Prioritijd
Afgelopen weekend was het dan eindelijk zover; het WK veldrijden. Zand, modder, zee, nog meer zand, draaien, keren, lekke banden, valpartijen en fabelachtige stuurmanskunsten. De dagen smachtend en uitkijkend naar Wout, Mathieu, Ceylin en Annemarie leken zich in slow motion af te spelen. Eenmaal daar was het schakelen tussen meerdere schermen om zowel het commentaar van Eurosport, Sporza als de NOS mee te krijgen. Het technische inkijkje verzorgd door Thijs Al op de NOS, Sporza voor de analyse vanuit Woutgedreven perspectief en Eurosport nog aan omdat ik niemand wil buitensluiten. Dit laatste trekje heeft er al meerdere keren voor gezorgd dat ik voor het slapen gaan nog even mijn crosser aai en toespreek, wanneer ik op de racefiets op pad ben geweest. Ik hou van ze allebei en ik wil niemand achterstellen. Gelukkig gaat het over fietsen…
De prioriteiten op een rijtje zou je denken. Helaas is dat niet het geval. In de eerste plaats omdat prioriteit officieel alleen maar enkelvoud kent, het betekent namelijk het eerste ofwel de belangrijkste van de dingen. De keuze voor meerdere schermen is wat dat betreft niets meer dan het slecht kunnen maken van keuzes. Daarnaast speelde Ajax tegen PSV en was er ook een World Cup schaatsen te volgen. Meer opties dan schermen is in de brokers wereld misschien een positief geluid, maar in dit geval een noodsituatie te noemen. Gelukkig mag je nog één gast thuis ontvangen (nogmaals dank Tim) en vloog de zondag als een duikelende Alvarado voorbij op meer dan genoeg schermen.
Waar de voorbereiding lang leek te duren, was de zondagmiddag in een flits voorbij, en leek de zondagavond weer tergend langzaam te gaan. De betekenis die ik aan de zondag had gegeven was verlopen. Wat overbleef was een leegte en stilte richting de avondklok. Ik was weer aangewezen op mezelf om iets ‘zinvols’ te doen, of in ieder geval zingeving aan de avond te geven. De tijd en ruimte die ik op dat moment had zorgde vreemd genoeg voor ontzettend veel keuzestress en onrust. Hoe ga ik nog een paar uur betekenis geven aan mijn zondagavond in een wereld die zwijgt?
In plaats van de vruchten van de vrijheid te plukken liet ik mezelf meeslepen in… excuses en smoesjes. Wat als ik nu ga fietsen en lek rij, dan ben ik misschien niet voor 9’en binnen. Misschien zijn mijn lampjes wel niet opgeladen. Het boek waar ik in bezig ben maakt me enthousiast en daarmee druk, straks kan ik dan niet meer slapen en ik ga al veel te vaak in bad heb ik me laten vertellen.
Van excuses tot smoesjes en van mijn blik laten objectiveren door de mening anderen tot aan de welbekende ‘ik ben nu eenmaal…’’. Alles werd aangegrepen om mezelf maar te beperken, van mijn eigen vrijheid te beroven en alle mogelijkheden te ontkennen. De gedachte maakte zich meester van de situatie en zonder ook nog maar iets te doen was het toch weer belachelijk laat voordat ik uiteindelijk in bed kroop. Laat Joop het niet horen. Na kort nog wat zinnen op te hebben geschreven in een dagboekje viel ik met een warrig hoofd in een diepe slaap.
De volgende ochtend, gewekt door de geur van een koffiewekker was het even drie keer kijken waar ik was om vervolgens met de vaste routines en regelmaat weer invulling aan de dag te geven. Met nog een half slaperige blik zag ik het boekje van gisteravond opengeslagen op het nachtkastje liggen met daarop in scheve afgeraffelde letters: Sport gekeken, doel bereikt, daarna geen doel meer gevonden en nergens zin in of meer heen gegaan… Trusten.
Prompt was ik klaarwakker. Waren dit mijn woorden? Een rilling liep door mijn nog altijd niet wakker geschudde lijf. Het is iets menselijks om onszelf op afstand van dingen te plaatsen. Debatten gaan daarom ook over ‘wat we gaan doen met de natuur en het klimaat’ in plaats van het besef dat we daar essentieel onderdeel van zijn. Maar hoe heb ik me zo tegenover de dag van gisteren kunnen zetten als een buitenstaander die heeft toegekeken? Waar is de verbazing, de verwondering, de sprint-a deux tussen het waarom en de hoe dan. De vermoeide steady state van mijn eigen woorden lieten in niets de magistrale sportemotie en genot van die dag blijken. Hoog tijd om mezelf letterlijk en figuurlijk wakker te schudden.
Allereerst dat doel. Er zijn veel sporten waar een doel in het verhaal voorkomt. Omdat je ergens voor traint en dat doel wil bereiken, of omdat je probeert te voorkomen dat je er ballen uit moet vissen. Maar aan dat doel gaat iets vooraf. Een voorbereiding. Een spel, een training, een actie, een lijden. En ook dat telt, misschien wel juist. Louter leven voor het doel maakt het leven bijzonder instrumenteel. Wanneer een leven of prestatie pas geslaagd is bij het bereiken van het doel, is de voorbereiding niets meer dan een reeks doelmatige instrumentele activiteiten die op zichzelf hun waarde verliezen aan het grotere doel. Gezien de grote rol van toeval in het leven en de sport is betekenis louter aan het doel ophangen dan ook een zeer groot risico. Zeker als meerdere mensen eenzelfde doel nastreven.
En natuurlijk kunnen we allemaal bedenken dat de reis al onderdeel is van de vakantie, en dat je daar ook van moet genieten. Maar het leven is niet altijd als vakantie. We hebben ieder onze eigen worstelingen en strijd, van alledaagse dingen tot zaken van grotere orde. Een racefiets van carbon kan op sommige dagen aanvoelen als een opoe fiets van lood die uit de gracht is gevist. En het is juist die strijd op zichzelf die geleverd moet worden en het waard is om voor te strijden. Want wat zou het waard zijn als we Primoz Roglic in 2021 direct in Parijs op het podium zetten en de gele trui geven? Zonder dat hij daar eerst drie weken voor hoeft te vechten en te lijden. Dat we hem en de toeschouwers alle pijn en moeite besparen? Lijkt me niets. Ik wil hem zien afzien, en hij waarschijnlijk ook. Ik wil Wout de meesterknecht in beeld hebben die zich het ene moment laat afzakken voor verse bidons, vervolgens een aantal demarrages pareert voor de kopman om zich uiteindelijk het groen in te sprinten. Een intervallig bestaan waarin afzien en onbaatzuchtigheid hand in hand gaan.
Een prachtig voorbeeld daarvan is Manchester United legende Roy Keane. Het seizoen 1998/1999 kende één doel voor Roy: Met zijn geliefde United de finale van de Champions League winnen. In de halve finale tegen Juventus had Manchester het zwaar en pakte Roy zijn 4e gele kaart van het toernooi, wat een schorsing voor de finale betekende. De camera langs de zijlijn zoomt in op het hoofd van de Ierse vedette. Een fractie van een seconde spreken de ogen boekdelen en spant zijn kaaklijn zich aan om een tirade aan Ierse scheldwoorden, frustratie en klaagzang los te laten op wie het ook maar wil horen. Het beeld lijkt even te bevriezen en het lijden van Roy straalt door de beeldbuis miljoenen woonkamers en kroegen binnen. En op dat moment realiseert hij zich dat lijden erbij hoort, maar dat klagen niet helpt. Dat verantwoordelijkheid nemen voor de situatie waardiger is dan klagen. Hij knippert een paar keer met zijn ogen, haalt diep adem, en zet nog wat medespelers op de juiste positie neer…
Wat zich daarna afspeelde heb ik zelden meer gezien. Zijn strijdlust, die al ongekend is, leek meer dan verdubbeld. Zijn United naar de finale loodsen, daar ging het om. Het is een van de meest nadrukkelijke vertoningen van onbaatzuchtigheid die ik ooit op een voetbalveld heb gezien. Beuken over ieder grassprietje, om ieder polletje ook weer recht te leggen. Strijdend over het hele veld, liever doodgaand van uitputting dan zijn team in de steek latend. Na de wedstrijd moest Roy Keane zowel Zinedine Zidane, Edgar Davids als Didier Dechamps uit zijn broekzak halen voordat hij onder de douche kon stappen, maar zijn Manchester ging naar de finale, en zou deze ook winnen. En Roy? Die voelde zich naar eigen zeggen bevrijd.
Het ging niet over wat Roy Keane van het leven verwachtte, maar wat het leven van Roy Keane verwachtte. Roy had de gevoeligheid ontwikkeld om aan te voelen wat het leven op dat moment van hem nodig had. Zelfs juist op het moment dat het leven even zwaar was en het doel of de zin was komen te vervallen.
Brengt me op het tweede punt, de zin van iets of in iets. Of het nu iets is wat je moet ontdekken, ontwikkelen of maken, zin is er altijd. Hoe zinloos iets lijkt of is, ook die zinloosheid is het namelijk waard om aan te gaan. Vraag maar aan Sisyphus. Wat is dan de beste manier om dat te doen? Ik zou het niet weten. Maar Viktor Frankl heeft zo zijn ideeën.
Na vier concentratiekampen te hebben overleefd, 32 bestseller boeken te hebben geschreven en 29 eredoctoraten in ontvangst te hebben genomen wist Viktor de zin of betekenis in het leven terug te brengen tot drie manieren:
- Door het stellen van een goede daad. Of dat nu persoonlijk, in werk, of naar iemand anders is. Maar door het in ieder geval te doen. Actie te ondernemen.
- Door een bepaalde schoonheid of waarde te ondergaan. Of dit nu genieten van de natuur, de liefde, de racefiets of genieten van kleinkinderen is.
- Door waardig te lijden. Je verzoenen met de pijn, moeite en hobbeligheden die je overkomen. Het een plek in je fietstas te geven en doorgaan met liefhebben.
Wat dat betreft was Roy Keane lekker bezig, maar hoef je absoluut niet de halve finale van de Champions League te behalen om één of meerdere van deze manieren te bereiken.
Als er een fiets gerelateerde actie is die in al haar schoonheid een absolute lijdensweg biedt… dan zijn het wel intervallen. Nu we niet weten of de geplande triatlons, toertochten en andere koersen doorgang vinden is het maar goed dat we geen doel nodig hebben om zinvol bezig te zijn. De parallellen tussen de wispelturigheid van het bestaan met alle strijd en worstelingen van dien en de wisselende interval blokjes vol zure benen op de fiets zijn ongekend. De schoonheid zit hem ook in die pijn, in dat afzien, in die strijd tegen de tijd. De rust zal kort voelen, de blokjes lang. Naarmate de blokjes zich opstappelen gaan de aanzetten ook steeds langer voelen. En dat terwijl de klok in gelijkmatige secondes door tikt.
Dus wat kunnen we zeggen over tijd zinvol besteden? Stel de daad, geniet van de schoonheid en schroom niet te lijden. En als je dat doet, doe het waardig. Of het dan zondagavond of maandagochtend is, het even mee of tegen zit, elke tijd is het waard om te strijden. Elke tijd is prioritijd.
Komende week staan de trainingen in het teken van intervallen. Lang, kort, zwaar, licht, hoge cadans, lage cadans. Lekker is misschien anders, maar anders is ook wel weer eens lekker. Pak die fiets, neem de tijd en onderga waardig doch lijdzaam de schoonheid van de vrijheid die de fiets te bieden heeft.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren