Open Vuist

 In WattCycling column

Na afloop van de wegwedstrijd voor vrouwen verscheen de kersverse Wereldkampioen Lotte Kopecky voor de Schotse camera. Er werd gesproken over een wonderjaar vol Vlaamse kasseien en regenboogtruien. In meervoud, omdat ze ook op de baan nog eens twee keer Wereldkampioen wist te worden. ‘’In some ways amazing, in some way a heard year’’, zei de Belgische. En daar liet ze het bij. De renster die nog geen uur eerder keer op keer ogenschijnlijk onvermoeibaar had aangevallen, net zo lang en vaak totdat er niemand meer in haar wiel zat, hield het nu bij één korte uitbraak. Niet iets wat je verwacht van iemand die zojuist heeft laten zien dat ze de beste van de hele wereld is. De camera zoomt iets uit en we zien het kleine, sterk gedrongen gelaat van Kopecky staan in Glasgow. Vermoeid, ontspannen, maar ook ongemakkelijk en rustig… ik kan het niet helemaal goed inschatten. Wat wel opvalt is de laaghangende samengeknepen witte vingers. De zichtbare witte knokkels die een klein vuistje laten zien. Eenzelfde vuistje als dat we zagen toen ze als eerste over de meet kwam. Een vuistje met…? Lees verder…

 Het is nog maar een paar maanden geleden dat haar trouwste fan, koers inspirator en bovenal broer overleed op 29-jarige leeftijd. Iets wat Kopecky logischerwijs tot in iedere spiervezel raakte, en nog steeds doet. Het was kiezen tussen thuis op de sofa wenen, of keihard werken. En de ze koos dat laatste. Ze won een paar dagen na het overlijden op prachtige en emotionele wijze Nokere Koerse, en nu was er slechts de vuist zonder verdere ontlading. Stoïcijns zei de commentator. Een woord wat we inmiddels helaas verbasterd hebben door het voor alles wat met vastberaden, doorzetten op gepaste emotie tonen te maken heeft te gebruiken.

Een vuist hoeft allerminst weinig voor te stellen natuurlijk. Naast dat je er iemand mee neer kan meppen, al schijnt de vlakke hand vaak beter te werken, heeft de vuist ook een statement achtergelaten in de geschiedenis. Waar Tommie Smith en John Carlos op de Olympische Spelen in 1968 nog uitgejouwd werden voor het maken van een statement door een gebalde vuist, hebben de twee atleten inmiddels een huldiging met eredoctoraat als herkenning voor hun strijd voor gelijke rechten in moeilijke tijden.

Maar wat vertelde de vuist van Kopecky? De renster die door haar voorganger Annemiek van Vleuten vol lof de ‘Belgische Mathieu van der Poel’ wordt genoemd, maar wel door lastige tijden gaat. Je weet überhaupt nooit helemaal zeker wat er zich afspeelt in de ander natuurlijk. Je hebt geen idee welke twijfel er duelleert, welke spijt zich opdringt, woedes worden onderdrukt of verlangens in toom worden gehouden. Mensen laten zelden het achterste van hun tong zien.  Maar wanneer het speelveld verandert zie je er soms een flard van. Als mensen dronken zijn bijvoorbeeld, te weinig hebben geslapen, of er fysiek en mentaal zojuist er een zware koers op hebben zitten… En wat je dan preciés ziet, dat weet je dan alsnog niet. Sterker nog, de ander weet het zelf ook vaak ook maar half. Hoe zoet of zout tranen ook zijn, meer dan eens zijn ze van verdriet, vreugd en opluchting door elkaar. En zelfs dan dekt het de lading nog niet, of kan de volgende traan zomaar van geluk, een vliegje, of alles tegelijk zijn. Een soort groovende Memphis Soul Stew van half zichtbare emoties die nog altijd gissen met zich meebrengen.

Het is als een Scandinavische tv-serie waarin de Zweedse ondertiteling overbodig is, want het zegt alsnog niets. Geen wereldtitel die daar meer helderheid in verschaft. Waar een parawielrenner zonder armen nog altijd dankbaar een horloge in ontvangst kan nemen, is dat met gebalde vuisten nog best lastig. En ik hoop dan ook dat het een vuist van voorbereiding is. Zo’n vuist waarmee je je even makkelijker kan concentreren op jezelf, om daarna meer open te staan en dingen te (ont)vangen. In mijn vorige woning gingen met regelmaat de potten pindakaas, tennisballen, afstandsbedieningen, mineola’s en sleutelbossen door de lucht. Omdat het plezier gaf. Zowel bij de gooier als de vanger. Het is een risico, maar voelt toch ongedwongen. Het geeft een bevestiging in verbondenheid die goed voelt, omdat je weet dat je elkaar zelfs op afstand weet te vinden. Eenzelfde gevoel dat wanneer iemand zonder je op pad is, dat je zeker weet dat die persoon bij je terugkomt, ook al kan je dat nooit zeker weten. En zo is alledaagse dingen gooien ook iets waarvan je zeker weet dat het lukt, zonder dat je zeker weet of het lukt. Het kunnen vertrouwen op een stukje intuïtie wat je meester maakt in de situatie. En dat is precies het stukje waarmee Lotte Kopecky koerst.

Ja, ik hoop dat het zo een vuist is. Een vastberaden vuist die bijna klaar is om het leven weer te vangen met open armen en handen. Een (levens)techniek waarbij we dan wel weer wat van de Stoïcijnen kunnen leren.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

 Komende week staan alle trainingen in het teken van techniek. Aanspannen, ontspannen. Hoge- en lage streksnelheden. Handjes losjes boven op het stuur of juist gebalde stevige vuisten om de stuurbeugel heen. De intensiteit zal iets lager liggen dan bij het Wereldkampioenschap, om zo wat energie en aandacht over te houden voor het aanscherpen van de techniek.

Recent Posts