur goed tennis in hem. En dat is best veel. Waar Erik ten Hag van Ajax-spelers verwacht dat ze iedere wedstrijd minimaal een 6 scoren, scoort Federer nooit lager dan een 8. De ‘ondergrens’ zoals dat mooi heet van Federer komt niet lager dan het basiskamp van de Matterhorn. En dat ziet Pierre Paganini ook, die ondertussen een geconcentreerde blik heeft ingeruild voor een tevreden lach achter zijn mondkapje.

Pierre is de man die de laatste jaren het less is more principe liet doorsijpelen in het speelschema van Federer. Dit om zijn ‘levensduur’ te beschermen. Door minder toernooien te spelen en de startgelden van alle kleinere toernooien niet na te jagen krijg je altijd een 100 procent Federer te zien. Minder toernooien, meer kwaliteit. De liefde voor- en hunkering naar sport blijft dan ook mooi gewaarborgd, als is dat voor Federer nooit een probleem geweest. Sterker nog, die liefde heeft hem door afgelopen jaar heen geholpen.

Stoppen is nooit een agenda punt geweest, maar als je als bijna veertigjarig topatleet met moeite oefeningen moet doen die een 70-jarige zonder problemen kan uitvoeren kan je toch gaan twijfelen. De operaties, leeftijd en pandemie hadden ook nog een legitieme exit-route kunnen vormen waar niemand een Hawk – Eye bij zou plaatsen. Maar niet voor Federer. Waarom? Heel simpel; Zijn liefde voor de sport. Het ‘geduld’ en de ‘passie’ van Federer hielden hem op het pad van herstel. “De eerste keer dat hij na 7 maanden weer over een horde kon springen was hij net zo euforisch als na het winnen van zijn 20e Grand Slam”, aldus Pierre.

Terug naar de beelden vanuit Doha. Het geluid hapert nog steeds, en ondanks de andere aanwezige in de ruimte pak ik schaamteloos mijn eigen bijgeluid weer op. Tak tak tak, tsjoef. Weer die drievoud. Ik begin een patroon en ritme te herkennen. De snelheid, techniek, coördinatie en het uithoudingsvermogen van Federer lijken nooit weg te zijn geweest, maar het ritme en de kracht van zijn voetenwerk valt op als nooit tevoren. Achter deze taaie krachtige kuiten, die in het peloton ook niet zouden misstaan, zit wederom een handje van Pierre.

“Negen van de tien keer zit de snelheid in de eerste drie stappen, en dan sla je de bal. Je moet dus trainen om bijzonder sterk te zijn in de eerste drie stappen.” Het is die explosiviteit die het spel van Federer kenmerkt – ook op latere leeftijd. De rally’s zijn daardoor misschien ietwat korter dan tien jaar geleden, maar krachtig en afwisselend genoeg om nog altijd tot de absolute wereldtop te behoren’. Dat vermogen wordt getraind door in krachtige en fysieke oefeningen te variëren. Zodra Federer merkt dat een oefeningen iets oplevert en de variatie voor plezier zorgt verandert hij in een trainingsbeest met nog altijd de energie van een 19-jarige.

Eenzelfde energie als we zagen bij Mathieu van der Poel in de Strade Bianchi. Toen Mathieu werd gevraagd naar zijn aanvallende manier van koersen vertelde hij dat meestal impulsief te doen. De demarrages komt soms voort uit plezier, af en toe uit verveling en meestal om van het gedrum en de hectiek af te zijn. Zo simpel kan het zijn. Wanneer ik de wattages en beelden van de Strade erbij pak valt me plots iets op. Bij iedere aanzet van Mathieu zijn de eerste drie trappen of secondes buitensporig hard raak, waarna deze krachtsexplosie 20 seconden tot 5 minuten op een hoog niveau wordt vastgehouden.

Beide kunstenaars leren mij hier een wijze les… klappen of trappen hoeven niet in veelvoud te komen, als ze maar krachtig en raak zijn. Het liefst in drievoud. Laten we hopen dat ze deze exposities, deze masterclasses, deze galavoorstellingen waarbij het publiek tot tranen geroerd, nog vele jaren mogen duren… Moge deze bijzondere krachten nooit verloren gaan.

Of het nu een rally, demarrage, ontsnappingspoging of terugkomen van een lekke band is; je weet nooit hoe lang een krachtsinspanning gaat duren. Blokjes bij een wisselende cadans net onder, op, of over het drempelpunt zorgen ervoor dat jij klaar bent voor elke situatie. En dat is ook precies wat er komende week bij WattCycling op het programma staat. Laat je inspireren door Roger, Mathieu, Primoz, Wout of Alaphilippe en help jezelf de drempel over naar een langer fietsbestaan.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts