Toevalligheid

 In WattCycling column

Dit weekend start dan eindelijk weer hetgeen wat een jaarlijks fenomeen te noemen is. Het is geen moment, ook niet echt een periode, maar meer een fase. Een fase waarin de sterren goed staan, de maan goed staat en het kwik langzaam opborrelt. Een fase waarin het functionele, kleurloze, efficiënte Zoom bestaan gekleurd gaat worden door verschillende Teams die ons wat Slack bezorgen. Denk jij wat ik denk?  

Alleen de gedachte aan wat komen gaat doet mijn hoofd al zoemen als een gesmeerde Chris King hub. Klinkt als een vervelend oorsuizen, maar is minstens zo oorstrelend als gewekt worden door vogeltjes in de ochtend. Daarnaast spelen er andere zaken die meer kopzorgen opleveren. Een onderzoek van de Universiteit van Tilburg laat zien dat meer dan veertig procent van de mensen zich eenzamer voelt dan vóór het door corona geregisseerde tijdperk. En niet omdat ze hun familie en vrienden minder zien, want dat wordt aardig gecompenseerd door meer te bellen en te appen. Het zit hem in de afname van de informele contacten met kennissen en buren. Deze toevallige praatjes bij de kassa, koffieautomaat of rijwielhandel blijken veel belangrijker dan tot nu toe werd gedacht en als kettingolie van ons welzijn te fungeren.

Nu is dit niet helemaal nieuw natuurlijk en weten we al langer dat contact met vreemden ons welzijn aanzienlijk bevordert maar nu ons leven noodgedwongen wat minder toevallig is geworden zakken we, als de zware benen van Harry Lavreysen, steeds dieper in onze eigen bubbel dan we toch al zaten. Toevalligheid lijkt zodoende steeds schaarser, maar wel gewenster te worden.

Hoe groot het effect van die toevalligheid kan zijn viel duidelijk te merken bij de lokale supermarkt in mijn nieuwe fietsgebied. In ben al dan niet tijdelijk verhuisd naar Bussum en moest op zoek naar een nieuwe vestiging van ‘mijn Appie’. Of ik mijn leukste zelf probeerde te zijn omdat ik mijn bonuskaart was vergeten of omdat de nieuwe context dit in me naar boven haalt weet ik niet… maar nadat de caissière me op dag zes herkende en we een praatje maakte over de onvoorstelbare ruime keuze uit soorten en merken thee voelde ik me direct helemaal thuis. Ze had van alles geproefd, geprobeerd en had nog nooit koffie gedronken. Toch wist ze dat ze geen koffie lustte. Ik heb wijselijk mijn mond gehouden en genoten van dit praatje aan de kletskassa. Hoewel ik stil stond achter het spatscherm had ik even het idee mee te lopen in het leven van de caissière. Hoe klein het onderwerp of moment ook mag zijn, het schudt wat op. In plaats van eenzaam af te druipen als een iets te vaak gebruikt theezakje voelde ik me in één klap onderdeel van een groter geheel.

Brengt mij terug bij het begin van het verhaal, naar wat er komen gaat. Ik geef een hint. Het begint met “voorjaar” en eindigt met “klassiekers”. De 27ste van februari trapt het festijn af met Omloop het Nieuwsblad en sluit 25 april met Luik – Bastenaken – Luik. Een fase waarin het wekelijks, soms zelfs meerdere keren per week, tijd is voor toevalligheid.

Er zijn een hoop overeenkomsten en verschillen te noemen tussen eendagsklassiekers en grote rondes verspreid over meerdere weken. Zoals verschillende soorten thee in verschillende bakjes met verschillende smaken hebben ze allemaal hun charmes en uniekheden. Vraag maar aan de caissière. Maar als de voorjaarsklassiekers ergens garant voor staan, is het wel voor toevalligheden. Een stukje onvoorspelbaarheid, opschudding en ongepolijstheid die je op weinig andere plekken tegenkomt. En dat is precies wat we nu kunnen gebruiken.

Want hoe kon Ian Stannard in 2015 drie man van Quick Step aftroeven in de finale van Omloop het Nieuwsblad? Wat als Erik Zabel tijdens Milaan – Sanremo in 2004 een halve tel later had gejuicht? En als mijnwerker Jean Stablinski in 1968 niet de suggestie had gedaan om de meedogenloze Trouée d’Arenberg kasseinstrook in het Parijs – Roubaix parcours op te nemen, waren Johan Museeuw, Gianluca Bortolami en Andrea Tafi (allen van Mapei) dan ook 1, 2 en 3 geworden in de editie van 1996? En wat als Greg LeMond niet door zijn zwager was geraakt tijdens het kalkoen jagen in 1987… had hij zonder die 35 kogeltjes in zijn lijf wel de Ronde van Vlaanderen gewonnen?

We zullen het nooit weten, want het loopt altijd anders dan je denkt. En juist die toevalligheid is de kracht van de koers. Alles moet gebeuren, op die ene dag. Als renner wil je dat alles die dag samenkomt en de goedgezinde fietsgoden in jouw achterzak bivakkeren. En toch kan er maar één iemand winnen. Zoals Niki Terpstra in 2018.

Als een ontketende sloopkogel demarreerde Terpstra op 46 kilometer van de meet om een kunststukje van stratosferisch niveau uit te voeren. Met barbaars sloopwerk verhief hij het wielrennen tot kunstwerk en de concurrentie tot een lekke tube. En dat terwijl hij vlak voor zijn demarrage nog onderuit was gegaan en op een fiets met andere bandenspanning door moest kachelen. Noem het pech, noem het geluk, noem het toeval.

Ik hoop dat hij dit jaar, na wat mindere jaren, weer eens iets uit de hoge velg kan toveren. Het zou wel heel toevallig zijn, maar daarmee des te mooier. Want dat is de kracht van de voorjaarsklassiekers.

Komende week staat bij WattCycling in het teken van kracht. Of het nu met lage cadans denderen over de kasseien is, terugkomen na een lekke band, of dat het gaat om die loeizware Alpencol bestieren; wat extra kracht in de benen is nooit mis. Dus laten we daar ‘toevallig’ maar wat aandacht aan besteden.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts