Spot on!

 In WattCycling column

De Mooiste. Tenminste, dat beweren ze in Vlaanderen. De akelige akkerverbindingen, knotsgekke kasseienpaden, krankzinnige kuitenbijters en stoffige klinkerweggetjes halen het niet bij de schoonheid van de Ardennen. Het kriskras jakkeren over betonwegen van kruispunt naar viaduct met alsmaar draaiende winden voegt ook weinig charme toe. Behalve de eerste zondag van april. Dan zijn de wegen niet saai stoffig, maar fijn grijs. Dan stuwt de honingzoete wind vol lentegeuren een denderend lycra peloton voort alsof het nooit anders is. Die dag is het mos net even groener dan mosgroen en vormt daarmee het perfecte decor voor een gewichtige strijd vol spaakgezang en framegeflits. De Hoogmis van Vlaanderen. Maar waar kijk je nou naar gedurende die 250km? Lees verder!

Met het terugschroeven van het vliegverkeer is het aantal vogelspotters flink toegenomen de laatste maanden. Een multifunctionele hobby die voor veel mensen meer dan een hobby blijkt te zijn. Er is weinig materiaal nodig om te starten, het leren waarnemen is sowieso waardevol en je bent niet zo afhankelijk van de weerselementen, zoals bijvoorbeeld bij kitesurfen. Een activiteit met potentie dus. Ik moet toegeven dat ik zelfs even getwijfeld heb om mijn zoemende hoge velgen nog niet onder mijn carbon ros te binden, omdat dit ten koste zou gaan van het luisterplezier naar de gevleugelde vriendjes tijdens een ritje. Na wat wikken en wegen heb ik toch gekozen voor de hogere velgen, en dan maar een lagere Kruijswijk coëfficiënt. Zolang dit de overpeinzingen zijn, gaat het denk ik goed met me.

Waar vogel spotten de hobby in opmars is, kent het wielrennen al decennia lang trouwe volgers, loerders, liefhebbers, kenners en ook spotters. Los van de duizenden kijkers achter de buis is de sport als een magneet voor toeschouwers. Waarbij de Ronde van Vlaanderen, dankzij de erfgoedstatus die het wielrennen bij onze zuiderburen heeft, jaarlijks de crème de la crème voor de spotters is. Zoals vogeleitjes die in de vroege lente uitkomen, ontpoppen ieder jaar een ongekende hoeveelheid Vlamingen zich uit hun huiselijke coconnetje om van kijker te evolueren naar volger. En onder die volgers broeit en groeit er een harde kern uit tot spotter, waarbij het de verslavende kunst is de coureurs zo vaak mogelijk te zien passeren. Kosten nog moeite worden gespaard deze spotterskunsten te optimaliseren. De voorbereiding op deze dag vallen qua intensiteit te vergelijken met een hoogtestage van drie weken. De spottechnieken, materialen, route voorbereidingen en liters Kwaremont bier die hierbij komen kijken zijn ongekend. En als er gedurende de om en nabij 250km even een dul moment is, spot ik als volger graag de spotters. Spotception 2.0. Een absolute toevoeging aan de al majestueuze zondagmiddagbesteding van het koers kijken.

Met de constant nijdige klimmetjes, kasseitjes en bochten in de finale is het voor de spotters langs het parcours vooral een kwestie van het logisch positioneren van het basiskamp. En als spotter van de spotters durf ik, na jaren van analyses, lijnen trekken op de Michelin kaart en met de passer in de mond Googlen hoe hard er op tussenweggetjes gereden mag (lees: kan) worden, te stellen dat ik de beste positie voor het basiskamp heb gevonden.

Als er één plek is die een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent op onnoemelijk veel spotters, dan is het Denderwindeke. Een gehucht in het hart van de Ronde. Wanneer de wind goed staat hoor je naast veel zwaluwen ook de knikkende knieën van renners die net iets te dik staan, letterlijk en figuurlijk, en stilletjes uit elkaar worden gerammeld op de Muur van Geraardsbergen.

En wanneer je met de voeten haaks ten opzichte van de rivier de Mark gaat staan, en je de verrekijker scherpstelt tussen Watenhanendries en Grimminge Bovenkassei, spot je gegarandeerd wat stervende zwanen op de Bosberg. En anders kan je altijd nog boven op het dak van Andreas Klier klimmen. De voormalig winnaar van Gent-Wevelgem bewoont een kleine boerderij aan de rand van Denderwindeke waar ongetwijfeld nog wat epo, groeihormonen en cortisonen in de bodem zitten.

Dit jaar gaat het alleen even anders. Nu we leven pandemische omstandigheden, is het parcours grotendeels ‘geheim’ om spotters niet in verleiding te brengen te komen kijken en worden mensen verzocht thuis achter de buis te blijven. Waar ik normaal mijn geld zou zetten op de meesterspotter met blauwe jas, rode pet en de Volkswagen bus, voor mijn eigen gemak al een aantal jaar geleden gedoopt tot ‘’Briek’’, gaat het dit jaar puur om het wielrennen. De telescopische verrekijker zal dit jaar scherp geteld moeten worden op het spotten van eigenaardigheden aan de fiets, de scherpte van de kuiten of misschien wel speciale technieken.

Deze beste gelegenheden in de koers om dat te doen zijn tijdens de beklimmingen. Dit zijn de spaarzame momenten waar het peloton enigszins in snelheid verlamd en gekruisigd door de kasseien en stijgingspercentages zo gracieus en efficiënt mogelijk proberen tot de top te pedaleren. Iets wat klimmetje na klimmetje weer stier onmogelijk blijkt te zijn. Wanneer Velon een camera op het stuur zou monteren in de aanloop van de Oude Kwaremont zou het waarschijnlijk tv-beelden voor 16 jaar en ouder opleveren. Zo veel kromgetrokken geweld vindt daar plaats dat de nabij gevogelhuisveste fladderaars telkens weer een jaar nodig hebben om bij te komen.

Het spotten van de heiligen in de Hoogmis is niet eenvoudig, maar een prachtige aanzet voor onze eigen wielerkunde. Gaat van Avermaet op zijn 53 de Koppenberg op, of toch de 41? Misschien wel op de 39, synchroon met zijn kameraad Oliver Naessen.  Kiest Van der Poel voor een 28mm achter en 26mm voor? Gaat Van Aert als een bezetene in of uit het zadel de Oude Kwaremont op? En is het Jasper Stuyven die zijn hiel dropt als Bradley Wiggins vlak voordat hij zijn demarrage plaatst? Het volgen van de koers is kijken, waarnemen, spotten, spanning en ontspanning.

Nu we even niet aan onze eigen techniek kunnen werken op de Wattbike en dus niet gespiegeld kunnen worden door onze Polar View, kunnen we ons nog wel spiegelen aan de mastodonten van de koers. Met een beetje aandacht is zowel je waarneming als techniek binnen de kortste keren spot on. En dat…is het mooiste. Ook buiten Vlaanderen.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts