Vermogensongelijkheid (WattCycling column)

 In WattCycling column

Het was afgelopen week een opvallende kop in de krant: “De verdeling van vermogen in Nederland is schever dan gedacht.’’ Wie of wat de denk norm is die dacht dat het wel meeviel weet ik niet, maar wat blijkt is dat de rijkste 1 procent van de Nederlandse huishoudens 26 procent van het totale vermogen bezit. Sterker nog; De top 1 procent bezit maar liefst 75 procent van het totale aanmerkelijke belang in Nederland. Tegelijkertijd zit een kwart van de huishoudens in het rood. Het duurde even voordat ik in de gaten had dat dit niet over wielrenners en hun wattages, trainingszones of lactaatdrempels ging, maar tegelijkertijd vallen er wel gelijkenissen met het Tour de France peloton te trekken. Lees verder!

Wielrennen is vaak gedefinieerd als een individuele teamsport, en de all-in masterclass met Jonas Vingegaard als afmakend schaakstuk op de Col du Granon was daar een prachtig voorbeeld van. Hij was geen loper zoals Chris Froome, toren als Max Walscheid of Zenon ‘Het Paard’ Jaskula die in 1993 derde werd in het eindklassement. Jonas was een nieuw soort pion in het spel. Een man van vis en bloed. Niet alleen omdat het woord vin in zijn naam zit, of om de vinnigheid van de beslissende demarrage te benadrukken, maar ook omdat hij nog geen vijf jaar geleden gewoon op de visafslag werkte. Doe daar wat broccoli van boerenzoon en proloog winnaar Yves Lampaert bij, en wielrennen lijkt bij uitstek een volkssport waarin iedereen kan komen bovendrijven.

Niets is echter minder waar. Het is absoluut niet mijn idee om als een karbonkel jongensdromen te vernielen, maar het verschil tussen de beste 1% renners en wij normale stervelingen is gigantisch. En het is een kloof die alleen maar groter lijkt te worden. Waar het materiaal bijzonder duur en schaars is, is het wel voor iedereen beschikbaar. Net als een ketonen dieet voor iedereen te volgen is. Maar gelijke mogelijkheden is wat anders dan gelijke kansen. En waar sommige mensen een halve mogelijkheid nodig hebben om kansen niet alleen te pakken, maar ook te overtreffen, blijven er ook mensen kans op kans onbenutten. Van geluk tot genetica en van mogelijkheden tot het kunnen grijpen van momenten, bevoorrechting is van alle tijden, en zorgt voor ongelijkheid en daarmee tijdsverschillen.

Gesteund door een lekker windje mee en dunne lucht (bij warme temperaturen staan moleculen verder uit elkaar waardoor je met minder weerstand door de lucht heen kan snijden) werd er afgelopen woensdag verschroeiend hard gereden. Op verschillende segmenten werden al voor onmogelijk gehouden KOM’s uit de boeken gereden, zoals op de combinatie Télégraphe-Galibier (35,65 kilometer). Deze werd door Pogacar in 1:26.55 uur afgewerkt, wat minuten (!) sneller is dan de oude toptijd, die niet eens meer in de top tien van deze Strava -KOM staat.

Geen vuiltje aan de lucht en nog als een Vingegaard in het water voor de tweevoudig Tourwinnaar dus. Tot de laatste 4,86 kilometer. Analyse-goeroe ammattipyöräily rekende uit dat Vingegaard 15 minuten en 20 seconden deed over de laatste 4,86 kilometer, goed voor een gemiddelde van 19,02 kilometer per uur. Aan omgerekend 1.816 hoogtemeters per uur is dat goed voor een watt per kilogram van 6.34. Ja dat leest u goed; Zespuntvierendertig. Probeer dit bij de eerstvolgende WattCycling training maar eens drie minuutjes vol te houden tijdens de warming-up. Pogacar in goeden doen moet dat relatief eenvoudig uit zijn benen kunnen krijgen, maar kwam nu ‘slechts’ tot 5.18 watt per kilogram.

Waardes die nog altijd geen gebroken man laten zien. Sterker nog, een blik op de Strava toont een tempo zo vlak en stabiel als de grasmat van de Johan Cruijff Arena vóór een Rolling Stones Concert. En met een piek van 32 kilometer per uur heuvel op ben je volgens mij verre van geklopt door de honger, warmte of concurrentie. Het is dus een verre van gereden race, en een kwestie van wachten tot de gekuifde Sloveen zijn kunsten nog eens laat zien deze Tour. Want die waardes zitten er nog.

Een gebrek aan waarde, of het nu in de vorm van eigen-, financiële-, of fietsvermogens is, duwt je al snel richting de achtergrond van het peloton. Hoe hard je ook werkt om binnen de tijd te blijven, het geluid van de bezemwagen blijft altijd rond je hangen. Het bijzondere aan wielrennen is dat deze waardes echter niets hoeven te zeggen over de pracht. Of de magie. Of zelfs over winst en verlies. De mooiste beelden deze Tour zijn vooralsnog van een 22- jarige dalende wereldkampioen veldrijden, olympisch kampioen mountainbiken en etappewinnaar Thomas Pidcock de Galibier af. Zijn gemiddeld wattage daarbij is nog geen 100 watt. Maar hij scoorde wel hoog op plezier, durf en vooruitkijken.

En wat te denken van Fabio Jakobsen die in zijn Tourdebuut gelijk een etappe weet te winnen. Met zijn 78 kilogram schoon aan de haak verstopte hij zich een hele dag in de buik van het peloton en trapte tot een paar kilometer voor de meet gemiddeld 135 watt. Dat is 1,73 watt-per-kilo, oftewel bijzonder weinig. Vlak voordat hij zijn handen in de lucht mocht doen, reed hij tientallen meters rond de 1700 watt: bijna 22 watt per kilogram lichaamsgewicht, oftewel bijzonder veel. Een ongelijkheid die op spaarzame momenten juist tot iets moois kan leiden dus. Iets wat hij als geen ander kan, maar niet alleen.

Fabio Jakobsen had afgelopen dagen continue vijf man om hem heen in de bergen, die het geluid van de bezemwagen voor hem verstomde. En niet zomaar wat mensen. Frans kampioen Florian Senechal droeg zijn repen en bidons om de watt per kg ratio gunstiger te maken. Oud geletruidrager Yves Lampaert sprak en luisterde de hele dag naar hem, en hield hem waar mogelijk uit de wind zonder te vergeten af en toe om te kijken. En wat te denken van Mikkel Honoré, die meer kilometers met een hand in de rug van Jakobsen heeft gereden dan met beide handen aan het stuur.

Niet iedereen is in staat altijd maar vermogen te blijven leveren, en sommige mensen kunnen in de ene context wat extra aandacht gebruiken om op een ander moment te kunnen excelleren. Laten we vooral doen wat binnen ons vermogen ligt. Daarbij niet alleen denkend aan onszelf, en net als Pidcock ook verder kijkend dan de eerstvolgende bocht of hobbel. Want wie weet is jouw zetje, net het aanzetje tot dat beetje extra vermogen bij een ander. Al is het doorzettingsvermogen.

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink

Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Komende weken staan er naast de reguliere Tour de France trainingen ook speciale Tour de France trainingen op het programma bij WattCycling! Kijk het einde van de koers vanaf de Wattbike en sprint, klim of demarreer mee met het peloton voor de zege!

Recent Posts