Zinspanning (WattCycling column)

 In WattCycling column

Wat ben ik nou eigenlijk aan het doen? Het was nog niet eens halverwege de 12 x 30 seconde Harry Lavreysen training en mijn benen waren al dusdanig opgebrand dat ik me stevig zorgen begon te maken over hoe ik straks nog thuis moest komen. Had Pythagoras geen driehoek kunnen bedenken waar je de juiste verhouding tussen goed, gek en gezond kon aflezen? Terwijl het ritme van de vallende zweetdruppels geleidelijk aan synchroniseerden met de cadans verflauwde de muziek en ontstond er precies 3:30 minuten aan vreedzame rust… is die rust dan waar we ons zo voor uitsloven? Lees verder.

Wat is nou de zin van al die inspanning? Is jezelf afbeulen zinvol in zichzelf, of vindt het pas betekenis in datgene wat ik door de inspanning bereik? Dat het pas telt als ik beter word, of fitter, of de Alpe d’Huez oprij onder het uur? En als de inspanning zinvol in zichzelf is, draagt het dan bij aan mijn geluk? Of zit het eerder in de rust die op de inspanning volgt? Is die rust op zichzelf ook iets, of krijgt de rust pas waarde na een inspanning? Anders zou de Wattbike niets meer zijn dan een gekke plek om te luieren. Ik kijk op de klok… nog 3.12 minuten rust. 3 x 12  = 36, het magische en favoriete startnummer van Fausto Coppi. Hét teken dat ik deze gedachte nog niet los moet laten.

Waar was ik ook alweer? Oh ja, draagt de inspanning bij aan mijn geluk. Mhh, gekke vraag. Zou geluk wel de inzet van inspanning moeten zijn? Is het nou wel of geen verdienste als je iets met inspanning moet verrichten? Colby Simmons, het broertje van Trek rijder Quin Simmons, heeft getekend bij de opleidingsploeg van Jumbo-Visma en wordt geroemd om het gemak waarmee hij verschillende disciplines, van wegwielrennen tot toerskiën, eigen is. Iets met gemak doen klinkt ook wel als een ideaal. Totdat je Bauke Mollema ziet harken. Met meer vocht aan zijn neus en lippen dan in zijn bidon worstelde hij zich naar een 2e plek in de Ronde van Luxemburg. Prachtig. Maar waarom zou ik mezelf dan inspannen tot het gaatje? Om mezelf te troosten misschien? Troosten met de gedachte dat ik alles heb gegeven wat erin zat… Uit mijn ooghoek zie ik de klok verschieten. Nog 2 minuut 34. Ik draai de weerstand iets terug en probeer mijn beentempo iets op te voeren in de hoop dat het denkproces daarmee ook iets versnelt.

Ik heb geen specifiek doel voor ogen en ook geen belangrijke wedstrijd op de kalender staan, waarom voel ik dan toch de behoefte me tot deze mate in te spannen? Misschien is dat het juist wel, het ontbreken van de noodzaak. Ik kies zelf, in alle vrijheid. Hoe onbeduidend of zinloos mezelf afpeigeren ook kan zijn, of het nu mijn adem inhouden is onder water in bad of mezelf helemaal leegtrekken op lage cadans in een halve minuut…ik kies zelf voor deze ervaring. Het is dus niet de inspanning zelf, of het resultaat van de inspanning, maar de ervaring van inspanning waar het om gaat. Het praktische en morele lijken in de chasse patate te zitten, en het is de symboliek van de ervaring die van voren zit. Van enthousiasme doe ik een paar trappen in wattage zone 4 alvorens ik weer in een soepele tred terug draai naar Zone 2. Tijd op de klok. 1 minuut en 16 seconden.

Mezelf hier de ballen uit mijn broek rijden is dus meer dan het trainen van de spieren. Meer dan me voorbereiden op een prestatie. En meer dan een oefening in volharding en doorzetten. Het is een verovering van mezelf en het vinden van een houding tegenover de wereld.

Naast de zweetdruppels en lactaat stroomt nu ook de symboliek met 161 beats per minuut door het lichaam. Ik zit hier niet uitsluitend om mijn lichaam en wil te sterken, maar deze inspanningen staan bovenal symbool voor hetgeen wat gepasseerd en overwonnen moet worden. Een niveau hoger, dieper, of verder te komen dan het gewone. De 7 blokjes die nog volgen zijn als rennen door een brandnetelstruik, als kruipen door een doolhof van prikkeldraad, als een reusachtige berg waarvan je niet weet waar de top precies ligt. De 7×30 seconden die nog voor het oprapen liggen zijn mijn route naar het wezenlijke. Niet om nieuwe records te veroveren, maar om dichter bij mezelf te komen. Mijn authenticiteit als renner wordt me op deze woensdagavond geschonken, maar ik moet mij er nog wel even voor inspannen.

Langzaamaan zwelt het geluid van de muziek en het gezoem van de Wattbike weer aan. Op de klok staan nog 27 tellen tot de volgende lancering. Ik voel een spanning waarvan ik hoop dat die in de buurt komt bij die van Fabio Jakobsen, wanneer hij ieder moment gelanceerd kan worden door zijn sprinttrein. En anders vind ik de lancering van een Thunderbirds raket ook prima. Nog 16 tellen. Ik schakel bij en breng de benen alvast op iets meer spanning. Deze licht verhoogde inspanning brengt gek genoeg een dosis openheid en zin met zich mee, waardoor de wattages in één keer makkelijk komen. Alsof de nauwe denktunnel van de afgelopen 3 minuten tot openheid komt in een gemakkelijke tred die ik nog uren vol kan houden. De trainer telt af, nog 10 seconden…

Ik draai en schuif alle weerstand erbij op het instrument van verrijzenis en wedergeboorte en maak me met ongelooflijk veel goesting op voor een zinspanning van 30 seconden. Met een klein binnenpretje stuw ik mezelf uit het zadel en zet ik me met een onwaarschijnlijk gevoel schrap voor wat gaat komen. Namelijk, een ervaring die niemand me ooit meer af gaat nemen.

Komende week staan er drempeltrainingen op het programma bij WattCycling. Een taaie week, omdat naast de drempel overgaan om te komen trainen, er ook nog eens de keuze drempel ligt van hoe ver of diep je wil gaan in die 80-minuten. Los van de effectiviteit, trainingsprikkel en doelen die je voor ogen hebt zijn deze trainingen een prachtige ervaring om ten volste in te duiken en weer een paar trappen dichter bij jezelf te komen. Moe maar voldaan is nog nooit zo treffend geweest. Tot komende week!

Geschreven door WattCycling trainer Boyd ‘El Tractor’ Welsink
Ook een onverwoestbare tractor kan wel eens sputteren

Recent Posts