Open Categorie
Stel je eens voor… Je slaat op een willekeurige maandag morgen de krant open en leest van alles over tumultueuze tijden, achterkamertjes met bevriende data gedreven zaakwaarnemers en een wankelende rvc. Of je hart nu rood en wit gekleurd is of niet, je voelt dat er iets rommelt. Hoe fijn zou het dan zijn als je de inhoud van deze berichten gewoon even in een ander hokje kon plaatsen. Dus dat rvc niet zou staan voor raad van commissarissen, maar voor raad van cultuur. En dat het dan misschien wel rommelt, maar simpelweg omdat het adviserende en toezichthoudende beleidsorgaan er gezamenlijk niet uit komt van wie er een kunstwerk voor de hoofdingang van de Arena moet komen te staan. Dat het discussiepunt en tumult is ontstaan omdat er twijfel is of het ‘’Litmanen – de Musical’’ of ‘’Nkwanko Kanu – de Musical’’ gaat worden die de Soldaat van Oranje gaat aflossen. En dat onder het genot van een chocomelk met slagroom, inclusief witte snor van het gulzige drinken nu het nog warm is, wordt besloten er een gezamenlijke musical van te maken en dit besluit de vieren met een enorm standbeeld van Piet Schrijvers. Zou dit dingen beter maken? Mooier misschien? En gaan we hier harder van fietsen? Lees verder…
Waarschijnlijk aangestoken door het ontslag van de technische man die bekend staat om zijn data gedreven beleid, vroeg ik mij af of je met zo’n beleid ook sneller dingen in categorieën of hokjes plaatst. Dus sneller dingen bekijkt in termen van goed, fout en wel of geen potentie. En of die data ook een ander, een meer verwonderend karakter van een sport of persoon, kan stimuleren. Afhankelijk van de zender word je tijdens wielrennen of een voetbalwedstrijd namelijk platgegooid met statistieken. Statistieken die me meer dan eens doen opveren, maar soms toch ook enige relevantie lijken te missen. Of dat ik heel hard moet nadenken wat het nu eigenlijk zegt. Want dat het pas de 3e keer is sinds 1984 dat een Kroatische middenvelder in de Eredivisie, wiens vader nog bakker is geweest, meer dan 69% nauwkeurigheid in zijn passing met het verkeerde been op de mat legt, gedurende de eerste 30 minuten van een uit wedstrijd (op kunstgras) klinkt interessant… maar waarom precies? En als dit allemaal te achterhalen is, zullen we dan ook een trui verzinnen voor de renner die op een dag het meest van de fiets kan plassen? Tegen de wind in welteverstaan. Zonder te vallen, met het minste tijdverlies en één hand aan het stuur. En die mag dan de volgende dag in een bananenshirt rijden en wat touwtjes met rammelende blikjes achter zijn fiets hangen. Leuk en aardig natuurlijk, maar wat doen meer-, minder- of wisselende categorieën eigenlijk met een sport?
Vroeger zat ik met judo wel eens in een open categorie. Dus waar je tegenstanders worden bepaald op basis van gewicht en leeftijd en je daarmee geplaatst werd in een (gewichts)klasse, bestond er soms ook een open categorie waar het niet tot een bepaald gewicht was, maar vanaf een bepaald gewicht. Aangezien ik vrij fors was voor mijn leeftijd zat ik vaak bij de zwaargewichten en soms dus de open categorie. Daar kon je iemand treffen die drie koppen kleiner was, maar wel nog 10kg zwaarder. Of iemand die armen had die 30 centimeter langer waren, maar wel van die sprietjes die je fijn kon klemmen. Dit haalde zo veel nieuwsgierigheid, creatieve oplossingen en combinaties in me naar boven dat ik hier vaak beter presteerde in termen van prijzen pakken, dan in de eigenlijke categorie waarin ik beter tot mijn recht zou moeten komen. En daar zit misschien wel net een deel van de schoonheid.
Iets kan je grijpen (of je kan dus iemand grijpen), zonder dat je het helemaal hoeft te kunnen vatten of kan plaatsen in een hokje of categorie. En zelfs, of misschien wel juist, zit daar een stukje van de schoonheid. Het gebeurt me ook meerdere keren per week dat ik op een onverwacht moment wordt gegrepen door schoonheid. Dat de wereld om me heen plotseling vervaagt en mijn ogen aangetrokken worden door een gezicht. De levendige oogopslag, de zachte strakke huid, de waanzinnige atletische motoriek en de symmetrie in de kaaklijn en gebit. Het duurt even voordat ik besef dat ik staar, en wanneer er dan een kwispelende staart of enthousiaste tong uit de bek bij komt, overrompelt de ervaring van schoonheid me. Deze aanblik, die ook in natuur, sport, muziek of prachtige woorden kan zitten, zorgt voor een ervaring die al het andere even doet vergeten. Op zo’n moment kan ik me niet voorstellen dat er ergens nog een hond in de wereld bestaat die liever is dan deze. Deze hond wint in alle categorieën, omdat hij er in niet één lijkt te zitten.
De schoonheid die ik op dat moment ervaar lijkt zich te onttrekken aan alle hokjes en definities. En wanneer ik aandachtig probeer te analyseren en begrijpen waarom ik deze hond zo mooi vind en dat wil kunnen plaatsen in een categorie, merk ik dat die aandrang tot analyseren juist geneutraliseerd wordt door de ervaring van schoonheid. Het doet er gewoon niet toe. Ergens weet ik dat als ik op een ander moment had moeten beschrijven hoe mijn ideale hond er uit zou zien het heel anders zou zijn. Het is dan ook de subjectieve ervaring, bepaald uit een samenspel van mijn gedachten en zintuigen, waarin de verbeelding, het verstand en het verlangen elkaar ontmoeten en een moment van welbehagen creëren. En dát gevoel valt niet door het verstand te vatten. Net als verliefdheid is een groot deel van de charme de ondoorgrondelijkheid waarom iets je raakt. Een ondefinieerbare onbepaaldheid omdat woorden je tekort schieten en je je onbeschrijfelijk voelt. Iets wat aan de ervaring bijdraagt in plaats van belemmert. Ik sluit me dan ook aan bij Stéphane Symons, een cultuurfilosoof uit Leuven die van mening is dat schoonheid iets is wat je telkens opnieuw moet ervaren en ook telkens anders kan zijn, waardoor Schoonheid per definitie een categorie is die openblijft. Zullen daarom de meest bijzondere bergen ook van de buitencategorie zijn en genoemd worden? En de onbeschrijfelijk lekkere hamburgers in Girona geserveerd worden bij Hors Categorie?
Wanneer deze vragen als (avondeten vlak voor de WattCycling training) bij me opborrelen vraag ik me ook af of je de schoonheid moet kunnen zien om het te ervaren…
Dus schoonheid kan de werkelijkheid soms verbloemen, maar ook de werkelijkheid aan ons tonen door haar op een bepaalde manier te ontsluiten. En het gebrek aan iets, in dit geval iets zichtbaars, kan ook weer de schoonheid van iets anders zichtbaar maken of laten raken.
Een bijzonder voorbeeld wat hier aardig bij aansluit is de video Haram Football van de Belgisch-Mexicaanse kunstenaar Francis Alÿs. In deze video voeren kinderen bewegingen uit die lijken op voetbalbewegingen. Deze bewegingen zijn esthetisch en choreografisch prachtig, alleen door het ontbreken van een bal lijkt iets alledaags opeens minder alledaags en oogt het vertrouwd maar ook vreemd. Hier komt bij dat de film is opgenomen in Irak en zegt iets over de moeilijke omstandigheden daar, waar voetbal vanwege het fundamentalistische regime verboden is. Juist door het contrast tussen de fijne beelden, het ontbreken van iets vanzelfsprekends als een bal en de realiteit, heb je meer aandacht voor de taferelen die je ziet. Wat overblijft is dat je geraakt wordt door verschillende vormen van (on)zichtbare schoonheid.
Het schone in het gewone zien kan dus ook zonder zien. En ons eigen lichaam is daar misschien wel het mooiste voorbeeld van. Continue worden er dingen verkregen, gegenereerd, geoxideerd, vervangen, verplaatst, verbrand en getransporteerd en we staan er hoogstens pas bij stil wanneer we moe, buiten adem of verzuurd raken. En in veel gevallen gaan we dan nog mopperen of zielig doen ook. Ons kneedbare lijf is van zichzelf een open categorie waar we zuinig en verwonderd mee om mogen springen. En waar we met gemak veel waarde kunnen hechten aan tijdelijke dingen als een telefoon of fiets, zouden we dat nog meer moeten kunnen met dingen die we ons hele leven met ons mee dragen. Of die ons juist dragen. Of allebei? Er lijken geen juiste woorden te bestaan voor dit fenomeen en dat vat ik op als een teken… van schoonheid.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Komende week staan alle trainingen in het teken van energiesystemen. We verzorgen ons lijf het ene moment beter dan het andere en veel dingen die we helaas verstaan onder ‘zelfzorg’ zijn zelfs slecht voor ons lichaam. En dat terwijl het lichaam continue bezig is allerlei processen, categorieën en systemen aan te passen om jou zo goed mogelijk jou te laten zijn. Misschien wel meer uit jou te halen dan dat jij wist dat er jou was. En dát is een lekker en onbeschrijfelijk gevoel waar we komende week mee aan de gang gaan. Kom trainen!