Van standpunt naar ‘stondpunt’ (column)
Herfst. Bladeren prachtig rood, oranje en goudgekleurd. Koude straffe wind en nattigheid.
Het is een zondagmiddag in december en ik bevind me ergens tussen Oud-Leusden en Leersum in een stukje bebost niemandsland. Een sociale ontmoetingsplaats voor een verdwaalde hondenuitlater, heel veel bomen, mijn racefiets en ik.
Bij de keuze eerder die dag tussen praktisch of gesoigneerd gekleed ben ik voor het laatste gegaan. Nu de zon onder dreigt te gaan merk ik dat mijn keuze letterlijk en figuurlijk wat laagjes mist. Al zeker twintig kilometer is het gevoel in mijn voeten verdwenen en vanwege de kou en windstoten op mijn 62mm velgen knijp ik nodeloos hard in mijn tegendraads gedraaide stuurlint.
Voor de tweede keer in mijn ‘wielercarrière’ heb ik er géén zin meer in en zou ik me het liefst, als een tuimelende Wim van Est in de afdaling van de Col d’Aubisque in de Tour van 1951, in een zorgvuldig bij elkaar gewaaide hoop bladeren laten vallen. Niet met een lopende Pontiac, maar met een Garmin die op Auto Pause springt.
Met de benen malend op het ritme van mijn gedachte tier ik in lage cadans tegen de wind in. Ik besef weer waarom ik een mooiweerfietser ben en ik de boot van winterse ritjes zolang afgehouden heb. Ik had bij mijn standpunt, dat ik gemaakt ben voor mooi weer, wind mee en licht glooiend asfalt naar beneden, moeten blijven. Als een houterige hork, die door Bauke Mollema nog uitgelachen zou worden, vervolg ik mijn rit. Met half zicht door een beslagen bril steek ik mijn hand uit en sla op goed geluk rechtsaf de Lomboklaan in richting de Uilentoren. In het voorjaar ongetwijfeld een prachtige laan, licht heuvelop, richting een evenzo prachtige toren, maar vandaag even niet.
Net op het moment dat ik me om wil draaien om vanuit een warm café de noodtroepen te bellen met de vraag of ze me alsjeblieft wil komen halen passeer ik een nietsvermoedende wandelaar. Maar helaas, het gevoel van iemand passeren heeft vandaag ook niet het effect waar ik op hoopte..
Ik maak me klaar om door de verkleumdheid heen te wroegen, het stuur om te gooien en er definitief de brui aan te geven als ik, nog net binnen gehoorafstand, een doorgewinterde stem hoor roepen: ‘’Kom op! Tandje bijschakelen en gáááán’’. Kort daarop volgt: ‘’Uit dat zadel hè!’’ Hij moest eens weten denk ik. Hoewel…
De stem zo warm als een notige Oolong winterthee, maar zo overtuigend als die van Michiel Wuyts overstemd op onverklaarbare wijze direct de miepende klaagzang tussen mijn oren. De gevoelloosheid van de voeten maakt plaats voor een lichte tinteling die langzaam stijgt richting de bovenbenen. Als een ronkende diesel die in zijn derde versnelling optrekt kom ik uit het zadel. Technisch netjes zit er niet meer in, souplesse al helemaal niet. Nooit gezeten overigens. Dan maar op kracht. Pure brute kracht.
De (omwentelings)snelheid wordt langzaam wat opgeschroefd. Woeshhhh, Woeshhh, Woeshh, woesh woesh, woesh…Steeds sneller en sneller.
Gehypnotiseerd door het geluid van de hoge velgen al zwoegend door de bladeren trek ik hem in één ruk door tot het torentje. Een rondje om de toren uitfietsen zit er nog net in. Daarna volgt na moeizaam uitklikken het theatrale het over het stuur hellen met de tong zwabberend tussen de voorvork. Het zuur nog uit de oren spuitend stijgt de hartslag nog even door tot boven de 180 en de damp stijgt, als bij een pan kokende pasta, van het gesoigneerd shirt de lucht in…
De onbekende wandelaar is nergens meer te bekennen en ik besluit na deze merkwaardige opleving mijn weg te vervolgen.
Tot mijn verbazing heeft de perceptie van ‘klote regen’ plaatsgemaakt voor ‘lekker veel zuurstof in de lucht’ en de Nova Zembla achtige kou en eenzaamheid zijn verruild voor een vriendelijke groet aan iedere viervoeter en baasje. Man, man, man wat is dit lekker. Ik besluit nog een klein extra lusje te maken in deze opeens levendige, driedimensionale, aantrekkelijke, kleurrijke wereld. Wat kan pijn lijden en kou op je waffel toch lekker zijn! Wat heb ik mezelf voor de gek gehouden…
Het brein vormt slechts 2% van ons lichaamsgewicht en is geweldig efficiënt. Het heeft slecht 400 calorieën op een dag nodig om te functioneren, ongeacht wat je doet. Dat is ongeveer evenveel als een stuk appeltaart. Probeer je laptop maar eens draaiende te houden op een stukje appeltaart en kijk hoe ver je komt.
Maar blijkbaar heeft het brein ook een soort stand-bymodus waarin je geneigd bent vast te houden aan een eerdere gedachte en je jezelf flink voor de gek kan houden. Soms zelfs zo erg dat de realiteit en je beleving eronder kan lijden. Een klein beetje extra kracht is dan nodig om dat standpunt los te laten en je brein te updaten. Mijn mening over winterse ritjes is voorlopig veranderd en mijn standpunt van voorheen is nu niets meer dan een stondpunt uit een soort MS-Dos tijdperk.
Een klein beetje extra kracht kan dus genoeg zijn voor een totaal andere fietsbeleving. Niet geheel verrassend staan komende week alle WattCycling trainingen dan ook in het teken van kracht. Succes en vele veranderlijke standpunten toegewenst.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren
Wil je ook trainen bij WattCycling, maar nog geen lid? Volgende week organiseren we ook veel leuke trainingen. Doe een introductietraining en ervaar ook de meerwaarde van de WattCycling trainingen!