Mijn net niet goudmijn (column)
Ik heb ongeveer 26 boekjes. Opschrijfboekjes. De meeste zwart zonder lijntjes, een paar rode en uiteraard eentje met een Jari Litmanen kaft. Deze boekjes staan vol met wereldse ideeën, lijstjes, reflecties, tekeningen, gedachtenspinsels en rap teksten die ik ga spitten wanneer ik eindelijk ga toeren als MC El Tractor. Maar deze boekjes zijn bovenal mijn net niet goudmijn. Ze staan vol met gebeurtenissen die net niet gebeurd zijn of de krant net niet hebben gehaald. Afgelopen week heb ik bijvoorbeeld een pagina volgeschreven over de vrouw uit het publiek achter de selfiestick. De stick die er naar verluidt voor heeft gezorgd dat Peter Sagan van zijn lijn week, die vervolgens Wout van Aert op een kopstoot trakteerde, en zodoende werd teruggezet in het klassement voor de groene trui. Het gezegde een stok in het wiel steken heeft zichzelf in ieder geval eer aangedaan en mijn boekje gehaald.
Met één van die boekjes ben ik op stap gegaan. Tussen mijn theorie over het mysterie van hoe de paling zich voortplant en een tekening van het Mohana volk die vissen vangen met behulp van hun tamme pelikanen bevonden zich twee bladzijdes zo wit als de jongerentrui van Egan Bernal. Deze bladzijdes zouden aan het eind van de dag gevuld zijn met kleding, voedings- en trainingstips waarmee ik eindelijk harder dan collega Roy Lagerburg de Els Angels op zou rijden.
De klok tikt 09.30 uur en het startschot voor de Tour de Ganancias Marginales is begonnen. Het Oakley Prizm Road vizier op scherp om de profs te spotten. Voor Spaanse begrippen ben ik vroeg op pad en bij La Fabrica, Espresso Maffia en Hors Categorie stuit ik dan ook op weinig bezoekers. Ik besluit een koffie te gaan halen bij Coffee & Greens op de Rambla de la Llibertat. Vlak langs mijn tafeltje passeert een vrouw die wat weg heeft van een Spaanse rondemiss. Ze bestelt een gezonde ontbijt bowl op naam van Nuria. Ik gok dat de gelijknamige vallei er eerder was, maar dat maakt het niet minder prachtig. De karakteristieke schaafwonden op haar benen verraden dat ze nog kan fietsen ook. Of misschien ook wel niet, aan de schaafwonden te zien. Ze trakteert me op een glimlach en ik besluit te geloven dat de valpartij, die heeft geleid tot haar schaafwonden sowieso niet haar schuld was.
Ik beslis om op te zoeken wat voor nonnen er ook alweer in de Nuria vallei wonen en hoe het dorpje in de vallei met het geneeskrachtige water ook alweer heet. Mocht het tot een conversatie komen moet ik toch wat te zeggen hebben. Mijn telefoon nog niet uit mijn zak gehaald zie ik uit mijn ooghoek een INEOS renner op een bloedmooie Pinarello binnen komen. Ik ben Nuria direct vergeten. Fietsen. Dat was het doel voor vandaag. De renner, vooralsnog onherkenbaar met helm, bril, mondkapje en zonder rugnummer parkeert zijn fiets binnen tegen de stenen muur. Een muur van om en nabij 700 jaar oud wat als fietsstandaard dient voor glimmend stukje carbon uit de 21e eeuw. Ik krijg er kippenvel van, schrijf het op, en werp weer een blik op de fiets. Wat direct opvalt is dat INEOS nog altijd zonder schijfremmen fietst.
Waar teammanager Dave Brailsford in 2015 samen met data-wetenschapper Robby Ketchell nog stond te darten met elektroden op zijn hoofd om bepaalde hersenzenuw stimulatie te testen, is de schijfrem vijf jaar later nog niet doorgedrongen tot het nieuwe Team Sky. Waar hersenzenuwstimulatie de plasticiteit van de cortex zou vergroten en je daardoor sneller nieuwe skills zou kunnen aanleren, zorgt het gebruik van schijfremmen dat je altijd op eenzelfde betrouwbare manier kan remmen en daardoor later bochten kan insturen. Voor allebei de zaken valt wat te zeggen, waar de schijfrem optie toch dichter bij huis voelt.
Paul Lew, voormalig innovatief directeur van Reynolds en de man achter Edco wielen, gaat voorop in de ontwikkeling van het totaalplaatje. Dus niet alleen de aerodynamica en kwaliteit van het wiel telt, maar ook de schijf, het frame, de vorm van de voorvork en het type banden. Dit samen zorgt voor net een paar Watt’s aan winst en hij verwacht dat de komende jaren ook steeds vaker functionele fietswissels zullen plaatsvinden. Wanneer ik de INEOS renner naar de schijfremmen, of eigenlijk het ontbreken ervan vraag, krijg ik vaag antwoord over sponsoren wat eigenlijk geen antwoord op mijn vraag is. En ook al komt deze renner net aan tot mijn navel en lijkt hij net zoveel te wegen als de grote Americano die ik zojuist besteld heb, durf ik hem het lycra niet helemaal van het lijf te vragen. Na wat complimenten over zijn rit en succeswensen voor de Tirreno – Adriatico zegt hij bij het naar buiten gaan dat ik maar eens moet zoeken naar Muscle Sounds. En weg is hij. Ik schrijf wat op in het boekje over Halo Headphones en Muse banden alvorens ik afreken en me in het WattCycling fietspak hijs.
In de agenda staat een gravel ritje met Stephen Clancy. Een renner van Team Novo Nordisk dat volledig bestaat uit diabetici. Een groot gedeelte van zijn gepolariseerde trainingsschema werkt hij af op de gravelbike zo tussen Barcelona en Girona in. Een uiterst vriendelijke man die door de onzekerheid van koersen momenteel minder koerst dan gebruikelijk. Hij vertelt dat veel wetenschappelijke onderzoeken bij amateurs worden ‘afgenomen’, maar dat het lichaam van een pro soms anders werkt of dingen anders verteert. En dat het iets van de laatste jaren is om gedurende een Tour of Vuelta voor drie weken alles van eten tot hormoonprofielen te analyseren. Er zijn zelfs renners van EF Education die met een draagbare monitor rondrijden om accuraat de lactaat concentratie in het bloed te meten.
En wat te denken van hypoxia in het brein. Wanneer de zuurstofcirculatie in het brein toeneemt, neemt ook de intelligentie en het adaptieve vermogen toe. Dit gaat omhoog en omhoog als een Pocagar op stoom, totdat je een bepaalde intensiteit bereikt waarop het brein een ‘Pinot’ doet en tegen het lichaam zegt: ‘’Nee, dit gaan we niet meer doen zo. Ik haal het tempo eruit’’. Deze toevoer naar een hoger niveau trekken of trainen zou in de praktijk fantastisch kunnen uitpakken.
Wanneer we onze bidons vullen onder een dorpsfonteintje (hoeveel renners zullen hun bidon hier wel niet gevuld hebben?) maak ik snel wat aantekeningen. Van Sportful kleding met geïntegreerde hartslagmeter en koelelementen tot de speciale val beschermende kleding van Team Sunweb in deze Tour de France. En van Specialized windtunnels waar verschillende windhoeken en temperaturen nagebootst kunnen worden om zo de beste fiets voor een heel parcours uit te zoeken tot aan de fysiologische voordelen van een korte intensieve training in de ochtend.
We vervolgen onze tocht en bespreken al stof happend een artikel van Samuele Marcora die beweert dat niet fysieke of een onderbewuste staat van vermoeidheid ons remt, maar onze perceptie van vermoeidheid. Een bijzonder interessant en baanbrekend onderzoek, maar wanneer je kijkt naar de psychische problemen die zich al voordoen in het peloton als het aankomt op gewicht, angsten bij dalen en prestatiedruk is het de vraag in hoeverre we cerebraal met vermoeidheid moeten gaan tweaken.
Stephen stelt me voor eens met Dave Smith te praten. Een voormalig coach van wereldkampioenen downhill, MTB racers, Olympische gouden renners, Tour (trui) winnaars en cyclocross kampioenen. Alsof dat nog niet genoeg is weet hij in de meest afgelegen plekken drinkwater te vinden of een plek om af te koelen met een duik in de rivier. Een man die niet de GPX routes van anderen volgt, maar uren en uren op onderzoek uitgaat en vaak succesvol is in het vinden van wegen die je in de toekomst beter kunt vermijden. Kortom, een man naar wie je maar beter kan luisteren.
Ik vertel hem over mijn zoektocht, mijn notities in de boekjes en alles wat ik zelf al denk te weten. Hij zegt niets, waardoor ik het idee krijg dat ik nog meer moet zeggen. Rookie mistake, maar toch doe ik het. Wanneer ik bijna buiten adem van al mijn ontdekkingen hem aankijk zie ik hem denken en langzaam zijn mond bewegen. Nu gaat het komen. Ik pak mijn potlood en boekje erbij en zit klaar om jarenlange ervaring, kennis en kunde gulzig tot me te nemen als een reepje Kinder Bueno.
Zeker zolang je geen prof bent, veel te veel geld hebt of een soort van robot bent… gaat het hier niet om. Het plezier zit hem in balanceren op de fitheidsdrempel. Ben je net fit genoeg om fietsend boven te komen en voel je jezelf een held, of moet je lopend met je fiets omhoog, vloekend, tierend en zodra je toch weer probeert op te stappen in de modder valt…Het is allebei ‘really fun stuff’!
En je moet getraind genoeg zijn om dat in te kunnen zien. Zowel fysiek als mentaal. Fit genoeg zijn om grenzen te verleggen, nieuwe afstanden te willen proberen en kunnen halen. Eenzelfde rondje een minuut sneller gaan rijden en nog meer van de omgeving genieten ook, dat is winst. Voor het merendeel van de wielrenners zit daar de drempel. Dus alles in je boekje is waarschijnlijk waar, in ieder geval voor iemand. Maar daar gaat het volgens mij nou net niet om.
Al met al een waardevolle les voor in mijn net niet boekje dat langzaamaan een goudmijn van lessen voor op en naast de fiets begint te worden. Komende week staan bij WattCycling de drempeltrainingen weer op het programma. Soms flirtend met die grens, soms er precies op, en af en toe er een poosje boven. En ook al lukt dat net niet, vergeet dan niet plezier te hebben in het feit dat het niet lukt en blijf trappen. Want minuten train je, en secondes koop je. Schrijf dat maar in je boekje.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren