Wonderdrank (WattCycling column)
Waan jezelf heel even op vakantie in het zuiden van Frankrijk. Je hebt net de prachtige Col de Turini afgedaald en zit op het terras in Nice. Je racefiets staat geparkeerd tegen een tafeltje met een rood-wit geblokt tafelkleedje, en gesterkt door de geur van lavendel velden die nog in je neus hangt snuif je de frisse Côte d’Azur lucht naar binnen. Je sluit je ogen en voelt tussen het Franse geroezemoes en kletterende wijnglazen het warme zonnetje op je gezicht. Je bent relaxed, kalm en glimlacht voldaan wanneer je je beseft hoe goed je het eigenlijk hebt. Deze perfecte mediterrane scene staat op het punt om alleen nog maar mooier te worden wanneer je de voetstappen van de ober dichterbij hoort komen… lees verder.
Met de pommes frites en verse steak nog in de maak krijg je van het huis een drankje aangeboden. Vanuit een wonderschoon gevormde karaf wordt een champagne achtige sap in je glas geschonken. Tijdens het schenken geeft de nog altijd aanwezige zon de drank een schittering van alle kleuren van de regenboog. Alsof een fluïde Julian Alaphilppe met al zijn wereldkampioenen tenues en gekleurde fietsen in een glas wordt gegoten. Je proost in je beste Frans met de ober en neemt een klein nipje van de nog altijd onbekende sap.
Zodra het glas je lippen raakt en het sap je dorstige gestel indaalt voel je het tintelen in je benen, op je hoofdhuid en gaan de haren op je armen overeind staan. Het moment, de locatie, het uitzicht. Alles lijkt te kloppen.
Heel even baal je dat je vroeger Frans hebt laten vallen als vak, anders had je nu een grapje over de ketel van Obelix kunnen maken, maar je kiest er in hakkelig Frans voor om de ober te vragen waar deze overheerlijke drank vandaan komt. Wat blijkt; het is een magische kampioenen sap afkomstig van de boerderij van Thibaut Pinot. Pinot, de meest sterfelijke van de hedendaagse wielerkampioenen, verschuilt zich al enkele jaren tussen de geiten, koeien en gewassen op zijn boerderij in de Vogezen. In de kracht van zijn leven, maar samen met zijn kippen opgehokt op de rollers in een zeer afgelegen schuur.
Waar alle mensen geboren worden met een angst voor heftig lawaai en vallen, en later vaak bang worden voor spinnen of slangen, is Thibaut bang voor snelheid. Als junior is hij ooit gevallen in een koers en brak tegelijkertijd twee armen. En met het geluid van de klap kwam ook de fobie. Paf. Ineens was het daar. In het wiel van meesterdaler Vicenzo Nibali weet hij zichzelf nog wel eens te verrassen, zoals in de Ronde van Lombardije in 2018, maar doorgaans klimt hij liever. Met speels gemak en bulkend van het talent danst hij met een gekromde kattenrug hard omhoog. Hard, maar nooit te hard. En alle therapieën op ski’s of in een raceauto op het circuit ten spijt, gaat het nooit meer een snelheidsmonster worden. Gelukkig worden grote rondes doorgaans bergop beslist, en kan hij dus wonderbaarlijk lekkere sap maken!
Je besluit vanuit Nice op de terugreis in de auto na Lyon een beetje rechts aan te houden en ter hoogte van Besançon rechtsaf te slaan richting de Vogezen. Thibaut zelf storen lijkt geen goed idee, hij zit daar niet voor niets afgezonderd, maar ergens in het dorpje Mélisey moet toch nog een flesje van deze wonderdrank te vinden zijn. Je rijdt het dorp binnen en vindt een klein soort van herberg met een uithangbord waar dezelfde fles op staat. Je parkeert de auto op de stoep naast een stenen muur waar op prachtige wijze een klimop overheen groeit als een Marianne Vos die haar weg vindt in het zand.
Eenmaal binnen lijkt de wonderdrank hier inderdaad verkrijgbaar en alsof het niet mooier kan, kost hij maar twee euro per fles! Je slaat uiteraard een paar dozen in, laadt de hele auto opnieuw in en uit om nog net een extra doos kwijt te kunnen en overtuigt je lieftallige wederhelft dat het echt een goed idee is om nog 669 km met een loodzware doos op schoot te gaan zitten. Je zet op de radio een aardig lijstje met Carla Bruni en Édith Piaf op en vervolgt nog altijd vervult de weg naar huis.
Nu is het inmiddels half januari. Het is koud, nat en de sleur van het dagelijkse leven heeft je aardig te pakken. Niettemin laten de maatregelen het toe thuis weer meerdere gasten te ontvangen en je hebt een etentje met oude maten. Je vertelt met lichtelijke weemoed over die zonnige fietsvakantie in Zuid-Frankrijk toen dat nog makkelijk kon en komt automatisch bij het verhaal van de tongstrelende wonderdrank die je daar hebt gedronken. En terwijl je de sprookjesachtige setting probeert te beschrijven van de herberg waar je nog wat doosjes hebt kunnen scoren, realiseer je je dat je nog een paar flessen hebt liggen. Sterker nog, er ligt er toevallig eentje koud!
Terwijl je de glazen bij elkaar zoekt waaruit alleen bij speciale aangelegenheden wordt gedronken en naarstig zoekt naar de wijn opener vertel je door over de regenboogkleuren van de drank. Per glas dat je inschenkt en woord dat je er verder aan vuil maakt stijgt de nieuwsgierigheid en verwachting bij je gasten. Je schudt nog een kleine toast uit de mouw alvorens jullie allen het glas heffen en op het punt staan wat magistrale wonderdrank naar binnen te gieten…
Je neemt een slok. Verschrikkelijk! Ranzige, azijnachtige, zure, smoezelige sap. Je trekt voor de zekerheid nog een andere fles open. Exact hetzelfde, onappetijtelijke bitterheid! Wat is er gebeurd? Is het over datum? Had je niet de alternatieve route terug moeten nemen en is het te veel heen en weer geschud? Of is het in de auto te koud en weer te warm geworden? Grote kans… dat dat het allemaal niet is. Dat de wijn hetzelfde is als altijd, maar dat de rest allemaal is veranderd.
Je bent niet meer zo relaxed als toen, de heerlijke zon heeft plaatsgemaakt voor een IKEA lampje en de warmte komt van een haperende vloerverwarming. Je hebt niet eerst een prachtige col afgedaald en het drankje naar eigen denken verdiend. Het enige woon-werkverkeer dat je vandaag hebt afgelegd is van het bed, via de tafel, naar de bank. De geuren, kleuren en smaken die hebben geholpen bij het creëren van de ervaring zijn er niet meer. Het was een combinatie van de omgeving en je emotionele staat die je perceptie van de wijn zo heeft beïnvloed.
Het goede nieuws is, er is nog niets verloren. Onze perceptie wordt beïnvloed door alles om ons heen, en zo is eten of drinken ook veel meer dan de smaak alleen. In dit verhaal zijn er meerdere triggers die kriskras in elkaar doorwerken en bepalen hoe we iets ervaren. Onze sensoren werken niet op gescheiden momenten afzonderlijk van elkaar en worden ook nog eens sterk beïnvloed door onze emotionele staat van zijn.
Neurowetenschappen, experimentele- en gedragspsychologie en ook de filosofie wijst uit dat we emotionele wezens zijn die ook een beetje kunnen denken, en niet andersom. Dus ons gedrag en perceptie wordt sterker gevormd door de multi-sensorische omgeving dan we misschien wel zouden willen. Dus een lavendelkaars aanzetten en de wonderdrank door een ober laten inschenken maakt de wijn hoogstwaarschijnlijk alweer een stuk lekkerder, net zoals koffie 15% lekkerder smaakt in een rode, ronde mok, de tijd sneller lijkt te gaan in een blauwe kamer en geuren uit het verleden ons aanzetten tot nieuwe ideeën. We houden onszelf en de ander continu voor de gek, waarom zouden we dat dan niet iets bewuster op een goede manier doen?
Stap daarom deze week nog op de fiets of Wattbike voor een lekkere sessie. Trek dat pakje aan dat je vorige zomer ook in de Franse bergen aan had, vul die bidon met iets warmer water zodat deze zon opgewarmd lijkt en snij de bochten van de brug bij Nigtevecht aan alsof het de afdaling van de Col de Turini is. Trakteer jezelf daarna op een lekker softijsje en vergeet daarbij niet te luisteren naar het gekraak van het hoorntje als je hem doorbijt, want dat bepaalt grotendeels hoe ‘crunchy’ je deze ervaart. En eet dan ’s avonds lekker pommes frites met een goede steak van een rood-wit geblokt tafelkleedje. Het liefst met zwaar bestek, want dan ervaren we het eten gemiddeld 11% lekkerder. En schenk jezelf dan bovenal een heerlijk glaasje wonderdrank in, vanuit een karaf uiteraard.
Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren