Ronddraaiend Verlangen (WattCycling column)

 In WattCycling column

Ze zat op om en nabij driemaal anderhalve meter afstand bij me vandaan op een stoel onder een kleedje op het terras. Met enigszins trillende handen van inspanning probeerde ze de helm, die net scheef naar links hellend op haar hoofd zat, los te maken en ze bestelde al stoeiende met de riempjes een muntthee met een beetje gember. Prima keus. Al vroeg ik me wel af wat het verschil zou zijn met een gemberthee met een beetje munt. Onder druk gezet door een ober met sales ervaring bestelde ik een chocomelk en een 0,0. Met slagroom, op de chocomelk graag. Nietsvermoedend en niet wetende dat dit een leerzame middag ging worden… Lees verder.

De wielercarrière van de dame zat vermoedelijk in een overgangsfase. Waar een groot gedeelte van haar kleine postuur bedekt was met kwalitatieve intrapkledij van de Decathlon, waren het longsleeve shirt en de bril vergaard op de Wolvenstraat en de Van Woustraat, en samen meer waard dan de fiets. Tussen de bomen langs de Amstel door viel een smalle strook namiddagzon op haar slick-oil stuurlint, wat een prachtige blauwe gloed met zich meebracht. Een stukje Côte d’Azur blauw zoals je het doorgaans alleen op de wielerbaan in Gent ziet.

De worstelpartij met het sluitstuk van haar helm eenmaal gewonnen, zakte de wielrenster in opkomst, laten we haar gemakshalve Sophie noemen, met een diepe zucht net verder weg onder haar kleedje en sprak tot haar fietsmaat in de stoel ernaast: “Ik weet het niet hoor, het is niet dat ik hier energie van krijg ofzo. Ik denk niet dat ik fietser moet worden.”

Fietser… Sophie zegt precies wat het is, maar toch klonk het onnatuurlijk. Waar ligt de grens tussen fietser en wielrenner? Als ik met zwemkleding aan half verzuip tijdens een winterduik in ’t Nieuwe Diep ben ik evengoed een zwemmer. En wanneer ik als een motorisch beperkt neefje van Gianni Romme mijn rondjes maak op de Jaap Eden Baan ben ik ook een schaatser. Maar als ik in een Lycra trainingsbroek als een razende op de stadsfiets naar de Jumbo ga om de 1+1 gratis actie van Calvé Pindakaas net voor sluitingstijd mee te pakken, ben ik dan een fietser, wielrenner of simpelweg pindakaas liefhebber?

Als een Wim van Est die het ravijn in dondert kwamen mijn gedachtes abrupt tot stilstand. De gedachtestroom werd onderbroken door de chocomelk die onder mijn neus werd geschoven. Frappant genoeg met de slagroom op een apart schoteltje. Ik vind mogelijkheden ‘open’ houden erg fijn, zou de bediening dat hebben geweten? Of is dit hét signaal waar ik op heb zitten wachten en is het nu het moment om een Warsteiner 0,0 met slagroom combinatie te proberen en zo mijn Rapha strepen als uitvinder te verdienen? Gaat die langgekoesterde droom dan eindelijk in vervulling? En stel dat het een succes wordt, krijgt het dan net als bij het turnen mijn naam? Dat naast de Kolman, Kovacs of Voronin straks het Biertje Boyd te bewonderen is. En waarom heet de radslag met een landing op twee voeten eigenlijk de Arabier. Wisten ze zijn naam niet of kunnen alleen Arabieren dit?

Terug naar Sophie. Ik probeerde haar woorden nogmaals in mijn hoofd rond te laten draaien… “niet dat ik er energie van krijg ofzo…”. Dat is interessant. Fysiologisch gezien ligt het prima in de lijn der verwachting dat de energietank wat leger raakt van een rondje fietsen. Met dank aan onder andere supercompensatie zie ik dit trouwens helemaal goed komen, maar blijkbaar waren haar verwachtingen anders. Of bedoelde ze het misschien meer zoals Christaan Weijts het prachtig beschreef in zijn stuk over een roeping hebben. Een gevoel van openbaring waarin persoonlijke diepgelegen passies en dienstbare drijfveren als een schoongemaakte fietsketting op tandwielen naadloos samenvallen. Als een roes die vrijkomt wanneer je brein twee of drie elementen waarop je al langer broedt ineens combineert en dat je toegang geeft tot iets nieuws dat zo sterk lijkt te zijn dat je geen rust meer nodig hebt en kan blijven gaan.

Terwijl ik een slok van mijn Biertje Boyd neem dank ik Sophie in stilte voor het aanzwengelen van deze gedachtes. De aandacht voor fietsers, auto’s, voetgangers en zelfs kwispelende honden verdwijnt even naar de achtergrond als ik besef waar ik nu zit. Een combinatie van toeval, geluk, pech, interesses en het openhouden van mogelijkheden heeft me hier op dit terras gebracht waar ik letterlijk en figuurlijk het vermogen heb twee drankjes te bestellen en te combineren. Schrijvend, en denkend op een plek waar ik heen gefietst ben terwijl de wereld voorbijtrekt. Ik wrijf in mijn handen. Meer van plezier dan van de kou. Ik voel een stoot aan gelukzaligheid en energie over me heen vallen als het zachtste dekentje wat je je kan voorstellen.

Misschien is dat het wel. Ik ben niet gaan fietsen met een doel om ergens te komen. Ik had geen richtpunten, plannen of vooropgezette ambities voor deze dag. Simpelweg het verlangen om er wat moois van te maken en een stukje te fietsen. Een verwachting die niet slaagt of zakt bij het al dan niet bereiken van het doel, maar meer een ongrijpbaar stukje verlangen dat net als bier langzaam moet gisten om op smaak te komen. Een proces waarvan je van tevoren nooit helemaal zeker weet hoe het precies gaat smaken. Niet dat ik er als een romantische ziel steevast in geloof dat alle inspiratie en goedheid vanzelf komt aanwaaien, maar het brengt me wel in de vereiste zoekende, vragende, ontvankelijke houding, zodat ik op een willekeurige dag van Sophie kan leren op een terras.

Het bezighouden met het verlangen en niet met de vervulling lijkt een bron van energie te zijn die de fysiologie overstijgt. Mits het verlangen naar iets nieuws meer is dan alleen het heden proberen te vermijden. Ik weet nog niet of het mogelijk is om te verlangen naar iets dat we niet kennen, maar het lijkt in ieder geval iets te zijn dat we draaiende moeten houden en waarin we ons niet moeten laten verlammen. Er zijn immers miljoenen mensen die verlangen naar onsterfelijkheid of meer tijd, maar niet weten wat ze op een regenachtige zondagmiddag moeten doen.

Dus laten we zo speels en wendbaar blijven verlangen als een Mathieu van der Poel in het veld. Niet dat er dan vanzelf extra wattages als een religieus verschijnsel via buitenaardse krachten op ons neerdalen, maar meer, beter, harder, hoger, mooier en verder fietsen lijkt te beginnen bij het verlangen en de energie het te willen. En dan de rit afsluiten met een Biertje Boyd op het terras natuurlijk.

Komende week staan de lichamelijke energiesystemen centraal in de trainingen bij WattCycling. Of je nu rustige duurblokjes komt doen of jezelf anaeroob binnenstebuiten wil keren. De vooruitgang begint bij het verlangen op de Wattbike te stappen.

 Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts