Snor-dynamica

 In WattCycling column

‘’Ah, dus jij doet ook mee aan de Corona rage?’’ kreeg ik naar mijn oren toen ik op de racefiets aankwam bij een afspraak. Ik legde gauw mijn handen over de geoorde shifters, zodat de machine die mij al vele jaren door Europa gidst en over Alpencolletjes heen loodst het niet zou horen. Wanneer je iets doet voordat het cool is, loop je soms risico. Als je gaat schaatsen voordat het cool is heb je grote kans op een wak. En als je gaat fietsen voordat het cool is, heb je kans dat je wordt vergeten. En als iemand weet wat het inhoudt om je tijd ver vooruit te zijn en een beetje vergeten te worden, dan is het Philippe Thys wel. De man die aerodynamisch was voordat het woord zijn intrede had gedaan. Lees snel verder.

Wielrennen is meer dan hard fietsen, zo ver waren we al. Door al het afzien, lijden, drama, glorie en romantiek ontstaan er verhalen die bibliotheken en opera’s kunnen vullen. Het wielrennen kan daarmee niet los gezien worden van het vertellen en doorvertellen van verhalen. En die verhalen zijn bijna altijd anders dan we dachten.

Dit maakt de verhalenvertellers tot wielersoigneurs die het wielerhart weten te vullen met meer dan kettingolie en aminozuren in de bidon. Het zijn bodemonderzoekers die het verhaal achter het verhaal doorgronden. Mensen die luisteren naar wat er niet gezegd wordt en dingen zien die gemakkelijk aan het oog voorbijgaan. Zo bracht een prachtig boekje van Peter Ouwekerk over de Tour de France me bij een intrigerende zin uit een ander boek van Jean Nelissen genaamd Hemel en hel op een stukje leer. Hierin staat: “Philippe Thys werd in 1913 de eerste wielercrack die zijn snor liet afscheren, omdat hij zonder snor minder weerstand van de wind ondervond.”

We weten allemaal dat de Tour van 1913 Tour van Eugène Christophe was. Gevallen in de afdaling van de Col de Tourmalet, gebroken voorvork, 14km omlaag klauteren met de fiets op de rug om deze eigenhandig te lassen in de smidse van Sainte-Marie-de-Campan. Om drie uur later eindelijk weer op de fiets stappen om op vier uur van de winnaar binnen te komen.  En als rozijn op de mueslireep ook nog een extra tijdstraf aan de merino broek omdat Christophe hulp had gekregen van de smidsjongen die een tang vastgehouden had. En mechanische hulp was in die tijd verboden. Een prachtig verhaal waar boeken, tekeningen, schilderijen en toneelstukken over gemaakt zijn. Dit verhaal gaat al langer mee dan de musical van de Soldaat van Oranje, die inmiddels langer duurt dan de oorlog zelf. Dit zegt genoeg denk ik.

Maar wie won die Tour eigenlijk? Een Tour van 5388km, met 15 koersdagen en 14 rustdagen die om de dag werd verreden. Een Tour waarbij de winnaar aardig prijzengeld kon opstrijken, en als hij met meer dan 20 minuten voorsprong zou winnen ook nog eens de helft van het resterende prijzengeld mocht opeisen. Dat waren nog eens tijden. De winnaar was een Belg, uit Anderlecht, genaamd Philippe Thys. Met zijn 22 jaar won hij met bijna 9-minuten verschil zijn eerste Tour. Een knap kunstje wat hij een jaar later nog eens zou herhalen ook. Ondanks een tijdstraf van een uur vanwege een verboden fietswissel hield hij nog een kleine 2 minuten over op Henri Pélissier en met zijn beste jaren voor de boeg leek een legende in de maak. Tot dat 2 dagen na het halen van ‘Parijs’ de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Verschillende Franse Tourwinnaars sneuvelden in de strijd, maar Philippe Thys overleefde deze jaren door als vrijwillige soldaat wat te sleutelen aan vliegtuigen. Op dagen van verlof won hij nog 2x Parijs – Tours en de Ronde van Lombardije.

In 1919 keerde hij terug in het Tour peloton, waar hij de koers al na één dag zou verlaten. Brakend en spugend zei hij vaarwel vanwege een ‘foute drinkbus’. Was het pech? Of was er sprake van vergiftiging door zijn sponsor met wie die op dat moment in conflict lag? We zullen het nooit weten. Tourbaas Henri Desgrange vond er het zijne van en schreef dat Thys tot de ‘decadente bourgeoisie’ was verworden. Een burger in welstand die niet meer kon afzien en lijden en zijn liefde voor de fiets was verloren. De Belg bleef bij zijn lezing over maagproblemen en reed de jaren daarna, als een kruising tussen Jan Willem van Schip en Mathieu van der Poel de nodige zeges op de weg, baan en in het veld bij elkaar. Maar de Tour de France liet hij al die jaren links liggen.

Eind 1919 ontving Henri de Tourbaas een brief van Philippe. Dat hij revanche wilde nemen en in 1920 zou terugkeren in de Tour. Philippe Thys hield woord en richtte een waar slagveld aan. Van de 113 gestarte renners wisten er slechts 22 het eindstation in Parijs te halen en dat op geruime afstand. Thys won met bijna een uur voorsprong zijn derde Tour de France en werd zodoende de eerste renner die dit 3x voor elkaar kreeg. De manier waarop maakt het misschien nog wel mooier. Zoals nog altijd in de sport is het niet altijd de beste die wint, maar veel vaker nog degene die de minste fouten maakt. Om valpartijen te voorkomen koerste Thys constant alleen vooraan het peloton. En met alleen bedoel ik minstens op een paar meter voor de anderen. Zijn overmacht was ongekend.

Thys heeft altijd gezegd dat hij zonder oorlog wel vijf, zes of zeven keer de Ronde van Frankrijk had gewonnen en zijn biograaf Johan de Win denkt misschien nog wel vaker. Naar verluidt deed hij al iets met hartslag en voeding en kende het belang van een ‘goede zit’. Philippe reed naast ongelofelijk krachtig en soepel voor die tijd, ook waanzinnig mooi en zat efficiënt op zijn fiets. Ze noemden hem in het peloton ‘’de Basset’’, vernoemd naar het kortpotige aerodynamische hondenras, omdat hij zo laag op zijn fiets zat. Een man die zijn tijd ver vooruit was.

Het is een heerlijkheid om foto’s uit die tijd op te zoeken. Zwart-witte kiekjes waarbij het enorm dringen geblazen is, want een winnaar heeft een hoop vrienden. Ik heb me verbaasd over hoeveel mensen er op één foto passen. Supporters, verzorgers, journalisten, sponsoren, hoge hoedjes, lage hoeden, politiepetten, strohoedjes…met allemaal een snor. Behalve één man. Want die wist meer dan 100 jaar geleden al: “Een snor is een windvanger”.

Komende week staan alle trainingen in het thema van Pacing. Wat is er allemaal nodig om zo lang mogelijk, zo efficiënt mogelijk, zo hard mogelijk te kunnen rijden. Dat we niet allemaal de middelen van Tom Dumoulin of Filippo Ganna nodig hebben bewijst Philippe Thys als geen ander. Dus pak je scheerapparaat en je fietsschoenen en train richting jouw ideale pacing.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts