Niet op de Foto

 In WattCycling column

Het zal je maar gebeuren; Je bent net een paar maanden negentien geworden en heerlijk aan het schaatsen op natuurijs als je telefoon gaat. Je trekt je aan elkaar geplakte blauwe lippen van elkaar om de vingertoppen van je handschoen tussen je klappertanden te klemmen. Je grist onder drie lagen kleding door en hoopt vurig dat je nog op tijd bent om op te nemen. Ondanks je onbeperkt bellen abonnement klinkt terugbellen niet als een mogelijke optie, want je bent een winnaar en alles is een wedstrijd. De striptease on ice is volbracht, je neemt je telefoon op en het eerste wat je hoort is de stem van je baas die roept: ‘Zaterdag rij je de Omloop Het Nieuwsblad!’ Lees verder…

Mede als gevolg van het wegvallen van Mike Teunissen werd op deze wijze de geplande overstap naar WorldTour-niveau in sneltreinvaart vervroegd voor de jonge sprinter Olav Kooij. Zogezegd zo gedaan, stond hij op zaterdag 27 februari aan de start. Een volgroeide puber met het bovenlijf van een jongen, maar al de benen van een man. Verstopt maar aanwezig stond hij daar voor de start tussen alle groten namen netjes opgesteld. Wereldkampioen Julian Alaphilippe, voormalig Olympisch Kampioen Greg van Avermaet, alleswinnaar Philip Gilbert, man in vorm Sep Vanmarcke…ze waren allemaal aanwezig. En dus Olav Kooij uit Numansdorp. Hij kon zijn idolen ruiken, aanraken zelfs. Maar dat deed Olav niet. Olav stond daar, één been al ingeklikt, hangend over zijn stuur, ontspannen te lachen. In zijn linkerwang een kuiltje zo diep dat je geheid een klapband krijgt als je er doorheen zou fietsen. Nog wat jeugdige kinderkopjes op het voorhoofd, maar verder een gezonde geconcentreerde kop als een volgroeide kassei. Olav was hier niet alleen om deel te nemen, dat was voor de oplettende kijker inmiddels duidelijk.

Was er een tactiek? Een plan? Een verwachting? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat Olav kan sprinten. Niet zomaar een spurtje uit de benen trekken, maar echt sprinten. Zoals Marcel Kittel in zijn goede jaren. De sympathieke bonkige Duitser is inmiddels gestopt en is samen met bewegingswetenschapper Teun van Erp de wetenschap in gedoken. Van Erp, die al een proefschrift over Team Sunweb en een casestudie over Tom Dumoulin in zijn achterzak heeft zitten, wilde alle sprintvermogens van Marcel Kittel’s carrière wel eens uit de brei halen en analyseren. Iets waar de nieuwsgierige Kittel maar al te graag aan wilde meewerken. En zo is de unieke situatie ontstaan dat Marcel Kittel, de oud-wielrenner, als tweede auteur boven de wetenschappelijke artikelen staat genoteerd. Een unicum, net als het onverwachte debuut van Olav Kooij. Maar Olav en Marcel hebben nog meer gemeen. Olav heeft in kleinere koersen zoals de Settimana Coppi e Bartali al laten zien wat Marcel Kittel jaren deed op het allerhoogste podium: de rest niet op de foto zetten.

Er bestaan vlaggen, wimpels en gouden randjes, maar als sprinter is een van de hoogst haalbare genotsfactoren een finishfoto waar verder niemand op staat. Een afbeelding waarop je dusdanig overklast, dat de klasse er niet vanaf druipt, maar stroomt. Een stroming zo hard dat nummer twee, drie en vier met de stroming mee glijden en je dus alleen op de finish foto staat. Het liefst met je handen in de lucht. In tijden waarin om en nabij alles digitaal vastgelegd wordt en de hele wereld mag weten waar je met wie bent, vind ik dit soort finishfoto’s alleen nog maar mooier worden dan ze al waren. Van concerten met je vrienden tot foto’s in een restaurant en van ‘gezellig met de meiden’ bij een koffietentje tot met je gezin op de bank. Samen op de foto laat zien hoe goed we het hebben. Tenzij je dus een sprinter bent. Een aerodynamische bonk type-II spiervezels die door een sprinttrein als een kersverse James Webb telescoop de ruimtelijke kosmos van de eenzame finishfoto in gelanceerd wordt. Dan is alleen, het hoogst haalbare.

Het liep die 27e februari net even anders. Met vijf willekeurige namen in de vlucht controleerde het Quickstep van Alaphilippe de achtervolging en de koers. Rustig over de kasseien in de Haaghoek, tempo rijden de Leberg op en ook de geniepige ondergrond van de Valkenberg bracht niets teweeg in het afwachtende peloton wat als een avondvierdaagse stoet gezapig door het landschap trok. Maar toen, was daar de Molenberg…

Was het jeugdig enthousiasme? Een cafeïne gelletje die nét te lekker viel? Of pure goesting die zich uitte in ontembare druistigheid? Het resultaat was in ieder geval een geel-zwarte kogel die zichzelf lanceerde en brutaal op en over de vijf koplopers kletste en als eerste over de top van de Molenberg trok. Een machtige actie. Buitenblad op zijn Gilbert’s, cadans niet heel veel hoger dan 75rpm en handjes boven op de shifters. Als je als wielerfan nog niet wist wie Olav Kooij was, wist je dat na deze Molenberg wel. Je op je eerste professionele werkdag zo laten zien, hoe ontactisch de aanval ook mocht zijn, doet mijn wielerhart sneller kloppen. Het zegt naast de machtige benen en gesoigneerde pakjes iets over de kop die erop zit. En dat is o zo belangrijk, zeker bij sprinters. Alleen een mooie Kooi(j) maakt de vogel niet vet, maar een krachtige Kooij die bereid is te werken, strijden en verrassen…is dat wel.

Olav Kooij zou uiteindelijk als 89ste over de finish rollen, op dik vier minuten van winnaar Davide Ballerini. Met

Johannes Staune-Mittet, Archie Ryan, Per Strand Hagenes en Loe van Belle heeft Jumbo – Visma al wat krachtige talentvolle jeugdigheid klaar staan voor de komende jaren en Olav Kooij mag met dik kettingvet omcirkeld op datzelfde lijstje komen te staan. De 15-jarige Michiel Mouris heeft afgelopen weekend al laten zien dat de gevestigde orde in de vorm van Dylan Groenewegen te verslaan is. Ik kijk dan ook reikhalzend uit naar de komende jaren en zet mijn geld op bonkige jongens die op de sociale kanalen nu al graag alleen op de foto staan…

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende week staan alle trainingen in het teken van kracht. Of het nu op de wielerbaan, de Stelvio, tegenwind of voor de bordjessprint is; zonder kracht in de benen en kop, ga je op de schop. Alle trainingen staan dan ook in het teken van een krachtige tred om het verschil te kunnen maken.

Recent Posts