Onmeetbare Onvoorspelbaarheid (WattCycling column)
Wat we afgelopen weken hebben kunnen aanschouwen in de Tour de France mogen we absoluut zien als het herschrijven van wielerwetten. Doorgewinterde hardrijders hebben geparkeerd gestaan, sprinters reden ver voor en ver achteraan in een bergetappe en er werd met dik 42 kilometer per uur gemiddeld harder gereden dan ooit. In tijden waarin we alles lijken te kunnen meten, en daarmee ook steeds meer kunnen voorspellen, is het genieten van de onmeetbare onvoorspelbaarheid. Een genot dat vooral onvoorspelbaar en niet te peilen moet blijven. Lees verder!
Als continue ruwe schets is de mens een werk in uitvoering van onbepaalde aard. Of moeten we zeggen Aert, aangezien het groene veelzijdige monster hier een prachtig voorbeeld van is. Wat Wout heeft laten zien bergop, bergaf, in het dal, in de sprint en in de tijdrit gaat menig analist de helm te boven. Hij verraste vriend, vijand en ook zeker zichzelf met de getallen die hij kon blijven trappen. Zelfs zijn trainer Marc Lamberts heeft de Excels en Trainingpeaks tabellen moeten aanpassen om de buitenaertse prestaties een plekje in de systemen te kunnen geven. Het gericht(er) kunnen trainen op basis van die systemen en analyses zorgt ervoor dat de piekwaardes van renners hoger dan de Cima Coppi komen te liggen, maar kunnen het wielrennen toch niet volledig vatten en grijpen. En dat is maar goed ook.
Alle kleine brokjes, brickjes en blokjes worden gemeten in het peloton, waarmee wordt gerekend en voorspeld. Dus we weten van renners hoeveel ze slapen, waar ze heen gaan, waar ze pinnen, welke dingen ze in zoekbalk intoetsen, maar ook waar ze naar zoeken, kijken en wat ze opslaan. Er wordt zo veel mogelijk vertaald in data en daarmee doorgerekend naar wattages. Vermogenswaardes. Dus waardes komen letterlijk samen te vallen met de data, waardoor praten en zelf nadenken over wie we zijn en wat belangrijk is steeds minder noodzakelijkheid lijkt te hebben. Het is luisteren naar getallen in plaats van luisteren naar het lichaam.
Zelfs wat een renner rond, maar ook tijdens de koers eet en drinkt gebeurt met wetenschappelijke precisie. Team DSM noemt het liefkozend personalized nutrition, een persoonlijk klinkend woord voor de uitkomst van een algoritme. Van elke renner is gedurende jaren heel veel data verzameld, van uren slaap, stress level, lactaatniveau, hartslag, gewicht, wattages onder verschillende omstandigheden, etc. Data-analisten en hoofdsponsor DSM, die zich naast chemie steeds meer op gezondheid en voeding focust, laten daar een algoritme op los en daar komt een voedingsplan uit rollen voor zowel de wintermaanden, trainingskampen, eendagsklassiekers en uiteraard ook de Tour de France. Van het aantal koolhydraten per kilometer of uur tot en met de lichaamstemperatuur en suikerwaardes tijdens een klim… niets wordt aan het toeval overgelaten. Maar is deze rage van data en algoritmes slim, het nieuwe wielrennen, een probleem, of geen van allen?
Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op getallen. Ik kan kippenvel krijgen als ik lees dat Geraint Thomas deze Tour zijn beste 1-minuut en 20-minuten waardes ooit trapt, en ben al helemaal te vangen voor alle bijgelovigheid die rond de getallen in koers hangt. Het wordt wel problematisch als getallen totalitair worden, en ze de echtheid of waarneming aantasten. En daar kunnen we ons wel bewust van zijn.
Getallen kunnen ervoor zorgen dat we liefdes vinden, banen vinden, muziek ontdekken en steeds meer filmpjes krijgen waarvan het algoritme weet dat we het grappig vinden. Maar het kan ons ook afleiden, ervoor zorgen dat we blijven klikken in een vluchtige staat, zonder dat we er interesse voor voelen. Dus juist door onze wensen, dromen, verlangens en angsten proberen te vangen in enen en nullen kan het diepste innerlijk worden afgestompt. We kunnen de wijde wereld binnen minuten oppervlakkig over surfen zonder de donkere diepte van de oceaan te ontdekken of een berg van de buitencategorie mee te pakken. En dat scheren over de oppervlakte kan een brede blik en belangrijke inzichten met zich meebrengen, maar niet als het gevoed is door mateloze rusteloosheid, afleiding en een zekere mate van gevoelloosheid. Laten we dan ook alsjeblieft oog houden voor het niet-meetbare. Voor dat wat niet onder woorden valt te brengen, in het koersboek staat of ergens rechtlijnig in te passen valt. Laten we open blijven staan voor het complexe, het tegenstrijdige, het niet-meetbare.
En wat is dat niet-meetbare? Je zou het raadselachtig kunnen noemen. Geheim, zou Søren Kierkegaard waarschijnlijk zeggen. Niet te vangen. In ieder geval iets in of aan de mens, wat totale transparantie onmogelijk maakt. Hoe groot is dat niet-meetbare stukje? Ik weet het niet. Maar door te zeggen dat je misschien 99% van de mens kunt kwantificeren, maar 1% niet, ga je precies mee in een taal waarin het juist misgaat. Het gaat immers om het bestaan van iets dat niet in cijfers uit te drukken valt. Dat terwijl je iets betekenis probeert te geven, je je ook beseft dat er andere interpretaties mogelijk zijn. Dat woorden je te kort schieten, maar je toch blijft proberen het te begrijpen of te voelen.
Hoe dan wel? Als daar een pasklaar antwoord voor was geweest had dat gesuggereerd dat we dit ook als een soort algoritme optimaal konden oplossen. Het gaat in ieder geval om een kunstig bevragen van vaste patronen en aannames. Het besef dat onze hoge mate van vanzelfsprekendheid doorgaans onvoorstelbaar kortzichtig is. En dat dat absurder is dan wat we nu doorgaans absurd noemen.
Want wat deze Tour de France voor mij betekenisvol heeft gemaakt, is het luisteren en stilzwijgend kijken naar de onmeetbare onvoorspelbaarheid. In het kunnen bestaan van verschillende mogelijkheden, en daarmee ook de mogelijke mislukkingen. Een Mathieu van der Poel die onverklaarbaar hopeloos uit vorm was. En Christophe Laporte die harder rijdt dan een losgeslagen peloton, omdat Wout had gezegd dat het zijn dag was en hij ervoor mocht gaan. En als Wout van Aert dat tegen je zegt, kan je opeens meer dan alle data berekeningen konden vermoeden. En wat te denken van Jonas Vingegaard, die buiten proportioneel de berekeningen stuk reed omdat hij simpelweg zijn vrouw en kind had beloofd te winnen. Stuk voor stuk momenten die geen analyse nodig hebben. En deze momenten waren er ook al in de tijd van Lance Armstrong, die blufte dat hij een snelpak had dat zo goed was, dat hij de tijdrit op de Alpe D’huez staand zou doen. Was het zo? Nee. Stond hij de hele tijdrit? Nee. Won hij? Ja. Of wat te denken van Bjarne Riis, de man die de vorige keer op de Hautecam won, met een speciaal gemaakt 48 als buitenblad. Efficiënt? Nee. Mechanisch handig? Nee. Tegenstanders een mentale tik uitdelen en winnen? Ja.
Dus laten we alsjeblieft niet nastreven om een doorslaggevend universeel antwoord op alle kwesties in de wereld te berekenen. Dan hoeven we het nergens meer over te hebben of ons over te verwonderen. Wat best saai zou zijn. Maar ook de vraag hoe we ons moeten verhouden tot de wereld zal dan verdwijnen. En juist daar lijkt keer op keer een onmeetbaar onvoorspelbaar stukje magie te ontstaan.
Terwijl ik dit document opsla, voer ik op Google Maps de straat naast mijn eigen huisadres in, om te kijken hoe ik van mijn honden en kippen oppasadres naar huis kan komen. Ondanks mijn afleidende moeite, iets dat ik toch al jaren volhoud, weet Google precies waar ik woon. Ik besluit mijn telefoon uit te zetten en op de bonnefooi zo zigzag mogelijk naar huis te rijden. Heb ik hier vooral mezelf mee? Absoluut. Maar toch voelt het als het winnen van de koninginnenrit in de Ronde van het Onvoorspelbare Koersleven.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Komende weken staan de trainingen bij WattCycling in het teken van vrouwenwielrennen! Met de allereerste Tour de France voor vrouwen op komst kunnen we een hoop onmeetbare onvoorspelbaarheid verwachten. Kom trainen en waan jezelf even Elisa Longo Borghini, Shirin van Anrooij of Ellen vanDijk